De Moldau kabbelt terwijl de mensen bedrukt binnenlopen. Hij zit tussen zijn zoons, zij ligt in de kist. Hij luistert naar de muziek. Je ziet hem het verhaal van de ontwikkeling van de rivier in zijn hoofd afdraaien.
Eerst kabbelend, dan wild, dan breed en traag. "En nu stopt het", zegt hij hardop tegen zijn oudste zoon, terwijl de mensen van het uitvaartcentrum de muziek wegdraaien. Zo is het afgesproken.
Ze kenden elkaar van dansavonden. Nadat ze trouwden in de jaren veertig, bleven ze dansen, ook thuis, in de huiskamer. Stoelen aan de kant, tafel aan de kant. Een uitbundig echtpaar was het niet. Maar hij hield van muziek en hij hield van knuffelen. Zij had eigenlijk niets met muziek, en ook niet met knuffelen, maar ze hield van dingen doen. Ze moest bezig zijn. Dus dansten ze thuis. Avonden lang.
Zijn schoondochter neemt het woord. Tussen de woorden door zingt ze. Een couplet van een liedje dat ze vorig jaar voor haar zongen toen ze tachtig werd. "Ik heb nog nooit iemand horen zingen op zo'n gelegenheid", zou een doorgewinterde uitvaartbezoeker later tegen haar zeggen. "Maar het kon wel."
De Moldau heeft plaatsgemaakt voor de Donau. "Dit is mooi hè?", doorbreekt hij het stemmige zwijgen. Hij is blij met zijn muziekkeus. Juist nu iedereen zwijgt en aan haar denkt, wil hij praten over de muziek. “Straks mondt de rivier uit in een meer en dan is het helemaal stil."
Thuis, als alles achter de rug is, zit hij aan tafel. Het is bijna tien uur, het tijdstip waarop ze elke avond, sinds hun lichamen niet meer wilden dansen, een kaartje legden. De kinderen en kleinkinderen zijn nog bij
hem, maar die willen naar huis. "Kijkt u nog wel eens televisie?", vraagt zijn zoon, in de hoop zijn vader niet in volledige stilte te hoeven achterlaten.
"Daar vind ik helemaal niets meer aan. Soms kijk ik iets, dan zet ik hem uit voor de reclame en vergeet ik hem weer aan te zetten." Hij haalt zijn schouders op. "Behalve als er mooie schlagermuziek is op Duitsland.
Daar kan ik uren naar kijken." In de blik van zijn zoon ziet hij in een flits haar ogen: 'moet dat kreng weer zo hard?', klagen ze.
Mooie schlagermuziek op Duitsland
"Moet dat kreng weer zo hard?"
Ze kenden elkaar van dansavonden. Nadat ze trouwden in de jaren veertig, bleven ze dansen. Ook thuis, in de huiskamer. Stoelen aan de kant, tafel aan de kant. En dan dansten ze, avonden lang. Nu ze dood is, kijkt hij niet eens meer naar de televisie. Behalve als er mooie schlagermuziek is op Duitsland.