Bij het binnenkomen van huiskamer 1 klinkt er een mysterieus muziekje. Het is nog vroeg en het duurt dan ook tot vlak voor het optreden dat de zaal vol zit. Trouwe bezoekers van Stille Nacht weten dat er doorgaans flink gedrongen moet worden om hier een plekje te bemachtigen. De Noor Petter Carlsen komt binnen. Hij heeft een nuchter voorkomen en dat versterkt hij door het publiek te begroeten met een simpel ‘Hallo’. Nadat hij duidelijk heeft gemaakt dat hij heel blij is dat iedereen de kamer binnen is gekomen begint hij aan zijn set.
In een klap is het nuchtere er wel vanaf en neemt hij het publiek mee in zijn gedachtewereld. Zijn gitaarspel klinkt als dwarrelende bladeren op een zonnige herfst dag, zijn stem kabelt als een beekje over de tonen. De muziek klinkt erg breekbaar en Carlsen beaamt dat door te zeggen dat hij zich kwetsbaar voelt zonder microfoon. Het is jammer dat de set weinig interessant is. Je vraagt je af of hij niet gewoon een heel lang nummer speelt, waarin hij af en toe pauze neemt om uit te leggen waar het volgende stukje over gaat. Tot slot wordt er nog een megafoon tevoorschijn getoverd maar dit heeft uiteindelijk weinig toe te voegen. De dankbaarheid die Carlsen toont maakt het echter wel de moeite waard om te blijven kijken en luisteren.