Audiotransparent laat zich niet langer gek maken

‘Kleine stapjes’ zowel muzikaal als zakelijk credo van zes Drentse Groningers

Okkie Bult, ,

Vorig jaar verscheen het debuut van Audiotransparent. Een plaat die zoveel rust uitstraalde dat het leek alsof de band nooit iets anders had gedaan. Maar er waren weldegelijk artistieke strubbelingen aan voorafgegaan. “Tot we dachten; laten we eens rustig muziek gaan maken.”

‘Kleine stapjes’ zowel muzikaal als zakelijk credo van zes Drentse Groningers

Als je het in 2003 verschenen debuut van Audiotransparent beluisterd heb je het idee met een band van doen te hebben die nooit iets anders heeft gedaan dan het produceren van weloverwogen en warme klanken. Niet waar, zo blijkt na een gesprek met bassist Bart Looman en zanger Wouter Touw. In 1999, als Audiotransparent nog S5 heet en opereert vanuit Assen (Drenthe), staat de band in de finale van de grote prijs. Ze brengen een mix van up-tempo popliedjes en melancholische stukken. Looman: “Maar we waren eigenlijk helemaal niet goed genoeg om pakkende popliedjes te schrijven. En de popliedjes die we schreven mochten ook weer niet te gewoon zijn. Dan moest er weer een rustig intro bij, of rare breaks.” Er volgde een jaar vol frustratie. Van wachten op een aanbieding van een platenmaatschappij en het schrijven van ‘niet te gewone’ popliedjes. In 2001 barstte de bom, die opmerkelijk genoeg niet leidde tot het uiteenvallen van de band maar het overboord zetten van de hele set minus twee liedjes. Deze nummers zouden de basis gaan vormen voor het bandgeluid van Audiotransparent, zoals de band vanaf dat moment heette. Touw: “Blijkbaar hadden we dat nodig. Het idee van ‘laten we eens rustig muziek gaan maken en van daaruit verder kijken’. Iedereen kon toen ook veel beter zijn muzikale ei kwijt. Tegelijkertijd verhuisde de band ook naar Groningen, waar we vooral in Vera kennis maakten met heel andere muziek dan bijvoorbeeld Nirvana. Dat heeft ons wel geïnspireerd.” Dat de heren een juiste keuze hadden gemaakt bleek uit het zeer positief ontvangen debuut, dat twee jaar later zou verschijnen. Reacties die band vooral meer zelfvertrouwen gaf, want in de praktijk bleken de lofuitingen nu ook weer niet zo héél veel effect te hebben op het bandleven. Looman: “Ze trekken niet meteen hun wenkbrauwen op als je 300 euro vraagt voor een optreden, maar daar is het ook wel een beetje mee gezegd.” Erg vinden ze dit trouwens niet. Touw: “Als we bijvoorbeeld door een major waren getekend had die nu vast gesproken van een nieuwe hype. En als er dán niets gebeurt, dan baal je. LVR, waar we nu zitten en ook zeker van plan zijn onze volgende plaat uit te brengen, doet het met kleine stapjes. Heel rustig aan.” Tekenend voor deze houding is wel de beleving van het optreden dat de band voor een vijfkoppig publiek in de OCCII gaf, daags nadat ze in de Groningse Oosterpoort en 013 in een bijna uitverkochte zaal het voorprogramma van de Tindersticks had verzorgd. Looman: “Ik was even bang dat sommige bandleden dat niet zouden trekken. Maar we stonden daar met één grote smile.” Touw: “We hebben nog nooit zo lekker gespeeld. Dát moet je als band zien vast te houden.” Intussen zijn ze al weer druk in de weer met ideeën over een volgend album, waarop de heren niet meer alles aan het toeval willen over laten. Looman: “De vorige plaat is domweg gegroeid uit wat we mooi vonden. Op de nieuwe plaat zullen we bewust meer uitersten gaan opzoeken. Of heel minimaal, of juist met heel veel noise. Alles hoeft ook niet per se in één nummer te gebeuren. Wat dat betreft is Worst Case Scenario van dEUS een groot voorbeeld voor ons. Daar staan ze de ene keer met zijn tienen te raggen, terwijl het andere moment iemand alleen staat te spelen in de badkamer. Om dát logisch na elkaar te laten komen.” Touw: “Ja, als iemand nog eens zo’n plaat zou kunnen maken…”