Vermeulen/Sluijter+ Plan Kruutntoone+ Atonk

Puddingfabriek, 22 mei: Een bruiloftsfeest met een Spaanse huishoudster en de achterneef van Frank Zappa

Aimée Terburg, ,

Wat als een voorafje bedoeld is kan toch meer effect hebben dan je verwacht. Je komt namelijk een kale superhoge zaal binnen met twee volle podia waar je eerder alleen elektronische muziek door de boxen hebt horen komen. Je ziet een cellist en een bassist met hun instrumenten naast een vierkante tafel zitten met lege flessen en gedrapeerde toevalligheden erop. Ze beginnen te spelen en iedereen is doodstil. Kut, denk je, god, hoe lang gaat dit duren dat ik niet mag praten...

Puddingfabriek, 22 mei: Een bruiloftsfeest met een Spaanse huishoudster en de achterneef van Frank Zappa

Onrustig schuifel je heen en weer, stiekem hopend op geroezemoes van achterin de zaal. Ontspannen is wel het laatste wat lukt. De muzikanten, Floris Vermeulen op fretloze elektrische bas en Fons Sluijter op cello, houden zich alleen bezig met het instrumentale stuk, niet met het publiek. Slechts de interactie tussen hun instrumenten speelt zich voor je af. Er wordt misschien veel geïmproviseerd, maar door de freakende cellist die verknipte klassieke stukken eruit lijkt te strijken dat de knarsende vonken er vanaf springen en Floris Vermeulen die rustig ronde zingende lage partijen eroverheen en tussendoor speelt valt het terugkerende thema van Vermeulen op. Wat in het begin hopeloos gefreak leek begint vorm te krijgen in een beeld. Een beeld van een Spaanse huishoudster met een doek om haar haren geknoopt die het huis zonder de aanwezige bewoners aanveegt terwijl ze aria-fragmentjes neuriet. In de kamer van de zoon des huizes zet ze de installatie aan en hoort ze een elektronisch klikpiep muziekje even aan, zet deze weer af en veegt door. Van kamer tot kamer en de hal, ze veegt door. Opeens is het concert afgelopen en besef je dat er ‘analoog’ gescratched en gemixed is, het elektronische klikpiep geluid weet Vermeulen ook op een vloeiende manier uit zijn fretloze bas te toveren en er tussendoor te smeren. Door het onafgebroken doorfreaken van de cellist krijgt hij de ruimte rustig met een thema terug te komen, kalm doorsneden met zijn diverse fragmenten en plots merk je dat je toch nog ontspannen zo’n 20 minuten geluisterd hebt. Na een vlotte pauze met cdmuziek van de Hongaarse Ernö Király begint Plan Kruutntoone. Het concert is de aanloop van een project rond een schrijver en beeldend kunstenaar uit Antwerpen (1922 – New York, 1978) die het boek “Een volk op doortocht, zigeuners tijdens de tweede wereldoorlog” schreef waar Plan Kruutntoone zich, deels gecomponeerd en deels geimproviseerd, door liet inspireren. Maar dat vergeet je accuut zodra ze beginnen. Er staan zoveel mensen op het podium en je hebt het boek ook niet gelezen dus laat maar komen. Naast de harde kern van de zigeunerfamilie staan de gastfamilieleden Ivica Kosavic, Federico Bonelli, Volken de Vlas en Isabelle Bats in te grote colberts en een jurk. De kamelengangritmes nemen je mee en je probeert je niks aan te trekken van de slechte akoestiek in de zaal. Verschillende melodielijnen van diverse blaas- en snaarinstrumenten dartelen door elkaar in hun eigen ritmes. Voordat je beseft wat je hoort, pakt de in zwart en rood gehulde Bonelli een rood met zwart noteboekje en spreekt een tekst in het Engels. Hij zoekt duidelijk interactie met het publiek. Bats improviseert met klanken van haar stem en stukken tekst in het Frans. Of in het Engels? Of in het Nederlands met Frans accent? Voordat je weet wat het is, zijn ze in een ander stuk waar de klanken van de instrumenten weer een soepel geheel vormen in oostblokhoekigheid. Aan het tafeltje waar Vermeulen en Sluijter eerst naast speelden, zit het publiek nu te luisteren. Of zijn het de hoofdgasten van het feest? Je krijgt het gevoel een gast te zijn die inbreekt op een bruiloftsfeest in een Oostblokland dat nog op volle gang moet komen. Was die tafel maar groter dan kon je ongemerkt aanschuiven. De band van de bruiloft gaat er nu met de scherpe gitaarpartijen van Hans Visser met volle vaart overheen. Bas Alblas geeft op zijn fretloze bas samenklanken in kwartnoten. Deze krijg je er een standaardbas nooit uitgeknepen. Rick Potma vliegt in kadans op zijn ‘kameel’ met zijn stokken stevig over alle vellen en bekkens. Het lijkt of elk hoofd van iedere muzikant in een ander ritme beweegt maar toch vormt het één geheel zonder té gefreakt te zijn. Het zijn geen losse nummers waarna je geacht wordt te klappen, de trein in zijn