Wie is Sanne Priem?

“Laat de lentezon, terrasjes en picknicks maar komen”

Door Yorgos Mayenburg ,

Uiteraard bestaat de Flevolandse muziekscene uit duizend-en-een gezichten. Natuurlijk zitten daar veel muzikanten tussen, maar ook liefhebbers, vaste bezoekers, ambtenaren, journalisten, organisatoren, scouts en vele anderen. Het ene gelaat ken je al jaren, de andere bakkus komt net om de hoek kijken. Met de vaste rubriek ‘Wie is het?’ brengt 3voor12/Flevoland in kaart wie nou eigenlijk wie is. Deze week aandacht voor: Sanne Priem.

“Laat de lentezon, terrasjes en picknicks maar komen”

Sanne Priem (1984) is beleidsmedewerker voor de gemeente Almere. Ze heeft aan de Hogeschool van Amsterdam Culturele en Maatschappelijke Vorming gestudeerd, waarbij ze afstudeerde op het Almeerse festival Crossrock. Verder heeft ze een aantal jaar de Kan van Almere georganiseerd en heeft ze vier jaar lang meegewerkt aan het Bevrijdingsfestival Flevoland.
Op haar tiende was het een dromertje op de basisschool en rond haar twintigste studeerde ze, maar was geen typische student. Ze woonde toen op zichzelf in een pand in Almere-Haven en al haar vrienden woonden in de huizen eromheen. Mooie tijden!
Sanne woont haar hele leven al in Almere, maar zoekt momenteel een huis in Amsterdam. Genoeg informatie? Natuurlijk niet. Tijd voor 12 vragen!


Wat is jouw favoriete plek in Flevoland?
“Een favoriete plek heb ik niet. Niet omdat Flevoland zo slecht is, maar omdat ik weinig waarde hecht aan locaties. Zowel een grasveld als een suf danscafe als Men at Work kunnen briljante momenten worden zolang de juiste mensen er maar zijn. Overigens ken ik alleen Almere goed en Lelystad een klein beetje, dus misschien weet ik wel niet wat Flevoland te bieden heeft. Vroeger was Lowlands mijn favoriete plek, maar sinds dit jaar ben ik daar ook klaar mee.”

Welke kroeg noem jij je stamkroeg?
“Hmm, ja dat is of Totum. Ja, Totum ja. Of Le Cameleon. Daar zitten de mensen die ik leuk vind.”

Wat is op muzikaal gebied momenteel dé Flevolandse parel?
“Ik heb altijd een zwak gehad voor de Supermannen, terwijl ik niet van Nederlandstalige muziek houd. Verder ben ik erg fan van Resistor en sinds kort ook van For Blood and Vengeance. Maar da’s subjectief, omdat ik die gasten ken.”

Wie of wat wordt enorm onderschat in de Flevolandse muziekscene?
“Hmm, ik vind dat Guyon Kanders nog steeds onderschat wordt. Hij drumt bij zowel Gandhi’s Revenge als For Blood and Vengeance. En tsjah, begrijp me niet verkeerd, Gandhi’s blijft briljant om naar te kijken, maar ik ben van mening dat Guyon veel meer kan…”

Welke band/artiest moet voor eeuwig zwijgen?
“Oei, ik heb daar wel mijn mening over, maar ik heb geen zin om bands pissig te maken. Er is een aantal Flevolandse bands dat gewoon in hun eigen achtertuin moet blijven spelen. Op landelijk niveau zou ik echt Dinand van Kane eens flink willen ducktapen en internationaal gewoon al die typetjes die liedjes zingen van anderen en er alleen geil uitzien maar verder niks presteren.”

Wat is voor jou een bron van inspiratie?
“Mensen en jongeren. Ook René Kempenaar zal ik altijd blijven noemen. Hij was een jongerenwerker in Almere en overleed plotseling een aantal jaar geleden aan een hartstilstand. Die kerel was op dat moment een goed woordje aan het doen over jongeren in de Tweede Kamer. Gestorven in het harnas!”

Heb je een motto of quote die jou ten voeten uit weergeeft?
“Live every second like it’s the last!”

Wat doe je in het dagelijkse leven?
“Vooral werken als beleidsmedewerker bij de gemeente Almere. Dat houdt in dat bij elke wisseling het college een werkplan maakt waaruit beleidsterreinen naar voren komen. Per terrein wordt dan gekeken naar wat er in de stad gebeurt en welke visie daarbij hoort. Vaak zit er ook een budget aan vast dat ingezet kan worden door middel van subsidies of opdrachten. Tot slot, en dit vind ik zelf het belangrijkste onderdeel, hebben ambtenaren een bron van kennis waarmee zij verbindingen kunnen leggen in de stad en deze voorzien van de juiste informatie. Ambtenaren geven niet alleen geld uit, ze brengen ook mensen en organisaties samen en kunnen heel goed advies geven vanuit een helicopterview. Ja ja, ik ben zowaar blij mét en trots óp mijn werk!”

Wat voeg jij toe aan de Flevolandse muziekscene?
“Ik lever vooral ongezouten kritiek, maar toon ook interesse en ben een kaartjeskoper. Wilde vroeger nog wel eens overal gratis binnen proberen te komen, maar een beleidsambtenaar verdient genoeg geld voor een kaartje hier en daar.”

Iedereen koestert wel muziek die, gezien de rest van de voorkeur, beschamend of dubieus is. Wat is jouw muzikale afwijking?
“Duidelijk Michael Jackson! Maar ook oude bands als Kittie, Korn en Insane Clown Posse komen nog regelmatig keihard uit mn peeceetje geknald.”

En, hoe is het verder?
“Goed, de zon schijnt! Laat de lentezon, terrasjes en picknicks maar komen!”

Wat wil je verder nog kwijt?
“Nou… Ik wil voorzichtig aanstippen dat het gevaarlijke duo Yorgos en Olmo door mij voor het eerst op het podium is gekomen. Ik schoof dat laatst even onder de neus van Yorgos en hij zei mij desalniettemin keihard te negeren in elk geval van roem of faam. Eerlijk waar: zijn woorden. Dus bij deze even een poging om dat voor te zijn!”