Lentze is dankzij een volbloed Aziatische moeder iets meer Indonesisch dan Van Barneveld. Zijn beide ouders waren al Indo, dat zo veel wil zeggen als van gemixt Europees en Indonesisch bloed. Het tweetal leerde elkaar eind jaren tachtig kennen tijdens een festival in het Stadspark waar ze beiden optraden. Lentze met Rudy’s Corner, Van Barneveld met de Urban Dance Squad. “Michel Schoots, de drummer van de Urban Dance Squad, wees René op mij: die gitarist moet je in de gaten houden.” Ikzelf vond hun bandje goed. We raakten vervolgens aan de praat. Toen ik later De Vrije Hand in Het Binnenhof kreeg heb ik de stoute schoenen aangetrokken en René gebeld. Ik wist helemaal niet dat hij toen inmiddels beroemd was. “Was jij dat mannetje met dat hoedje op?”, vroeg René. “Ik geloof het wel”, zei ik. In 1991 hebben we toen voor het eerst als Duo I.N.D.O. samengespeeld in het Grand Theatre. Dat was als voorprogramma van Eugene Chadbourne die speelde met Han Bennink op drums.”
“I.N.D.O., In Nederland Door Omstandigheden, is een cynische benaming die mensen van de eerste generatie wel gebruikten. Zij waren niet tevreden met de omstandigheden waar ze in Nederland in moesten leven. Het heeft ook wel wat zelfspot. René en ik cultiveren het Indo-gedoe niet, wij zijn van de tweede generatie. Maar via onze opvoeding hebben we er wel wat van meegekregen. Al was het alleen al omdat onze vaders tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands Indië in een Jappenkamp hebben gezeten.”
De optredens van het duo zijn schaars. Een keer per jaar is al heel wat. Het repertoire van Duo I.N.D.O. bestaat grotendeels, naast een aantal eigen nummers van de hand van Lentze, uit covers. Het werk is van zeer uiteenlopende aard. Van de country van Jimmie Rodgers (‘Waiting For A Train’), de traditional gospel ‘Mighty Good Leader, Hollow Log’ van Beck, de Ierse traditional ‘Londonderry Air’ tot de jazzstandards ‘No Detour Ahead’ en ‘I Hadn’t Anyone Till You’ (Ray Noble). Krontjongend werken Lentze (zang & gitaar) en Van Barneveld (gitaar en pedal steel gitaar) zich door hun veelzijdige set. Hieronder geeft Lentze een korte uitleg over drie nummers.
Aisha:
“Een nummer dat geschreven is door McCoy Tyner, een tijdlang de pianist van John Coltrane. Het staat op de elpee Olé. Het heeft een hoog Mike Hammer-gehalte, een thema dat me doet denken aan een private eye. Niet Miami Vice, dat is te glad. Maar je hoort de voice over. Het is een associatie die nergens op slaat. Aisha is denk ik een naam van een Afrikaanse vrouw, Coltrane dweepte wel met Afrika. Van de elpee vind ik dit het mooiste nummer. Er waren een paar jazzliedjes die ik als kind al wilde spelen. Een daarvan is ‘Aisha’. De ander is ’Lush Life’ van Duke Ellington. Als ik dat soort liedjes kan spelen, voel ik me wel weer tijdelijk gearriveerd. Het zijn romantische liedjes met moeilijke schema’s. Je speelt ze niet zomaar, zeker als je zoals ik de jazzbijbel niet beheerst. En dat gaat me de eerste vijftig jaar ook niet lukken. Als ik deze liedjes goed kan spelen, ben ik eerst ook wel weer klaar met jazz.”
Manyausa:
“Dit is een Zuid-Afrikaans Zulu-liedje uit de jaren vijftig. Het wordt oorspronkelijk meerstemmig gezongen door vrouwen. Het is heel kinderlijk. Het ademt de sfeer van Johannesburg, maar is toch heel landelijk. Ik ken het van een plaat van een ex van mij. Het is een kruising tussen de Amerikaanse jazz die toen op kwam zetten en Zulu-muziek.”
Daddy-O:
“Dit liedje heb ik vorig jaar geschreven voor ons optreden op de Jazzfietstour. Het gaat over het vaderschap. En de relativering daarvan. Veel ouders doen alsof ouder zijn alles is en je als je nog geen kinderen hebt er niet over mee kan praten. Maar je moet ook de kwijlsporen op je nieuwe pak voor lief nemen. Aan de andere kant verdwijnt de jeugd van je kind ook zo snel. Kinderen groeien zo snel op. De gedachte dat je nooit weet wanneer je voor het laatst een slaapliedje voor je zoontje zingt. Dat heeft ook wel iets tragisch.”
Rudy Lentze en René van Barneveld treden vrijdagmiddag 6 mei vanaf 17.00 uur op in de lokale platenzaak Plato. Op zaterdag 8 mei speelt het duo tijdens de Rhythm & Blues Night in de Groninger Oosterpoort.
Rudy Lentze en René van Barneveld krontjongen In Nederland Door Omstandigheden
“René en ik cultiveren het Indo-gedoe niet, wij zijn van de tweede generatie”
Als enige Groninger betreedt Rudy Lentze (Bandung, 51) zaterdag het podium tijdens de Rhythm & Blues Night in de Oosterpoort. Samen met René van Barneveld (Soerabaja, ook 51), de Utrechter die furore maakte als gitarist van de Urban Dance Squad. Beide gitaristen werden geboren op het eiland Java in wat toen nog Nederlands Indië heette, het tegenwoordige Indonesië.