Op het laatste moment waren er een paar veranderingen in het programma opgetreden. Macaco, de Spaanse latin hiphopband van Daniel Carbonell, speelde bijvoorbeeld drie kwartier later dan gepland. Dan maar eerst naar de Muziekschool voor het Hongaarse Zagar. Dansbare liftmuziek met een zeker Yonderboigehalte, een frontman met foute bril en seventiesblouse, een jazzy gitarist en een zeer vaardige scratcher: wat wil je nog meer? Nou ja, Macaco dus. Omdat ze twee jaar geleden een plaat maakten die ik de hele zomer in mijn auto heb gedraaid. Live vielen ze een beetje tegen, dat moet gezegd. Te lang uitgesponnen songs en te weinig tempo (nieuwe songs?). Maar desalniettemin: strakke band en lekkere tunes. Het rookverbod, dat dit jaar in de meeste zalen écht is doorgevoerd, gaf in de Stadsschouwburg trouwens aanleiding tot een merkwaardig tafereel. Iemand stak een sjekkie op, en er kwam meteen een dame met een asbak toegesneld.
Omdat de rij voor Vera intussen schrikbarende proporties had aangenomen – een Russische band: komt dat zien! - besloten we maar eens in het Newscafé te gaan kijken. En dan kom je na de psychedelische waverock van het Deense The Bleeder Group in Mutua Fides ineens terecht bij de gelikte, oubollige funk en soul van het Duitse Grand Slam. Van een band die de oren laat bloeden met heftige gitaarbouwsels en duivelse elektronica naar een feestband met drie heren op leeftijd aan de microfoon. Dat is dus het leuke van Eurosonic. Van de sfeervolle artrock met Coldplayzang van Overhead uit Frankrijk pikten mijn reisgezelschap en ik nog een staartje mee. Toen maar aangesloten in de rij bij Huize Maas. Want als al die mensen er al stonden voor dj Laurent Garnier, die pas over twee uur ging draaien, kon het wel eens de laatste mogelijkheid zijn om binnen te komen.
Garnier, de topact die het Franse accent op deze Eurosoniceditie nog eens extra aandikte, draaide lekker. Een beetje vlak en behoudend misschien, maar dat kon de zevenhonderd festivalgangers op dit late uur geen reet meer schelen. Party! Dat Garniers pompende technoset na een uur abrupt werd afgebroken, vonden ze wel erg. Heel erg, zelfs. En terecht. Eurosonicorganisatie, schaam je!
Het hoogtepunt van deze avond was echter niet de Franse technoveteraan. Het waren zijn landgenoten van Le Peuple de l’Herbe, die een retestrakke, moddervette breakbeat-, jungle-, hiphop- en raggashow neerzetten. Met N’Zengs trompet als geknipte aanvulling en een rapper (JC001) die volledig de show steelt. Jezus, wat flowt die man met zijn gemene oogjes. Zelden iemand zo ritmisch, vloeiend en snerend horen rappen. En human beatboxen kan hij ook nog. Zijn solo, waarbij hij allerlei beats en effecten imiteerde, werd beloond met een bulderend applaus. Zelf waren de Fransozen overigens niet tevreden over het optreden (‘eerste optreden in vier maanden, veel fouten’), maar dat terzijde. Wij vonden het prachtig. En dat ze over een maand alweer in Vera staan, ach…
Eurosonic dag 2: Le Peuple de l'Herbe spelen Laurent Garnier er uit.
En zo was de slotdag toch nog verrassend.
Vrijdag was de Eurosonic Verrassingsfactor, net als donderdag, vrij hoog. Niet alleen vanwege de programmering (zelden stonden er zoveel totaal onbekende bandjes!), maar vooral door de lange rijen voor Vera, Huize Maas en de Stadsschouwburg. Dingen die je per se wilde zien, bleken daardoor onbereikbaar. Dan zoek je je toevlucht tot de minder relevant lijkende bandjes. En dan begint Eurosonic, het festival waarbij je gaat voor de strakke planning óf de verrassing, pas echt te leven.