Een gesprek met Fat White Family’s Lias

‘Soms is het leven the greatest thing ever en soms wil ik van een brug springen'

Kilian Kayser ,

Hoewel een Fat White Family in een bungalowpark normaal niet erg opvalt, zal de Center Parks bezoeker bij deze Fat White Family wel even opkijken. De band uit Brixton staat namelijk bekend als de meest uit de bocht gevlogen groep muzikanten van het moment. Dit zal op Where The Wild Things Are ongetwijfeld worden bevestigd. Gelukkig, het had namelijk niet veel gescheeld of de band was niet meer gekomen, persoonlijke problemen en drugs maakten het leven in de band onmogelijk. De afkickkliniek bood uitkomst en er is zelfs ‘a bit of optimism in the air’. Wij belden met Lias Saoudi, de frontman van de band en samen met Saul Adamczewski het centrum van de band, voor een lang gesprek over bungalows, drugs en zijn door Fat White Family compleet opgeslokte leven.

Kijk je ernaar uit om naar Nederland te komen?
‘Ik heb er heel veel zin in. Het is altijd fijn om in Nederland op te treden, het is een goede plek om te zijn. In Nederland kan je gewoon een joint krijgen zonder te hoeven afspreken met een drugsdealer, dat is geweldig. Mijn favoriete plek is Utrecht. Het is zo’n mooie stad met al die oude gebouwen en kanalen.’

Zeker weten, het is mooier dan het bungalowpark waar jullie volgende week komen spelen.
‘Is het in een bungalowpark? Ik ben opgegroeid in een bungalow. Het is mijn natuurlijke habitat. Ik heb samen met mijn moeder tot mijn achttiende in een bungalow gewoond, ik heb zelfs een nummer over bungalows geschreven. Het is helaas niet op het album gekomen, iets te orkestraal om live te spelen. Maar ik zal op het festival zeker wat praten over bungalows. Ik kijk er sowieso naar uit om terug te keren naar de bungalow, life has come full circle. Al die jaren van hard werk betalen zich eindelijk uit.’

Denk je dat het goed is voor de band om samen in een Bungalow te zitten?
‘Persoonlijk zou ik liever alleen slapen, ik kan mij 's nachts snel ergeren aan andere mensen. Toen we het album opnamen leefden we met zijn allen in een klein schuurtje waar ook de opnames plaatsvonden, dat was heel erg. Ik denk dat de bungalow in vergelijking daarmee wel meevalt. De band gaat gelukkig ook beter samen nu dan twee jaar geleden.’

Er is in die twee jaar dan ook veel gebeurd. Met het eerste album Champagne Holocaust (2013) en de bijbehorende liveshow heeft de band een behoorlijke cultstatus verworven. De dansbare noise en onverklaarbaar duistere teksten zijn in combinatie met de heftige liveshow en de met drugs overladen levensstijl van de band even aangrijpend als verwarrend. Deze combinatie was succesvol en bracht ze in alle uithoeken van de wereld. Dit jaar is het tweede album van de band uitgekomen, Songs For Our Mothers. Op het eerste gezicht lijkt dit album minder provocerend, maar laat je niet misleiden door de stuwende discobeat die de overhand heeft genomen. De teksten zijn even duister als altijd, live is de band niet minder extreem dan eerst en een interview in The Guardian van vorige maand laat zien dat het op het gebied van drugs ook nog niet erg goed gaat.

Ik las in een interview met The Guardian dat het twee maanden geleden nog niet zo goed ging, vooral tussen jou en Saul, hoe gaat dat nu?
‘Beter. Saul was verslaafd aan heroïne, maar hij is nu afgekickt. Hij is nu meer zichzelf, daardoor kunnen we ook weer beter met elkaar om gaan.

Is die verslaving terug te horen op het nieuwe album?
‘Zeker, drugs was het enige wat er gebeurde in mijn leven. Ik was altijd in een tourbus of in de studio en verder gebeurde er niets anders dan drugs. Het was bij het schrijven van de teksten mijn core subject matter. Drugs was tijdens het maken van het album een van de weinige dingen waarvan ik wist dat ik daarover kon schrijven.

Is er veel veranderd nu Saul clean is?
‘Ja, mensen doen tegenwoordig minder drugs in onze omgeving. De band is daardoor meer georganiseerd, iedereen is wat volwassener geworden en er is zelfs a bit of optimism in the air. Iedereen heeft dan ook plannen voor andere projecten en de toekomst van Fat White Family. We willen bijvoorbeeld niet voor eeuwig een hard rock noise doom band blijven. En of het nou gaat over Fat White Family of niet, we willen allemaal voorkomen dat we een karikatuur van onszelf worden. Er is dan ook een beetje een competitieve sfeer in de band en dat is goed denk ik. ’

Zorgt deze competitie sfeer er ook voor dat jullie live altijd zo veel geven als jullie doen?
‘Eigenlijk niet. Mijn optredens zijn niet momenten van competitie, maar momenten waarop ik tot rust kan komen. Ik ben normaal een enorm anxious persoon, maar op het podium ben ik heel relaxed. Het is bijna een meditatieve ervaring voor mij.’

