Ballin' The Jack interpreteert de Marx Brothers

Downtown ensemble steekt 30's muziek in nieuw jasje

Jeroen de Boer, ,

Klarinettist Matt Dariau brengt met zijn ensemble Ballin' The Jack een ode aan de filmmuziek van de dertiger jaren. Bijgestaan door zes zwaargewichten uit de New Yorkse downtown-impro scene interpreteert hij de muziek die in haar soort één van de eerste vormen van commerciële pop was.

Downtown ensemble steekt 30's muziek in nieuw jasje

Klarinettist Matt Dariau brengt met zijn ensemble Ballin' The Jack een ode aan de filmmuziek van de dertiger jaren. Bijgestaan door zes zwaargewichten uit de New Yorkse downtown-impro scene interpreteert hij de muziek die in haar soort één van de eerste vormen van commerciële pop was. Het is het soort muziek dat bij iedereen wel een belletje doet rinkelen, want het ligt ergens diep, diep opgeslagen in het collectieve geheugen. Als je probeert na te gaan waar ook alweer kom je terecht bij oude zwart wit-films, Laurel & Hardy, dat soort dingen. Dat het in de jaren twintig en dertig de ultieme vorm van commercieel entertainment was neem je maar voor waarheid aan. Tin Pan Alley, de naam van de toenmalige muziekindustrie, was in haar hoogtijdagen verantwoordelijk voor meer dan 90% procent van alle commerciële liedjes en bracht miljoenen exemplaren van bladmuziek en 78-toeren platen uit. Het repertoire van Ballin' The Jack heeft de muziek van films van The Marx Brothers als uitgangspunt, aangevuld met materiaal van Duke Ellington. Nu echter gelukkig niet de zoveelste band die live meespeelt met de film. Producties als A Day At The Races, The Big Store en The Marx Brothers Go West waren namelijk films met geluid. De muziek wordt ook niet als het origineel gebracht, maar op improvisatorische wijze vertolkt zonder de charme van het origineel geweld aan te doen. De enige keer dat er filmbeelden werden vertoond was bij een fragment uit A Night At The Opera (1935). Pianist Anthony Coleman en bassist Joe Fitzgerald improviseerden op de beelden waarop te zien was hoe Chico Marx, natuurlijk achternagezeten door talloze belagers, tijd probeert te winnen door piano te spelen. Iets dat de piano natuurlijk niet overleeft en uiteindelijk als harp aan een tweede leven begint. De vaak wat koddige thema's pasten precies bij de uitstraling van zanger Roy Nathanson, ooit kortstondig lid van the Lounge Lizards, maar vooral bekend van The Jazz Passengers. Zijn wat onbeholpen maar juist daardoor innemende podiumact gaf hem het krediet weg te kunnen komen met af en toe flink valse zanglijnen. De kracht van Tin Pan Alley muziek, een mix van zwarte stijlen (blues en jazz), verschillende vormen van dansmuziek (Charleston, fox-trot) en natuurlijk de musical, staat of valt echter bij de aanwezigheid van een flinke dosis showmanship. Ballin' The Jack ontbeert dat jammer genoeg nog, wat te wijten lijkt aan de korte voorbereidingsperiode van haar huidige Europese tour. Vaak werd er wat onwennig heen en weer geschoven en moest er een rijk arsenaal aan handgebaren de revue passeren alvorens iedereen bij de les te houden. Op zich vermakelijk om naar te kijken want het lijkt improviseren pur sang, maar de uitspraak waarmee Dariau Nathanson introduceerde, 'Let's start this Marx madness', deed het jammer genoeg onvoldoende recht.