Positief uit balans met Bonaparte

Capacocha zoekt nog naar evenwicht

Tekst: Didier Hodiamont / Foto's: Tom de Goeij ,

Bonaparte: volgens criticasters zou het niet meer dan een middelmatig bandje zijn, dat met een goedkope show toch nog wat aandacht weet te generen. In Doornroosje kon het gezelschap rondom Bonaparte anno 2009 laten zien wat het waard was.

Capacocha zoekt nog naar evenwicht

Vanavond geeft het gezelschap rondom Bonaparte een optreden in Doornroosje. Het voorprogramma wordt verzorgd door Capacocha.

Een boa is een kledingstuk gemaakt uit stof, pluimen of veren en werd jaren geleden uitgevonden voor saaie meiden die wel carnaval willen vieren, maar het ook weer niet té bont willen maken. Ook eenmansact Capacocha draagt er een om zijn nek. De context is minder erg, maar het voegt nog steeds niet veel toe. Net zoals de drummer en bassist waar hij eerst mee speelde. Uitstekende muzikanten, maar het leek daardoor wel meer op een standaard bandje.

Vanavond is ‘Capa’ solo en maken de nummers meer indruk. De backingtrack staat helaas een beetje zacht in verhouding met de gitaar, die ook al niet veel toevoegt, maar de beats zijn lekker. De sound doet denken aan de psychedelische jaren tachtig electro van Suicide. Of de band D.A.F., die een interessant oeuvre wist te bouwen met slechts één enkele drumcomputer. Dat lijkt me ook het devies voor Capacocha. Weg met die opsmuk en gewoon minimaal beuken. Die tactiek levert hem in het half lege Doornroosje toch nog een verdiende toegift op.

Het publiek, waaronder opvallend veel Deutsche Jugend, heeft er al zin in. Dat is natuurlijk gekomen voor de act die het juist wél moet hebben van de opsmuk. Tenminste, dat wordt nogal eens beweerd over Bonaparte. Een aardige show, maar vooral live zou het muzikaal niet zoveel voorstellen.

De nummers op het debuutalbum Too Much zijn inderdaad niet geschikt voor compositieanalyse voor gevorderden, maar effectief zijn ze wel. Een catchy riff en een slogan om mee te schreeuwen (“Anti Anti!”), meer hoeft dat niet te zijn. Toch laat de band horen dat ze meer in huis hebben. Vooral de drummer – het slagerstype dat je normaal in een metalband zou verwachten, ware het niet dat hij vanavond gehuld is in slechts een rieten hoelarokje – springt er uit. Van een funky ritme schakelt hij moeiteloos over op blastbeats om vervolgens zijn band op sleeptouw te nemen in een heftige freejazzy improvisatie.
 
Dat, en een aantal flirts met covers waarin Bonaparte laat horen dat hij ook echt kan zingen, houdt het optreden muzikaal interessant. Enkele nieuwe nummers geven bovendien voldoende vertrouwen in de toekomst voor dit circus, maar het is vooral de show die het ‘m doet. De zingende rieten mand, de strippende engel, de bellenblazende kubus en vooral... de discobolman! Het podium is één groot kostuumfeest, totdat de voltallige band niet veel meer aan heeft dan een adamskostuum.
 
Het visueel spektakel zorgt ervoor dat het publiek de rug toekeert aan het - pak ‘m beet - achtste bandlid bij de dj-stand achterin. Terwijl niemand op haar let, danst ze het wildst van allen mee. Als Bonaparte zingt dat hij niet kan dansen, doet ze iets dat lijkt op appeltjes plukken in een imaginaire boomgaard. Het is weer eens wat anders dan stuivertjes rapen.
 
En dat is eigenlijk jammer, dat dit zo anders is. Waarom zijn er zo weinig bands die een gave theatrale act kunnen neerzetten? Ook Nijmegen zou een nieuwe Thom Revolver wel kunnen gebruiken. Bonaparte is een ongebalanceerd bij elkaar geraapt zooitje en dat is hun grote verdienste. Het resultaat is hedonistisch energiek en overtuigend over the top. Wie dat ‘too much’ vindt, draagt een boa.