Eurosonic dag 1: The Subways razen met oor voor melodie

Vera van de sokken geblazen

Bert Platzer, ,

Ze hebben een gemiddelde leeftijd van negentien, stonden al op Glastonbury en in het voorprogramma van The Datsuns en The Von Bondies. In november stonden ze op London Calling in Amsterdam. Met hun tweede optreden op Nederlandse bodem konden we ook in Groningen lekker uitwaaien bij deze rockorkaan.

Vera van de sokken geblazen

Het verhaal van The Subways leest als een sprookje. Boy meets girl en maakt haar het hof. De zwemclub waar dat plaatsvindt, wordt niet veel later ingeruild voor een oefenhok. Boy wil namelijk meedoen aan een talentenjacht met Nirvana’s ‘Rape Me’, maar heeft daarvoor een band nodig. Hij leert zijn broertje drummen en zijn vriendinnetje bassen. Als dramatisch hoogtepunt in dit sprookje wordt de halve finale verloren van een reggaeband die niet veel later uit elkaar gaat. Maar The Subways laten zich niet uit het veld slaan. Sterker nog, ze halen hun gram. Dat doen ze door de Glastonbury New Band Competition te winnen en dus op dat befaamde festival te spelen – en indruk te maken. Dat doen ze door in het voorprogramma van onder andere The Datsuns en The Von Bondies te spelen. En dat doen ze door het Kanaal over te steken om in Amsterdam London Calling aan te doen. Door al die sneltreinvaartontwikkelingen heeft de band nog geen volwaardige langspeler kunnen opnemen en moeten we het tot nog toe doen met de single ‘1AM’. Geen zorg, want daar is Eurosonic en daar staan The Subways in Vera voor hun tweede optreden in Nederland. The Subways spelen het soort gitaarrock dat uitstekend bij hun bliksemcarrière past. Ze brengen domweg volvette rocknummers met kop, staart en pakkende melodieën. Dat betekent niet dat van begin tot eind drie akkoorden hard worden gespeeld – er is wel degelijk sprake van een subtiele benadering. Coupletjes worden veelal net even verschillend ingevuld, terwijl de mooie tweede stem van het kortgerokte basbommetje Charlotte Cooper de rauwe energie en dynamiek van een fluwelen randje voorziet. In een interview verklaarde ze op het podium alleen van die korte rokjes te dragen omdat het er zo warm is, maar dat daar een zeker optisch effect van uit gaat, kan toch niet worden ontkend. Gitarist en bassiste zwieren wild om elkaar heen, lijken elkaar bijkans te lijf te willen gaan, terwijl de drummer bij voorbaat al zijn shirt uittrekt. Billy gooit en smijt met zijn gitaar, valt op de knieën voor ‘zijn’ Charlotte, die op haar beurt hard headbangend laat weten het ook zo naar de zin te hebben. In plaats van solo’s tovert gitarist Billy Lunn – telkens een tikje onverwacht – lekker vette fuzz-riffs tevoorschijn. Het ontbreken van gitaarsolo’s valt überhaupt pas op als Billy aan het eind van de set een freaksolo uit zijn gitaar peutert. Wie The Subways voor het eerst het podium ziet opkomen, moet wellicht denken aan JJ72, ook zo’n jonge belofte van een paar jaar terug. Piepjong en in dezelfde bezetting. Aardige plaat gemaakt en nooit meer wat van gehoord. Of dat met The Subways ook zo zal gaan? In ieder geval leggen ze tijdens het spelen een branie aan de dag alsof ze na Vera ook de rest van Europa en de ons bekende wereld gaan veroveren. Stormenderhand, maar dat spreekt voor zich natuurlijk. In de maalstroom van allerlei hippe rock-‘n-roll- en hardrockbands zijn The Subways een verademing. Maar dan wel een verademing die zich laat aflezen op de schaal van Richter.