Eurosonic dag 2: weinig verrassingen

The Beatsteaks en El Tattoo del Tigre bouwen feestjes

Bert Platzer, ,

Na de hoogtepunten van de donderdag wordt de queeste naar nieuwe imponerende en overdonderende muzikale ervaringen op de vrijdag voortgezet. Belangrijkste ingrediënten: toeters, zoeken en langere rijen.

The Beatsteaks en El Tattoo del Tigre bouwen feestjes

De Eurosonic-vrijdag telt net als voorgaande jaren een hoop meer bands. Levert dat meer hoogtepunten op, of moet daar nu juist met een lampje naar zoeken? In ieder geval leidt het tot meer en langere rijen. Aan het eind van de avond is De Spieghel totaal ontoegankelijk. Ondanks een uitsmijter bij de deur ontbreekt de regie volledig. Wie er in slaagt over de drempel te geraken, moet een stroomstok gebruiken om bij de zaal te komen waar de bands spelen. Hetzelfde geldt voor de videoclippresentatie van Benjamin B. Café Koster blijkt veel te klein en er past niemand meer bij. Ook deze recensent niet. Toegegeven, aan het begin van de avond is het meteen raak met El Tattoo del Tigre. Een Belgische mambo-bigband, waarin de ene keer de geest van bigbands uit de jaren veertig rondwaart, dat dan weer een seventies-deun à la ‘The Loveboat’ speelt en ook voor latinjazz niet terugschrikt. Een showorkest ook, al klinkt dat minder positief dan het bedoeld is. Maar met de twee presentatoren met Spaans accent en witte pakken mag je daar toch wel van spreken. Ook de vijf zangers en zangeressen hebben naast hun vocalen ook hun danspasjes goed voor elkaar. En wat een prachtige locatie is de Stadsschouwburg trouwens. De rollen zijn voor de verandering omgedraaid: het publiek staat op het podium en de bands staan op een podium dat in de zaal boven de stoelen is gebouwd, met daarachter de halfronde zaal. Het is te hopen dat kunstenares Irene Verbeek ook met deze situatie kan leven. Maar ondanks een vliegende start stuiten we deze avond we op veel middelmaat. De grungy rock van het stad-Groningse Subgenx, de cleane poprock van het Portugese Bunnyranch en de noiserock van het Russische Hot Zex worden stuk voor stuk goed gespeeld, maar kunnen maar matig boeien. De elektronische rock-‘n-roll van het Zweedse Quit Your Dayjob is leuker. Een trio dat basale garagerock speelt, met een doeltreffende en elementaire drummer, waarbij de basgitaar is ingeruild voor een synthesizertje. Getuige de lange rij voor Huize Maas moet Voicst nóg leuker zijn en zijn ze nog steeds een van Neerlands Heetste. Gelukkig spelen ze in de voorkamer, zodat we kunnen vaststellen dat we ons jammer genoeg aan de verkeerde kant van het raam bevinden. Op Noorderslag volgt de herkansing. Mark Foggo’s Skasters spelen ska zoals het hoort – met een blazerssectie. De authentieke ska verandert de kantine van Minerva op slag in een dampende en dansende massa. Weinig verrassend of vernieuwend, maar de band staat als een huis. Het uiterst expressieve hoofd van Mark Foggo doet de rest. Vooral de ska-versie van Blue Hotel van Chris Isaak slaat in als een bom. The Beatsteaks maken ook goede sier met een cover. Afscheid nemen van het publiek om vervolgens terug te komen voor een toegift heeft op een festival altijd iets sufs. Maar als Die Zugabe dan doodleuk een flink rockende versie van Beastie Boys’ ‘Sabotage’ is, vergeef je ze dat direct. En dat heeft niet in de laatste plaats te maken met het feest dat aan de toegift voorafgaat. De Duitse Epitaph-punkers van The Beatsteaks hebben in eigen land al menige festivalweide en concertzaal op de kop gezet en het is dus ook geen verrassing dat ze ook de grote zaal van Minerva moeiteloos in hun zak steken. De heren vergeten hun verleden als hardcoreband niet en gooien er zoals altijd nog een handvol nummers uit de oude doos tegenaan. Voor het podium ontstaat een flinke pogopit, niet ondanks het feit dat het publiek voor een aanzienlijk deel uit Duitsers bestaat. Enig minpunt in Minerva is het zaalgeluid. De grote zaal van Minerva ziet eruit als een badkamer en klinkt ook zo. Dat bleek eerder op de avond al bij One Dimensional Man, vervanger van het uitgevallen Linea 77. Het povere geluid komt de toch al fragmentarische noisy hardcore van deze Italianen bepaald niet ten goede. De naakte drummer trouwens ook niet.