Een miezerige zaterdagmorgen – vroeger dan de rock-‘n-rollstatuten goedkeuren – druipen er druppels langs de ramen van platenhuis ’t Oor aan de kant van het Touwslagerhof. Bakker Otto Schaap staat op de raamstickers. Gerard Endenburg kijkt ernaar terwijl hij melk en suiker door zijn koffie roert.
“Die stickers heb ik laten zitten uit principiële overwegingen,” legt hij uit, “of misschien een beetje uit nostalgie. Maar ze worden nu wel heel erg vies – misschien moet ik ze maar ‘ns weghalen.”
Toen dé platenzaak voor kwaliteitsmuziek van Almere in 1997 begon, was het pand helemaal leeg. Er was geen sesamzaadje meer te vinden. Vermoedelijk was de bakker aangebrand door zijn ligging, aan het einde van een lange winkelstraat waarvan de drukte zich meer richting het station had verplaatst. Wat dat betreft heeft het nieuwe Stadshart veel veranderd.
“Mensen lopen nu een rondje, wat veel fijner is. En ik zeg altijd dat ’t Oor van dat rondje het beginpunt is, want verderop kun je nog gratis parkeren!”
Zijn armen gebaren in de richting van het Deventerpad.
Hoewel de cd-verkoop het afgelopen decennium stormachtige veranderingen onderging, heeft de eigenaar er nog steeds zin in. Ondanks het gegeven dat de zaken er niet echt gemakkelijker op zijn geworden. Begin vorig jaar sneuvelde de bekende, Amsterdamse platenzaak Boudisque, en eerder dit jaar ging er in Antwerpen een legende over de kop.
“De Boudisque ging niet failliet,” verbetert Endenburg, “die sluiting had te maken met het huurcontract. De eigenaar van het pand, het Victoria-hotel op de hoek van het Damrak en de Prins Hendrikkade, vroeg voor het nieuwe contract twee keer zoveel huur. Voor Get Records in de Utrechtsestraat geldt hetzelfde, maar dan met nog hogere percentages.”
Desalniettemin is er een hoop veranderd, niet alleen de winkelroute in Almere. Internet is aan twee kanten een enorme concurrent: enerzijds door online winkels met een gigantisch assortiment, anderzijds, voornamelijk, door downloaden.
“Sommige klanten van vroeger zien we niet meer, die downloaden alles. Maar mensen hebben ook een ander bestedingspatroon, vooral jongeren. Als ik vroeger op zaterdag twintig gulden had verdiend, fietste ik naar de platenzaak. Ik zie dat mijn dochter haar twintig euro aan een telefoonabonnement besteedt!”
Ondanks die veranderingen is Gerard niet cynisch. Zijn geloof in het product staat nog kaarsrecht overeind: “Muziek is actief. Film en televisie bijvoorbeeld niet. Je zit voor de tv, of achter je computer. Die uitdrukkingen zeggen het al. Muziek kun je combineren met dingen: je kunt muziek luisteren tijdens het schoonmaken, tijdens je werk. Het kan overal bij!”
Dat downloaden het kopen van muziek volledig laat verdwijnen, gelooft hij ook niet: “Van een cd is de kwaliteit gewoon beter. Bovendien krijg je er een hoesje bij en dat vergroot de gevoelswaarde.”
Om de zaak toch gezond te houden, moet de platenzaak veranderingen scherp in de gaten houden. Het assortiment moet evalueren, zich aanpassen naar de wensen van de klant. “Je hebt natuurlijk wel die bekende 80-20-wet [uit de marketing, tachtig procent van de omzet wordt uit twintig procent van het assortiment gehaald, red.], maar de rest is niet nutteloos. Mijn ervaring is dat je alle 25 Stones-cd’s moet hebben om altijd diezelfde vijf te verkopen. Ik wil mijn kopers een keuze bieden. Ook met alleen nieuwe muziek verkopen, kom je er niet. Je moet het basisrepertoire op orde houden.”
Daarnaast is er nog de Media Markt. In het Belgische Nieuwsblad verscheen ooit een artikel waarin werd vermeld dat de platenzaken in Brussel daar erg onder leden. In Almere valt dat mee: “Ons assortiment is te verschillend van de Media Markt. Natuurlijk kijken mijn klanten daar ook rond, maar dat is logisch. Dat zou ik ook doen. En als de Media Markt voor de nieuwe Coldplay een tientje vraagt terwijl ik hem voor meer geld inkoop, houdt het ook op. Maar daar staat tegenover dat dit stuk winkelcentrum sinds de komst van de Media Markt veel meer passanten heeft!”
Toch blijft die ene prangende vraag hangen: moeten we ons zorgen maken om ’t Oor?
“Mwah, een beetje wel ja,” meent de platenbaas, “wij willen hier nog wel een tijdje mee door gaan. Maar als er geen klanten meer komen, houdt het op! Vervelend is dat de onzichtbare kosten stijgen: energie, plastic tasjes, afvalverwerking, huur, de beveiligingskosten, alles wordt duurder. Maar ik kan mijn cd’s niet duurder maken. Dus moet ik méér verkopen om hetzelfde te bereiken. En dat is moeilijk, zeker in deze tijd!”
Een en al oor voor Gerard Endenburg
“Alle Stones-cd’s nodig om altijd diezelfde vijf te verkopen”
Uit het Amsterdamse straatbeeld zijn muziekwinkels Boudisque en Get Records verdwenen. Ook in Beglië hebben platenzaken voor kwaliteitsmuziek het zwaar. Hoeveel invloed heeft downloaden op het Touwslagerhof te Almere? En lijdt de cd-verkoop ook onder de, vergeef ons de vreselijke term, kredietcrisis? Kortom, hoe vergaat het platenhuis ’t Oor?