Eurosonic dag 1: Triggerfinger is absoluut hoogtepunt

Vlaams trio heeft ongelooflijke impact

Rob Broere, ,

Was de Eurosonic-donderdag aanvankelijk voor die ene hype en een heleboel ‘restbandjes’ die niet in de drukbezochte vrijdagavond pasten, dit jaar had de opwarmavond een heuse eigen smoel. Met dank aan moeilijk plaatsbare bands als Maskesmachine en Bikini Machine, vooral. Maar ook door een aantal gedegen rock-, electro-, pop- en hiphopacts die van het rennen door de Groningse binnenstad een aangename belevenis maakten.

Vlaams trio heeft ongelooflijke impact

Mediengruppe Telekommander, bijvoorbeeld, kreeg Mutua Fides massaal aan het meebrullen met zijn lijflied, een typisch Duitse marsdiscokraker. ‘Ich Kommander, du Kommander, er Kommander, sie Kommander, Télekommander!’. Maar ook hun met live bas en gitaar omlijste Prodigy rip-offs en kale, bassheavy rapnummers gingen er lekker in op de vroege avond. Heel wat beter dan de sleetse geitenwollensokken-indiepop van The Concretes. Die stonden met z’n negenen op het podium, maar dat hoorde je er absoluut niet aan af. Satellite City, de nieuwe band van Metal Molly’s Allan Muller, speelde in De Spieghel gladde, maar sprankelende en oprechte seventiesgeoriënteerde pop, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de piano van Olaf Jansens. De cover van Randy Newman’s ‘Short People’ gaf ongeveer aan waar ze de mosterd halen. Eén van de revelaties van de avond was het Finse Giant Robot. Voor een band uit het Hoge Noorden, was hun soul, hiphop en sferische rock opvallend warm. Een batterij dubs en effecten zorgde voor een rijke, gelaagde sound die het Grand Theatre bijna deed loskomen van de grond. Maar het absolute hoogtepunt was toch wel Triggerfinger, een van de weinige rechttoe rechtaan rockbands die België rijk is. Holy shit, wat gaf het netjes in zwart pak gestoken trio ons er van langs! Denk aan een kruising van Led Zeppelin, Soundgarden en Queens Of The Stone Age, en je zit aardig in de richting. En dat alles onwaarschijnlijk strak gespeeld en met een verpletterende impact. In Vera zie je mensen niet vaak met de handen in de lucht meeklappen. Maar dit was een van die zeldzame gelegenheden. Zelfs de mond van de Caraïbisch getinte hiphopper met de rode zakdoek om zijn hoofd, die cool tegen de muur stond te leunen, viel open tijdens de solo van drumbeest Mario Goossens. Mijn mond viel open bij het optreden van het eveneens Vlaamse Maskesmachine. En bleef ook open, zo ongeveer. Want de bizarre cross-over van folk, kleuterpop en avant-garde van deze mafkezen gaat je niet in de koude kleren zitten. Kleurige jurkjes, vrolijke danspasjes, dadaïstische teksten over ‘douchkes pakken’, ukelele, castagnetten, een funky contrabas en een viool als slaggitaar, veel gekker en oorspronkelijker vind je het niet gauw. Of het ook mooi was? Nou, dat viel eigenlijk wel mee. Maar met zo’n podiumpresentatie geeft dat niet. Op de terugweg naar huis nog even in Simplon het Franse Bikini Machine meegepakt. Dat bleek een goede keus. Want ook dit is een origineel orkestje. Jaren zestig-soundtracks, funky breakbeats, rock-’n-roll en surf, soul en electro. Gooi het in een hoge hoed, even schudden en je hebt zweterige, filmische dansmuziek met een rockhook. Raar mannetje, trouwens, die zangertoetsenist met zijn zijden overhemd, glimmende schoenen en ringbaardje…