Ballyhoo #6: Commercieel?

Een klein beetje jezelf prostitueren kan ook lekker zijn

Johanz Westerman, ,

Onlangs gingen in Groningen twee minder commerciële platenwinkels terziele, wat aanleiding gaf tot enige discussie. Er bestaan veel soorten van commercie. Zoals commercie in muziek en commercie in het aan de man brengen hiervan. Juist underground heeft soms commerciële vaardigheden nodig om het publiek te bereiken, omdat je er niet dagelijks mee bestookt wordt. En sommige dingen die commercieel haalbaar zijn worden wel weer met liefde gedaan. Snapt u er nog wat van? Johanz niet.

Een klein beetje jezelf prostitueren kan ook lekker zijn

Laatst stond er een kort stukje in het Dagblad van het Noorden, waarin mij werd gevraagd wat ik er van vond dat platenzaak Foefurs verdween. Daar was ik niet zo blij mee, omdat hij altijd wist wat ik zocht en daarmee rekening hield bij zijn inkoopbeleid. Verder liet ik mij ergens ontvallen dat Jongens van Hemmes voor mij niet afdoende was als alternatief, omdat die, zoals ik eerder van één van de eigenaren begreep, bepaalde titels toch minder snel in huis haalden omdat daar geen publiek voor was. Verder doen zij in muziek waar ze verder zelf niets mee hebben, zoals hardcore. Je kunt gerust stellen dat ze commerciëler zijn dan Foefurs en ik kan mij herinneren dat ik hier nog een beetje omheen lulde in het gesprek met Dagblad van het Noorden. Toen ik het las wist ik reeds dat dit wel eens verkeerd begrepen zou kunnen worden. En ja, een andere eigenaar van Jongens van Hemmes bleek zich inderdaad af te vragen waarom dat nou weer moest. Inmiddels ga ik tussen het internetshoppen door af en toe langs bij Jongens van Hemmes, die nu mijn locale hoofddealer zijn. Daarnaast stroop ik de hele wereld af naar bijzondere platen via Gemm, Musicstack en Ebay en koop ik af en toe eens wat bij Flexx (België), Clone (UK), Boomkat (UK), Warp (UK), Juno (UK) of Piccadilly (UK). De postbode en kennen elkaar reeds van gezicht en laatst werd ik tijdens het fietsen zomaar ergens gestopt door een rode bus, waarin mijn persoonlijke Sinterklaas die nog een aangetekend pakketje voor mij had uit Griekenland. Die intieme gezellig sfeer bij Foefurs mis ik wel. Maar de eigenaar werd steeds minder vrolijk want zijn studentenpubliekje ging massaal het internet op en de platenmaatschappijen gooien CD’s soms na een paar week al in de mid-price, waardoor er geen handel meer was. Het vinylgebeuren was iets voor erbij. Toen Hemmes dicht ging en er even een gat viel heeft hij wel even gebeurd om ook meer techno te verkopen, maar helaas: “de goede platen willen ze niet kopen en wat zij leuk vinden wil ik niet verkopen,” Aldus een in zijn kooppubliek teleurgestelde middenstander. Frank van Foefurs was niet commercieel genoeg en heeft het niet gered. Het verwarrende is dat er verschillende soorten ‘commercieel’ zijn. Een underground label dat op de juiste manier zijn publiek kan bereiken door bijvoorbeeld een expliciet gelimiteerde reeks uit te brengen om zijn label te hypen, geeft daarmee ook blijk van commercieel inzicht. Anders zou je er gewoon weinig maken en daar verder niet over lullen, of bijpersen als mensen daar om vragen. Kortom, een bepaalde mate van commercieel handelen is voor de meeste mensen nodig om te overleven. Hoe verwarrend het begrip ‘commercieel’ kan zijn blijkt wel als je kijkt naar de zaak Simplon. Drankverkoop moet onpersoonlijk en vreselijk onhandig via een apparaat of een medewerkster bij de garderobe. Muntjes! Zelfs bij een in- en uitloopfestival als Eurosonic moet je dan minimaal drie kopen, ‘want zo werkt het apparaat ook!’. Maar verder ontbreekt er het commerciële inzicht om de activiteiten met de juiste middelen te promoten. Daar gaan tonnen subsidie heen, maar het besef dat de jeugd tegenwoordig overdreven geprikkeld wordt en dat je ook als jongerencentrum/cultuurpodium je aanbod aan de man moet brengen, dat besef blijkt niet aanwezig. Met name underground is veel meer afhankelijk van de eigen promotie, juist de non-commerciële muziek heeft dit nodig, omdat mensen er niet dag in dag uit al mee doodgegooid worden op TV of in de bladen. Daarom is zo’n Vera Krant nog steeds een godsgeschenk, want wie zou anders weten wat al die bandjes doen en willen. Soms had de Zapclub geweldige namen staan in Simplon en dan was er niemand die daar iets van wist door de gebrekkige publiciteit. Als het goed is heeft zo’n oord een directeur die dat soort dingen coördineert en bijstuurt. De man die er nu zit is meer het type ‘idealistische’ jongerenwerker van het oude soort, die bovendien met weinig mensen door één deur kan en waar niemand vertrouwen in lijkt te hebben. Behalve hijzelf, want hij blijf maar zitten. Vanwege zijn eigen portemonnee, denk