Uit de gitaar van Gaëtan komt echter niet meer dan ruis, dus daar moet eerst iets aan gedaan worden. Na deze ‘valse start’ begint het optreden echt en het klinkt nu veelbelovend. Het eerste nummer wordt met overtuiging en veelzijdige technieken gebracht waardoor het publiek meteen een goed idee heeft van wat de band allemaal kan.
Tijdens het nummer I Don’t Need Any Colour gaat het echter mis. Chantal is inmiddels overgestapt op de melodica en zit er af en toe naast, waardoor ze opnieuw moet beginnen. Dit brengt in de zaal wat rumoer, en van die rumoer komt Isbells nog maar moeilijk af.
Op een gegeven moment moet de band specifiek vrágen om stilte, wat toch het gevoel geeft dat de autoriteit een beetje kwijt is. Dat is zonde, want dit droeg niet erg bij aan de overtuiging van Isbells, waardoor het optreden minder goed uit de verf kwam dan had gekund.