Optreden is voor jou dus een soort gezonde drugs.
‘Dat kan het zeker zijn, hoewel ik het nog fijner vind om op te treden als ik het combineer met echte drugs. Vooral hallucinerende drugs en amfetamines zijn goed voor optredens. Ik probeerde tijdens onze eerste twee tours dan ook bij elk optreden drugs te gebruiken. Uiteindelijk eindigde ik met bloedende longen in het ziekenhuis, dus nu doe ik het alleen maar op speciale gelegenheden. Wanneer dat is? Ik weet het niet. Het moment moet jou kiezen, jij kan het moment niet kiezen denk ik.’

Op WTWTA staan jullie in een gemaakte speelhal, de Action Factory. Die zaal is gemaakt voor niets anders dan commercie, net als het bungalowpark zelf. Is het niet lastig om als een soort anti-commerciële band (met nummers als Bomb Disneyland) te spelen op zulke plekken?
‘Ik denk niet dat het zo simpel is om ons anti-commercieel te noemen. We leven in een commerciële wereld en niemand heeft daar een keuze in. Als je ontkent dat je niet meedoet aan de commerciële wereld dan ga je tegen de geschiedenis in. Het gaat meer om het accepteren van de implicaties van je eigen gedrag binnen die superstructure. Dit gaat net zo goed over mij als over de rest van de wereld, ik ben daarin ook een deel van het probleem. Ik hou er van om deze slechte kant van mijzelf naar boven te brengen en deze vervolgens te veranderen in een liedje om op te dansen.’

Ben je blij met de positie die Fat White Family in deze discussie heeft verworven? Jullie worden vaak gezien als een van de weinige non-commerciële bands die er zijn.
‘Ja, maar ik denk dat wij lang niet de enige band zijn die werken met die gedachte. Het probleem is alleen dat je weinig van die andere bands hoort. Als je zoiets goed wilt doen wordt het zwaar. Wij zijn een lange tijd genegeerd en het duurde erg lang voordat wij plekken uitverkochten en de wereld rond konden reizen met onze muziek.’

Hoe komt het dat jullie het wel gemaakt hebben?
Sheer studpidity. Niks anders dan dat heeft ons hier gebracht. Het is fijn dat we in deze positie zitten, ik hoop dat we er nog een tijdje kunnen blijven.’

Dit succes heeft er ook voor gezorgd dat alles wat je doet in dienst is van de band,  je geeft jezelf compleet aan de band. Is dat lastig om te doen?
‘De band heeft inderdaad mijn hele leven ingenomen. En hoe langer ik dit doe, hoe meer ik vervreemd raak van een normaal leven. Ik heb geen bezittingen en ik reis van plek naar plek omdat ik geen huis heb. Soms vult dat mij met woede en angst en soms denk ik dat het precies de manier is waarop ik altijd heb willen leven. Dat verandert letterlijk van uur tot uur. Soms is het the greatest thing ever en soms wil ik liever van een brug springen. Muzikanten en manisch zijn gaan hand in hand, er is een behoorlijke geschiedenis tussen muzikanten en geestelijke problemen. Dit komt dan ook veel terug in onze muziek.’

Denk je dat je leven zonder Fat White Family er anders, rustiger en minder manisch, had uitgezien?
‘Ik stel mij zo voor dat ik meer geld zou hebben gehad om te kunnen studeren. Misschien had ik iets met kunst of lesgeven gedaan, dat studeerde ik op de universiteit. Maar je kan het nooit weten, whatever happened has happened. Ik ben blij met hoe ik nu leef, maar je weet nooit of je morgen nog steeds kan leven als vandaag. Dat maakt het zwaar. Als je altijd onderweg bent kun je nooit een normale relatie onderhouden.’

Je bent dan ook getrouwd en weer gescheiden afgelopen jaar.
‘Klopt. Ik was getrouwd voor ongeveer veertig minuten. Waarom we uit elkaar zijn gegaan? Om meerdere redenen om eerlijk te zijn. Ten eerste hoopte ik dat ik met dit huwelijk een greencard had kunnen krijgen. Dan had ik naar Californië kunnen gaan als de band uit elkaar was gegaan. Op dat moment zag het er erg slecht uit voor de band en als ik weer in kleine kroegjes had moeten gaan spelen was ik dat liever in Amerika gaan doen. In Brixton was dat toch meer beschamend geweest. Ten tweede zag ik in haar intimiteit, iets waar ik erg naar verlangde. Maar ik heb beloftes gedaan die ik niet na kon leven. Dat was vooral gebaseerd op selfnishness and fear.’

Is deze ervaring ook op het laatste album terug te vinden?
‘Nee, het is te persoonlijk om te verwerken in mijn muziek. I have to keep something to myself, you know.’
 

Dat is het dan ook het enige stukje Lias wat hij voor zichzelf heeft weten te houden, de rest is de laatste jaren allemaal naar de band gegaan. Gelukkig maar, want Fat White Family zonder Lias is geen Fat White Family en een wereld zonder Fat White Family is een mindere wereld. Om erachter te komen of dat waar is kun je natuurlijk de plaat luisteren, maar om echt bewijs te krijgen moet je op zaterdagavond naar de Action Factory gaan. Zoals Lias aan het einde van het gesprek zegt: ‘I enjoyed the record, but I enjoy live more then anything else.’