De succesvolle anarchie van Planet Orange

"Een profeet is nooit geliefd in zijn eigen stad"

Jeroen de Boer, ,

Tussen al het rock-'n-rollgeweld dat onder het Gronings vaandel Nederland onveilig maakt, is Planet Orange aan aangename verrassing. Dat de band in eigen stad bij de geijkte podia nauwelijks een voet tussen de deur krijgt, deert de band niet. Tenminste, niet heel erg. Wel is het af en toe even slikken. "Ze willen gewoon niet. Klaar."

"Een profeet is nooit geliefd in zijn eigen stad"

Aan de vooravond van de eerste 3voor12 Groningen showcase zit ik om tafel met Harm Wierda en Ben Onderstein, respectievelijk gitarist en drummer van Planet Orange. De band bracht eerder dit jaar haar album 'Lollypop, Barbershop' uit op Silvox, een plaat die louter positieve kritieken kreeg in de landelijke pers. "Ik heb het gevoel dat wij met deze plaat een heel goede plaat hebben afgeleverd en weer een stap verder zijn", zegt Harm. "We hebben nu een platenmaatschappijtje erbij die het uitgeeft. Op zich hebben we het een beetje op de ouderwetse manier opgenomen. Allemaal tegelijk." Planet Orange ging in 2002 uit elkaar, maar besloot een jaar later de draad weer op te pakken. Die beslissing heeft de groep geen kwaad gedaan. "We zijn volwassener geworden, ook omdat we uit elkaar geweest zijn", zegt Harm. "Op de plaat staan bijvoorbeeld ook instrumentale dingen. Het is gevarieerder en ik ben blij met de productie. Van korte pakkende liedjes tot grotere sferische stukken." Ben: "Het gaat de goede kant op. We zijn nu eigelijk al bezig met weer een nieuwe plaat. We zijn druk doende en die plaat moet nog weer beter worden. Het is een creatief proces waar we mee bezig zijn en dat werkt als een trein." 'Lollypop Barbershop' werd opgenomen in Groningen, maar aan het eind van de rit stuitte de groep op een aantal problemen. "We namen de plaat hier in de stad op en dat ging op zich heel goed", zegt Harm. "Met het afmixen liepen we echter een beetje vast. Op dat moment kwam Casper (Falke, eigenaar van Silvox Records, JdB) om de hoek kijken. We hadden echt een crisis. Hij zei dat hij wel wat met de opnames kon en ze wel wilde afmixen. Hij is een rustige man die er voor gaat zitten, een liefhebber. Uiteindelijk hebben we tien dagen gemixt." "Hij is gewoon goed. Hij snapt ons en heeft geduld voor ons", vult Ben aan. "Hij is iemand waar we op dit moment erg blij mee zijn." Het contact tussen Planet Orange en Casper Falke kwam min of meer per ongeluk tot stand. De band zelf nam geen contact met hem op, maar Falke werd op de groep gewezen door buitenstaanders. Harm: "Dat is leuk. Je ontmoet Casper, iemand uit de Achterhoek, die van drie verschillende mensen hoort dat wij echt een heel leuke band zijn. Hij heeft een rare, brede smaak. En we kenden de jongens van Krang die ook bij zijn label zaten." Het toeval is iets wat in het bestaan van Planet Orange volgens Harm een terugkerend fenomeen is. "Dit is vast wel een leuke anekdote", zegt hij. "We kwamen aan bij Westerkijn 33 (locatie tijdens het Oerol festival van afgelopen jaar, JdB). Het was de mooiste dag van het festival, de hele dag zon. We kregen de vraag een half uur langer te spelen, iets wat nog nooit eerder gebeurd was. We konden echt een concert doen en verkochten al onze cd's. En alleen op die dag kregen alle artiesten een bevroren sinaasappel. Als toetje, met ijs erin. Eigenlijk is de bandnaam ooit zo ontstaan. Mijn moeder legde altijd een sinaasappel voor mijn vader klaar, 's ochtends voordat hij de koeien ging melken. In het begin van het ontstaan de band hebben we het daar veel over gehad. Het was leuk om aan het eind van die dag zo'n soort van bevestiging te krijgen." "Dat is wel iets wat ons altijd achtervolgt, van die toevallige dingen. Bijvoorbeeld die piano van Thea (Visser, toetsenise van Planet Orange, JdB). Ze speelde altijd op mijn Fender Rhodes en ze was van plan op afbetaling een akoestische piano voor thuis te kopen. Om op te oefenen. ‘Koop dan zelf een Fender Rhodes of in ieder geval iets wat je kan meenemen’, raadde ik haar echter aan. Op diezelfde nacht kwam ze in café Koekkoek een oude vriend tegen die zegt ‘ooh, ik heb nog wel zo'n ding voor je, kom maar even mee.’ Midden in de nacht, onderweg naar zijn huis zien we in de duisternis, onder een afdakje, een Wurlitzer piano staan! Die dingen zijn nog veel zeldzamer dan een Fender Rhodes en eigenlijk ook veel mooier. Ook heeft ‘ie iets kleinere toetsen. Handig voor Thea met haar iets kleinere handen. En die stond daar gewoon! We namen hem gewoon gratis mee. Dat is het ding waar ze nu altijd op speelt. Een vriend van me heeft er laatst een voor een fortuin aan Fay Lovsky verkocht." Bestaat er binnen Planet Orange een bepaalde hiërarchie? Ben: "Hiërarchie? Nee, eerder anarchie. In onze band bestaat geen hiërarchie. We zijn allemaal hele verschillende mensen, ook muzikaal gezien. In de oefenruimte maken we gezamenlijk de nummers. Iedereen komt met ideeën en uiteindelijk is dat onze grote kracht. Soms worden we er allemaal ontzettend moe van, maar het is ook wat ons onderscheidt van andere bandjes. Er is niet één persoon uit wiens koker het allemaal komt. Iedereen die ik dit vertel reageert met 'ooh man, dan wordt je toch hartstikke gek?' en tja, dat worden we soms ook. Natuurlijk zijn er discussies, maar we doen het wel en doen het al jaren zo. Voor ons werkt het dus." Harm: "Een paar jaar geleden kwam zanger Dikkie binnen met een idee: 'laten we iets doen met steamboat, iets doen van (roept) 'Steamboat!' Tja, dan ga je nadenken. Wat zal ‘ie daar nou mee bedoelen, weet je wel?" Ben: "We hebben eigenlijk drie manieren waarop we nummers schrijven. Een hele associatieve manier: Op één akkoord jammen en letten op dynamiek. Harm komt vaak met stukjes die wat ingewikkelder zijn. Meerdere akkoordjes en overgangetjes. We plakken dan vaak stukjes aan elkaar. En de derde manier is ... (roept naar Harm die in de keuken staat) 'Wat is de derde Harm? Dat ben ik even kwijt'. "De combi!", galmt het in de keuken. "Oh ja, dat is de combi", lacht Ben. "Het liefst zeggen we tijdens het jammen zo weinig mogelijk", zegt Harm, met een pot verse koffie inmiddels teruggekeerd uit de keuken. "Het moet een beetje vanzelf gaan. We moeten zo weinig mogelijk praten, want dat is meestal alleen maar ellende. Het is het mooiste als dingen zomaar ontstaan." Spelen jullie ook op Noorderslag of Eurosonic? "Nee, we zijn er wel mee bezig geweest. Hebben een cd gestuurd en er verder alles aan gedaan", zegt Ben. "Maar nee. Maar het is toch leuker om het via de VPRO te doen (de band speelde afgelopen dinsdag bij Jaap Boots, JdB). En vorige week stonden we op de Luisterpaal. Het is niet heel erg dat we er niet staan, maar we vinden het wel jammer. Het is toch onze stad en timmeren hier flink aan de weg." "Sommige mensen lijken te willen dat we niet zijn wie we zijn ofzo", valt Harm bij. "Of denken dat we een provinciaal hobbyclubje zijn. Kijk we kennen Peter Sikkema (programmeur van Noorderslag en Oosterpoort) ook al langer dan vandaag. En Peter Weening natuurlijk. We hebben vorig jaar toevallig in Vera gespeeld. Hij wilde ons er ook niet hebben. Maar uiteindelijk zijn er wel heel veel mensen enthousiast, ook al komen we via een achterdeurtje binnen. Misschien vinden de Groninger organisaties ons hier net iets te bekend ofzo. Een profeet is nooit geliefd in zijn eigen stad." Ben: "Misschien moeten we dat zo langzamerhand maar eens opgeven. We hebben ze altijd uitgenodigd, cd's gestuurd, maar ze willen gewoon niet. Klaar. Op Noorderslag hadden we echter gewoon moeten staan, zeker met onze plaat die het erg goed doet. Kijk, een Peter Sikkema doet de Oosterpoort, doet Noorderslag, doet Vijf Mei, doet Noorderzon, doet Swingin' Groningen. Als je bij hem niet goed ligt dan kan je het dus wel vergeten. Eén persoon die dat in principe allemaal bestiert. Dat is af en toe wel een beetje slikken. Maar het is niet erg, we gaan gewoon door. We komen er zo ook wel."