“Rock-’n-roll is lerenjassenhoempápá!”

Van Dik Hout in Schouwburg Almere

Door: Femke van den Akker ,

Was Van Dik Hout wel Van Dik Hout op vrijdag 14 maart in de Schouwburg? Er werden gedichten van eigen hand en van derden voorgedragen, er heerste rust, het publiek was uiterst Almeers en de zanger voegde een constante stroom van drama toe aan het eind van elk nummer door als de Verlosser zelve een bekende pose aan te nemen. Lees hier wat er gebeurde.

Van Dik Hout in Schouwburg Almere

Een breed scala aan mensen verzamelde zich op de betonnen vloer van de foyer van Schouwburg Almere. Van een vrouw op leeftijd, wankelend op stiletto’s en van top tot teen in leer gehuld tot een lief jongetje dat tijdens het concert zijn gekleurde iPod in zijn oren hield. Helaas bleek dit diverse publiek niet van enorme omvang, aangezien de comfortabele stoelen niet allemaal met een achterste waren gevuld.

Dat Van Dik Hout het allemaal dik voor elkaar heeft, bleek aan het daverende applaus dat de band kreeg toen zanger Martin Buitenhuis, na het derde nummer, eindelijk een welkomstwoordje naar het publiek richtte.
Dat de band elkaar door dik en dun steunt, was te merken aan het goede samenspel. De bandleden wisselden even makkelijk van instrument als van sokken. De akoestische setting had iets van het akoestische festival Snoerloos. Betreurenswaardig was alleen dat de eerste helft van het programma zo spannend was dat meerdere personen de binnenkant van hun oogleden ernstig bestudeerden. Het tempo lag erg laag en de zang was slecht verstaanbaar.

Maar Van Dik Hout liet ná de pauze zien wel degelijk uit duurzaam hout gesneden te zijn. De heren gaven een intens, professioneel en kundig vervolg van het optreden. Enige vorm van drama was aan het concert toegevoegd door de zanger die na elk nummer een soort van openbaring kreeg en een Jezus-pose aannam. Mooi gebaar, maar een beetje over de top.

Een compliment waardig waren de gedichten van Martin Buitenhuis. Een drietal las hij voor, waarmee hij bewees ook op dat gebied talent te hebben. Onder andere beschrijf hij rock-’n-roll als “lerenjassenhoempápá” en meende hij dat rock-’n-roll nooit zou sterven. Toen hij tussen de nummers door zijn derde gedicht wilde reciteren en het publiek een diepe zucht slaakte riep hij: “Hadden jullie maar niet bij de andere twee moeten klappen!”
Deze vorm van ontspanning was terug te vinden in het publiek. Menigeen praatte door de muziek heen waardoor veel mensen gestoord werden bij het beluisteren van de muziek die de formatie van zeven produceerde. Van Dik Hout bewees zijn kunnen in de tweede helft van het concert, maar had veel tijd nodig om de zaal te pakken.