Van mooie muziek gaat de zon vanzelf schijnen

De weergoden zijn de ZomerJazzFietsTour goed gezind

Jeroen de Boer, ,

De organisatie van de ZomerJazzFietsTour heeft afgelopen week vast veelvuldig vertwijfeld op het hoofd gekrabt en zich afgevraagd wanneer het nou eindelijk eens zou ophouden met regenen. De schietgebedjes hebben echter zin gehad. Zij die het aandurfden de fiets uit de schuur te halen werden beloond op een zonovergoten ZomerJazzFietsTour 2004.

De weergoden zijn de ZomerJazzFietsTour goed gezind

De organisatie van de ZomerJazzFietsTour heeft afgelopen week vast veelvuldig vertwijfeld op het hoofd gekrabt en zich afgevraagd wanneer het nou eindelijk eens zou ophouden met regenen. De schietgebedjes hebben echter zin gehad. Zij die het aandurfden de fiets uit de schuur te halen werden beloond op een zonovergoten ZomerJazzFietsTour 2004. De ZomerJazzFietsTour is ongetwijfeld één van Nederland’s meest bijzondere festivals. Het programma biedt het neusje van de zalm waar het gaat om improvisatie- en eigentijdse muziek. Het bijzondere programma wordt gepresenteerd in kleine stokoude kerkjes en voor de gelegenheid op een aantal strobalen na ontruimde boerenschuren in het eeuwenoude cultuurlandschap van Noord-Groningen. Deze unieke plekken liggen allen op een, voor fietsbegrippen, steenworp afstand van elkaar waardoor toerisme en muziek hand in hand gaan. De bezoeker beweegt zich namelijk, bij voorkeur fietsend, van concert naar concert. Omdat het onmogelijk is alle 24 concerten te bezoeken stippelt elke jazzfietser zijn eigen route uit. In het Hervormde kerkje in Adorp trad altviolist Maurice Horsthuis aan met een uitgeklede versie van zijn orkest Jargon. Normaal bestaand uit zestien leden, in Adorp teruggebracht tot acht en allen strijkers. Horsthuis, onder meer met Ernst Reijseger en Ernst Glerum spelend in het vermaarde Amsterdam String Trio, bracht een pakkende combinatie van eigentijdse en geïmproviseerde muziek. Lyrisch en dynamisch, maar vooral ook ontspannen en bijna eenvoudig melodieus. Vooral het aan de Hot Club de France (Django Rheinhardt en co.) refererende ‘French Summers’ werd enthousiast onthaald, al maakte de meer experimentele werken een grotere indruk. Horsthuis’ incidentele gebruik van elektronika was smaakvol en een passage slechts bestaand uit zacht getokkel en tikken op de klankkasten paste perfect in de akoestiek van de locatie. Een aantal kilometers verderop, in het op een terp gelegen kerkje van Oostum, trad klarinettist Ab Baars aan met Kinda Dukish. Dit viertal, naast Baars bestaande uit Martin van Duynhoven (drums), Wilbert de Joode (bas) en trombonist Joost Buis, had in haar set de muziek van Duke Ellington als uitgangspunt genomen. In de geest van Ellington trakteerde ook Baars zijn bandleden op uitgebreide mogelijkheden hun kunsten te vertonen. In ‘Sonnet for Caesar’ werd het podium gereserveerd voor De Joode, terwijl in ‘If Harlem Moved to China’ de muzikale aardverschuiving werd vertolkt door Van Duynhoven. Het afgeladen kerkje, tot op het gangpad en de spreekstoel volgestouwd met luisteraars, onderging het met plezier. Hoe anders was dat in het miniatuurkerkje van Harkema. Een echte kerk, niet gelegen in Harkema (want dat ligt in Friesland), maar gebouwd door een boer met dezelfde naam. Op deze plek speelde gitarist Wiek Hijmans met een programma voor elektrisch sologitaar. Voor veel luisteraars ging dit allemaal net iets te ver, wat resulteerde in een gaandeweg leegstromend kerkje waar uiteindelijk dertien mensen overbleven. Zij zagen echter een programma dat kwa muzikaliteit en passie tot het beste van de ZJFT gerekend kon worden. Een stuk van de Latijns-Amerikaanse componist Arthur Kampela bijvoorbeeld, wat zich wat hinkstapsprongfactor gemakkelijk kon meten met de plunderphonics van John Oswald. En dan dus live, al tapdansend op de effectpedalen en gebruikmakend van alternatieve gitaarstemmingen. Dat de Amerikaanse componist Christian Wolff (werk van hem staat onder meer op Sonic Youth’s ‘Goodbye 20th Century’ LP) speciaal een werk voor Hijmans schreef, ter nagedachtenis aan Morton Feldman, zegt iets over de status van de gitarist. Een gitarist met status: die term kan je ook gebruiken voor Luc Ex, voorheen lid van The Ex, nu echter spelend met zijn nieuwe groep Fables. Het vijftal was te gast in de Schuur van Dick te Feerwerd en bracht daar een spannend geheel van rock, impro en Afrikaanse zang. Dat de houten schuur, voor deze gelegenheid gevuld met strobalen voor de luisteraars, elke vorm van natuurlijke galm teniet deed de muziek echter geen kwaad. De combinatie van letterlijk en figuurlijk doodgeslagen slagwerk, de frivole partijen van de Franse klarinetzwaargewicht Xavier Charles en de stugge riffs van Luc Ex en gitarist Andy Moor vormden een prima basis voor de zang- en spreekpartijen van Senegalees Mola Sylla. De ene keer ritmisch en drijvend op de muziek, de andere keer rauw schreeuwend en bijna hardcore. Benieuwd wanneer deze band in Vera staat.