Ballyhoo #2: Terug naar Stadskanaal

Het juiste publiek op de juiste plaats

Bij Ben Liebrand komen alleen studenten en Club Privé-volk, de relevante danceact Backlash krijgt Club Fuck geenszins vol en van een dj-competitie in Stadskanaal is in de Stad niemand op de hoogte. Volgens 3voor12Groningen's columnist Johanz Westerman rammelt het PR-beleid van organiserend Noord-Nederland aan alle kanten.

Het juiste publiek op de juiste plaats

TERUG NAAR STADSKANAAL Groningen heeft een beduidend geringer cultureel aanbod dan de Randstad. Dat is iets waar ik niet van wakker lig, want ik moet er als culturele allesvreter al jaren mee leven dat er bar weinig privé-tijd overblijft na het bijwonen van de nodige muziek-, film- en dansvoorstellingen. De mensen die denken dat hier niets gebeurt mogen mijn motto ‘tot mijn strot in het genot’ om de oren geslingerd krijgen. Het zou slopend voor mijn eigen creatieve output zijn, wanneer ik nog meer moois zou moeten bijwonen. Godzijdank is het aanbod relatief beperkt in ons vredige studentenstadje. Dat er toch mensen zijn die zich vervelen, ligt dus geheel aan hen zelf. Zou je denken. Of niet? Als er een avond in Martiniplaza is met Gibson Brothers en Ben Liebrand, blijkt daar voornamelijk volk voor Gibson Brothers aanwezig te zijn. Ik sta verbouwereerd om me heen te kijken, want met alle uren nachtwerk die ik afgeklokt heb, is daar warempel slechts één bekend gezicht aanwezig tussen de achthonderd bezoekers (toch zeker 500 te weinig, volgens de organisatoren). Dat bekende gezicht was de cassière van een bioscoop waar ik in het verleden regelmatig mee in de clinch lag. Daarnaast vooral veel ‘danceclassics-studenten’ die niets liever doen dan meezingen met I Will Survive, omdat ze denken dat ze dat nog wel een keertje overleven. En verder natuurlijk het soort publiek dat ik meer verwacht had. Het zogenaamde Club Privé publiek: de veertig reeds gepasseerd, vette reten en geplamuurde gezichten, waarmee ze je soms ongewenst intiem aankijken. Met hun geile oogjes. Het zijn van die momenten dat ik ernstig te doen heb met gigolo’s en andere hulpstukken. Hoe komt het nou dat niemand van de scene komt kijken naar Ben Liebrand, de Nederlandse grand finale medley-mix-kampioen, die al aan mash up deed toen de keukenmixer nog moest worden uitgevonden. Bij wijze van spreken. Waarom is er nou niemand op het idee gekomen om dat ook zo naar buiten te brengen, en daarmee die resterende 500 bezoekers te trekken? Nou moet ik wel zelf een avond gaan organiseren waarin ik onze vaderlandsche mixmaster even diep in de eighties discotrash laat duiken. En bij Club Fuck in Simplon hadden ze vorige week een bijna lege zaal, begreep ik van een bevriend popjournalist, die het overigens ontgaan was dat het Backlash heette wat daar op het podium stond. En toen ons aller Koningin hier onlangs uiterst sober de verjaardag van haar overleden moeder vierde (die zal gedacht hebben: heb geen zin in Koninginnedag dit jaar, ik taai wel af naar een uithoek als Groningen), werd op aandringen van de Oranjevereniging flink geoefend op het Gronings Volkslied. Nou is Groningen dus een studentenstad en hoor je dat dialect eigelijk vrijwel nooit ergens, laat staan dat mensen het Gronings Volkslied kennen of willen meezingen. Tot vier keer toe werd het overvolle marktplein aangemoedigd, en alleen de presentator (die nog probeerde de Oranjevereniging ervan te overtuigen dat ze beter iets anders konden gaan doen) en een ingehuurd koor zongen mee. Maar dat die middag ook een forse jazzdiva een briljante vertolking van Summertime verzorgde, onder begeleiding van het NNO, daar wordt dan weer niemand van op de hoogte gebracht. Terwijl Backlash veel te weinig bezoekers trok in Simplon, omdat niemand op het idee was gekomen deze relevante band een beetje te hypen, was ik op weg naar Stadskanaal. Voor een DJ-competitie waarbij ik de jury moest voorzitten. ‘Beste DJ van het Noorden’, had Janna Zuiderveld van het Dagblad van het Noorden verzonnen. Dat werkte, de demo’s stroomden binnen. Het slimme was dat ze daarmee de competitie ook qua naam meteen koppelde aan het Dagblad, dat zich heeft ingespannen om hem mogelijk te maken. Dat de meeste Groninger DJ’s die ik ken, helemaal niets wisten van de competitie, moet dan ook vooral de organisatie worden verweten, die veel te laat begon met de promotie. Op weg naar Stadskanaal had ik het hier nog over met een Deense vriendin, die mij godzijdank vergezelde. Hee, op weg naar Stadskanaal. Dat klinkt toch bekend in de oren. Was dat niet? Ja, dat was pas hypen, wat die jongens van 3voor12 ooit deden. Iedereen wist meteen dat ze er waren. In tegenstelling tot de site waar ik nu deze column voor schrijf. Die is niet eens gelinkt aan de landelijke site (of ik kan de link niet vinden, maar dan nog...) en heeft geen wekelijkse nieuwsbrief waardoor je er bij betrokken blijft worden. Moet je eerst nog een beetje googelen om hem te vinden! Kortom, waarschijnlijk schrijf ik deze column ook voor lul. Mocht je hier per ongeluk terecht zijn gekomen, mail ‘m dan ff door naar je vrienden, wil je? Internetmedia is helemaal hype, weet je... Hierbij dus ook een hand in eigen 3voor12Groningen boezem gestoken. ‘Weg uit Stadskanaal’, mompelde ik accelererend voor discotheek Fox. ‘Sorry, I can’t hear you!’, schreeuwde de schat die mijn avond had gered met haar aanwezigheid. Het schijnt dat de eigenaar van de disco zelfs had geklaagd dat er te weinig voor iedereen werd gedraaid. Was het zelfs hem ontgaan dat het om een DJ-competitie ging? ‘Nothing, nothing, you like this tune?’, antwoordde ik. Heerlijk, om haar zo te zien genieten van de muziek. De zon kwam al een beetje op. Mijn laatste gedachte was dat het ideaal zou zijn wanneer heel organiserend Noord-Nederland op een verplichte cursus Hypen en Public Relations werd gezet, afgezien van een paar rotten in het vak, waaronder Vera’s Peter Weening. Opdat ze eens het juiste publiek op de juiste plek zouden weten te krijgen. Dat wij van 3voor12Groningen straks posters gaan plakken met ‘Terug Naar Stadskanaal’ er op, of zoiets... Daarna had ik geen gedachten meer, en genoten we van de mix van zelfontdekte juweeltjes, die het glorende Groninger landschap bij Stadskanaal een gouden gloed gaf. Gelukkig weet ik mijn portie cultuur nog steeds zelf te vinden.