je dan snel. Zou hij dan toch een beetje commercieel inzicht hebben? Als iemand in de niet-gesubsidieerde wereld wanprestaties levert, dan wordt hij toch gewoon ontslagen op grond van wanbeleid? Of neemt iemand zelf ontslag om een goede naam te blijven behouden! De mensen van Club Pepper zijn wel commercieel. Dat krijgen ze althans vaak om de oren geslingerd. Hun zaal staat elke avond die ze doen weer vrijwel vol met enthousiaste mensen. Het publiek bestaat niet uit de grootste muziekkenners, maar ze weten hen wel te bereiken met goede flyers en posters. Verder hebben ze geïnvesteerd in decor en was ik de afgelopen twee keer aangenaam verrast door wat ik zag. Dan weer een Chinese sfeer met drakendans en alles in het rood. Dee afgelopen keer hadden ze als thema ‘circus’. Het decor was prima, de DVD van Cirque de Soleil op repeat is mij een beetje te karig, maar kan door de beugel. Eén steltenloper was echt te armoedig voor zo’n zaal. Hij zag er ook een beetje eenzaam uit in zijn clownspak. ‘Het was maar een clown...’, hoor ik Ben Cramer zingen. Maar ze werken er aan en iedereen komt, dus iedereen wil er bij zijn. Of Club Pepper-favoriet Eric E nou draait of een minder bekende gozer recht toe recht aan clubhits staat te mixen. Als de muziek weer stil valt en er een roffel komt moet iedereen even gillen. Heel handig: het wordt aangegeven wanneer je vrolijk moet zijn en moet springen. Als doorgewinterde discodinosauriër kan ik dat maar amper verdragen en op zulke momenten verlang ik vurig naar mijn underground Italo classic uit 1982 die eerder die dag via de post uit Griekenland naar mij toe is gebracht. Maar laten we wel zijn: er is nu eenmaal publiek dat graag dergelijke gearticuleerde impulsen wil krijgen. Allemaal lieve mensen, net als die mensen die klappen bij een tv-show wanneer dit wordt aangegeven. Die hebben dan de tijd van hun leven. Het werd mij bij Club Pepper in de oren gefluisterd dat de DJ van de Palace, tevens mede-eigenaar van Jongens van Hemmes, in een krant had beweerd dat dit publiek geprofileerd kan worden als het type kassajuffrouw bij de Albert Heijn. Ik hoefde echter nergens mijn bonuskaart te laten zien en wellicht is het een aardig detail dat er ook veel studenten werken bij de Albert Heijn. Door commercieel te zijn kan Club Pepper doen wat zij leuk vinden. Club-DJ’s halen die het gezellig en groovend weten te houden, een klein beetje aandacht besteden aan inrichting en wat acts en fruit erbij. Bij de Jongens van Hemmes kunnen ze, naast de muziek die ze zelf niet leuk vinden, ook platen verkopen die hooguit met enkele exemplaren over de toonbank gaan. Niet iedereen is de luxe gegund dat alles maar op je af komt en dat je ALLEEN maar kunt doen wat je zelf het leukste vindt. Dat is het enige commerciële bij zo’n winkel als de Jongens van Hemmes, want die wordt natuurlijk ook gerund door mensen die helemaal gek zijn van muziek en daar hun hele leven aan wijden. Door zo’n winkel draaiende te houden kun je mensen wel kennis laten maken met die subculturen in de dance, die zoveel moois te bieden hebben en zodra ze dat te weinig doen, dan wordt het pas echte een commerciële zaak, want dan gaat commercie voor alles. Als de underground nou even vergeet dat ‘commercieel’ niet alleen maar een vies woord is en ook beschouwd kan worden als onderdeel van het contact met het publiek, kunnen zij juist beter weerstand bieden tegen de dertien in een dozijn commerciële herrie waar je overal mee wordt doodgegooid.. Nadenken over hoe de muziek bij de mensen terecht kan komen. Het goede publiek op de juiste plek komt. Toen ik één van die eigenaren van Jongens van Hemmes vertelde dat ik mijn gesprek met hem over mijn uitspraak in de krant (dat Jongens van Hemmes commerciëler is als Foefurs) wilde gebruiken als aanleiding voor deze column, reageerde hij een beetje zorgelijk, want ‘ik ben eigenlijk niet tegen commercieel’. Uit zo’n uitspraak blijkt weinig commerciële bezorgdheid, want zijn zaak wordt toch weer vijf keer genoemd in deze column. Er is dus gewoon teveel verwarring over het woordje commercieel en de verschillende kanten hiervan. Laatst stond ik in het inmiddels toch ook vrij commerciële Shadrak te kijken naar een paar meisjes die stonden te paaldansen. Zo jong dat alleen het er naar kijken net niet erg genoeg is om je in de gevangenis te doen belanden. Hun vrij identieke uiterlijk en de overgave waarmee zij deze seksueel uitnodigende dans beoefenden, maakten mij nieuwsgierig. ‘Krijgen jullie hiervoor betaald, of ...’ ‘Nee, hoor, dit doen we gewoon omdat we dat zelf leuk vinden’. De normaal vanuit commerciële motieven beoefende beroepsvorm kan met veel plezier worden beoefend. Een klein beetje jezelf prostitueren kan ook lekker zijn.