ritme dendert door! Opeens herken je een stuk, was het Tractor?, van hun laatste cd ‘Gelijktijdig Wiel’ met vol overgave gebrachte Nederlandse teksten van Visser. Een ander stuk - ‘als je het geluk niet in de liefde vindt dan vindt je het misschien in de vuilnisbakken’ - doet je even twijfelen waarvan je het kent. Het maar al snel ga je weer mee met de muziek bij deze net wringend en schurend repeterende zin. Kosavic gooit zich in de harde partijen met een ja-knikker beweging zodat zijn versterker er nauwelijks van blijft staan. Zodra de stemmen verstommen en de muziek je weer op een ander niveau brengt vergeet je de tijd. Opeens zie dat de drummer Rick Potma van zijn kruk is opgestaan en rondzwaait met een plastic slang die zwiepschaduwen gooit over de anderen. De bassist speelt ook toetsen, de bugelspeler Volken de Vlas gebruikt die ook. En zo kan ik doorgaan: een schuiftrombone, een tuba, een elektrische contrabas, samples, taperecorder, klarinet... Je kunt soms niet ontwarren wat je hoort of onthouden wat je gezien hebt. Zoveel gebeurt er. Maar dat is geen probleem, want flarden blijven hangen. Als het afgelopen is wil je het direct nog een keer zien, nog wel een paar keren omdat het zoveel lagen tegelijk waren. Maar dan wel met de zangeres Isabelle Bats vooraan naast Bonelli en niet op een rechtsachterpositie. In feite was het een literair-bruiloftconcert in een theateromgeving die wat mij betreft nog meer in decor had mogen worden gezet. Moeilijk voor het publiek is het wel dat de teksten en zang op een ander manier binnenkomen dan de muziek. Vooral door alle verschillende talen die gebruikt worden moet je erg opletten. De instrumentale stukken hadden, naast het gebruik van gesproken teksten en zang, langer gemogen. Dan kunnen je hersenen misschien meer tot rust komen en de woorden een plek vinden voordat de trein weer verder raast. Mijn conclusie is dat deze zigeunerfamilie tot mooie hoogtes kan uitgroeien en daar al hard mee bezig is. Een goede aanrader om in een andere zaal te beluisteren met betere akoestische omstandigheden. Het derde optreden heeft geluidstechnisch ook erg last van de hoge Puddingfabriekzaal. Atonk begint gedreven en blijft enthousiast hun nummers brengen. De springerige vrolijke liederen hebben erg last van twee gitaren die te hard staan terwijl ze eigenlijk licht staccato, stuwend en begeleidend zijn. De zang komt hier maar moeizaam overheen. Als je door die problemen heenprikt vallen de verschuivende maatsoorten op die soepel gebracht worden door drummer Jeroen de Boer en percussionist Erik Dorsman. De polka met een groove, gebracht door de achterneef van Frank Zappa, met disco invloeden. Oostblok-wodkakoortjes afgewisseld met Beatles samenzang. Per nummer verveelt dat niet. Na een paar nummers, als het geluid iets beter in balans is, valt het op dat de zang te vlak is om over de gitaarpartijen heen te komen en wordt het saai. Je kunt niet met zekerheid horen of het in het Engels of een andere taal wordt gebracht. Of zit je daar nog mee door Plan Kruutntoone? Atonk heeft met zijn lichte hoekigheid die in een groove gekneed is het misschien niet makkelijk om nog door te dringen tot het publiek na het vorige concert. Ze geven een show met vrolijke overgave en zijn goed op elkaar ingespeeld. Daar ligt het niet aan. Maar als je nummers maakt waar de zang een duidelijk eigen lijn moet hebben of nodig heeft, mislukt dit door de vlakheid van de stem van Bart Westerveen. Opeens herinner je je weer dat je Atonk in 2003 bij de afsluiting van de Poëziemarathon Groningen in Club 29 hebt zien spelen. Destijds hadden ze nog een zangeres die het naar schoolbandjesniveau omlaag haalde en dat was echt rampzalig. Met dit in je achterhoofd kun je deze zang weer relativeren, maar de band Mr. Bungle knalt ook herhaaldelijk hard in je hoofd naar voren. Mr. Bungle was meer freaky, uptempo en experimenteler met een knalgoede zanger die alles aankon. Hè, dáár vergelijk je de muziek aldoor mee! Mijn smaak ligt meer bij de Mr. Bungle dus die daargelaten is het jammer dat een band goed gesmeerd en met zichtbaar plezier samenspeelt, maar het je niet kan pakken door de frontzang. Misschien als die als tweede stem erdoorheen gebracht wordt? Na de drie optredens is er in ieder geval tussen de muzikanten een vriendschappelijk balletje getrapt in de zaal. Als je naar huis fietst vraag je je toch even af of de akoestiek daar altijd zo zal blijven. Dan wordt het nog moeilijk een goede concertpodiumnaam aan de Puddingfabriekzaal te hangen. Volgend concert weer checken dan.