Skip The Rush maakt indruk in Simplon

Dutch Delight #2 Tour: Stacey Records showcase, zonder Stacey

Marlon Penninkhof, ,

Voor dat deel van musicerend Groningen dat naar Simplon was gekomen in de hoop een demo te kunnen afleveren op de Dutch Delight Tour Vol. 2, kwam bedrogen uit. Initiatiefneemster Stacey Rookhuizen van het Stacey Records label was in geen velden of wegen te bekennen. Wel stonden er vier acts op het programma afgelopen vrijdag. Het ervaren Skip The Rush stak met kop en schouders boven de rest uit.

Dutch Delight #2 Tour: Stacey Records showcase, zonder Stacey

Stacey Rookhuizen richtte in 2002 op 16-jarige leeftijd haar eigen label op, Stacey Records. Aan media-aandacht ontbrak het de jonge blondine niet: een tv-optreden bij Barend en Van Dorp en vele interviews volgden in de twee jaren na de oprichting. Inmiddels zijn we een hele schare getekende bands en twee samplers verder en vond Rookhuizen de tijd rijp voor een heuse tournee en wel met de bands van de sampler ‘Dutch Delight Vol. 2’. Het was aan het pop/rockkwartet Redbrick VCR om de avond af te trappen in een erg lege Kleine Zaal. De gepolijste pop/rock klinkt erg degelijk en gitarist Philip Springer kiest zijn sounds zorgvuldig uit. Dat de band tien jaar bestaat laat zich raden door de strakheid van het geheel, maar de leden van het Amstelveense gezelschap hadden weinig oog voor elkaar. Het had wellicht gescheeld als de band wat later geprogrammeerd zou zijn, want het enthousiasme van de groep en vooral zanger/gitarist Harold Pflug sloeg niet over op het publiek. Dat dat zich tegen het einde van de dertig minuten durende set gelukkig echter al wat uitgebreid. The Upside, voorheen SiC, viel vooral op door het nagenoeg ontbreken van enige eigen scheurpedaaltjes, wat je niet zou verwachten bij een genre als poppunk. Scheuren deed het wel, maar dan uit de al aanwezige backline. De jonge band neigde zelf meer naar punk dan naar pop, zonder daadwerkelijk te vlammen. Het ontbrak de Utrechts/Amstelveense formatie vooral aan strakheid, want aan enthousiasme en lol op het podium kan het niet gelegen hebben: drummer Roberto Gartz hield doodleuk de hele set een trui en een oranje Unox-muts op. We houden het bij The Upside maar op pretpunk. Dat het publiek was gekomen voor trekpleister Skip The Rush bleek overduidelijk. De Kleine Zaal zat nog lang niet vol, maar er was aanzienlijk meer volk aanwezig dan bij de eerste twee bands en niet geheel onterecht. De EP ‘Chaperone’ werd door vele popmagazines al geprezen en de band stond in 2003 in de finale van de Grote Prijs. Aan de nieuwe CD werkten onder andere mensen die eerder met Kane werkten mee, dus de band is van plan het groots aan te gaan pakken dit jaar. Muzikaal gezien is er heel weinig mis met de krachtige gitaarrock van Skip The Rush. Het stemgeluid van zanger Jaap Warmenhoven doet denken aan Placebo, terwijl het bandgeluid tussen dat van Voicst en Jimmy Barock zit. Skip The Rush bracht het hoe dan ook erg pakkend en recht voor z’n raap. Warmenhoven, gehuld in pak, was beweeglijk op het kleine podum en gitarist Frank van Roessel oogde als een machine. De set van de Amsterdamse rockers zakte geen moment in en de nummers bleven knagen, knarsen en beuken. Kleine technische mankementen tegen het einde van de show zorgen ervoor dat de gitaar tegen de vloer gaat en de mannen een snelle aftocht beleven, recht door de mensenmassa heen. Het applaus en gejuich was onvermijdelijk. Hoe ondankbaar het soms is voor een lege zaal te openen, zo ondankbaar is het ook voor een lege zaal te eindigen, want het overgrote deel van het publiek hield het na Skip The Rush voor gezien en kreeg geen glimp mee van de Mokumer ‘No Bullshit Rock’n’Roll’, zoals de mannen van Jewel In The Mire het zelf noemen. Namen als Guns ’n Roses, Aerosmith en The Darkness dekken de lading bij dit gezelschap en het kwartet staat er dan ook zo bij op het podium. Lange haren, peuk in de bek, rockposes, het hele rock’n’roll register werd opengetrokken. Iets wat twee nummers leuk is, maar daarna is het risico onvermijdelijk dat men in herhaling valt en dat gebeurde dan ook. De muzikanten waren bijzonder vaardig en zanger/gitarist Tim Jasper heeft een prima rauwe strot, maar het bleef teveel een kunstje. Een stel toegiften waaronder ‘Helter Skelter’ mocht niet meer baten: het publiek was reeds vertrokken en het bier reeds gevloeid.