Coparck is te veel rock, te weinig ‘arty’

Een vaste blazerssectie zou een welkome aanvulling zijn

Jurgen Tiekstra, ,

Coparck is een band met een fantastische discografie. Aangekomen op het podium neemt het rockidioom echter lichtjes de boel over. Het subtiele van de plaat blijkt moeilijk over te brengen met de mankracht waarover de band nu beschikt. Odilo Girod en consorten beschikken over meer kwaliteit dan ze in Vera laten horen.

Een vaste blazerssectie zou een welkome aanvulling zijn

Handenvol zeer gunstig gestemde albumrecensies maar Coparck staat in Vera toch nog voor een matig gevulde zaal. De band behoort, als er wordt afgegaan op zijn discografie, bij de beste van Nederland. Bovendien maakt Coparck met zijn korte verleden met een major deel uit van een erg select groepje Nederlandse bands dat even heeft mogen ruiken aan het grote geld en de grotemensenwereld van de muziek. In veel publieke aandacht resulteert dat niet. Hoewel zakelijk misschien niet meer, muzikaal spreekt Coparck nog altijd tot de verbeelding. De band heeft een in de lage landen unieke klank die voortkomt uit de Rhodes- en Wurlitzerwarmte die het geluid domineert, de gedoseerde toevoeging van prachtige saxafoonpartijen en smaakvolle arty elektronica. Het is de jazz en triphopkant van de band, die wordt aangevuld met de rock-drieëenheid die de bas, drums en gitaar vormen. Aangekomen op het podium blijkt het eigene van de albums Birds, Happiness And Still Not Worried (2001) en Few Chances Come Once In A Lifetime (2005) lastig te benaderen. Het viertal klinkt meer dan ooit als een wat al te gewone rockband. De gitaar van frontman Odilo Girod krijgt een grote hoeveelheid distortion mee, waar op de albums er meer ingehouden en bovendien clean en met reverb gespeeld wordt. Hiernaast komt er live minder elektronica aan te pas en moeten de blazerspartijen in gruizige samples tevoorschijn worden getoverd. Een vaste blazerssectie, zoals Coparck die wel eerder had, zou een welkome aanvulling zijn. De leden van Coparck zijn geen begenadigde muzikanten. Toetsenist Maurits de Lange moet veelgezeggend genoeg behoorlijk harken op zijn synthesizer om een zekere emotie over te brengen. Uitstraling is de band eveneens vreemd, ook al scheppen de verschillende leden zichtbaar plezier in het spelen. De kracht van de nummers, vooral die van het eerste album en de nieuwe single The World Of Tomorrow, maakt daarentegen veel goed. De verstilling die de muziek soms kan hebben, de verrassende melodielijnen, de mooie akkoorden, de meer dan eens knap in elkaar stekende liedjes; Coparck heeft veel te bieden, maar moet op het podium voor een andere bandopstelling en wellicht andere arrangementen kiezen om de duidelijke kwaliteiten van de albums te evenaren.