Katten hebben volgens de gezegden negen levens. Het Groningse De Kat had het eerste leven geheel benut: optredens op Eurosonic, Noorderzon en Le Mini Who, een album en deelname aan de Popronde zijn slechts een kleine greep uit de geschiedenis. Daarna werd het even stil, maar niet voor lang. De formatie is terug en streek neer in Emmen voor één van de eerste optredens in de nieuwe bezetting. Voorprogramma van de avond is de Overijsselse band CONTROL.

Het vierkoppige CONTROL windt er geen doekjes om: bands zoals Green Day en blink-182 hebben nadrukkelijk de stempel gelegd op het geluid en de attitude van de Overijsselse band. De energie, akkoordschema’s en net iets te harde drums passen binnen het straatje van het genre. Wat dat betreft is CONTROL what it says on the tin: wil je een avondje losgaan op een geluid sterk beïnvloed door Amerikaanse grootheden in het genre, dan ben je zeker aan het goede adres.

De live show is strak, grotendeels te danken aan de prima timing van drummer Marcel Medema. Frontman Davic Roest gaat vlijmscherp ‘With You’ in met een enthousiaste begroeting aan Emmen. Zonder te remmen gaat de band over in ‘Perfect Girl’, een nummer met een catchy refrein die meegezongen wordt door de meegebrachte aanhang.

Even verderop in de set zit ‘Gone’, een plaat met een nette break in het nummer waarbij Roest de tijd heeft om even een onderonsje met het publiek te hebben. Terwijl er meegeklapt wordt probeert hij z’n CD aan de man te brengen, maar het is nog maar de vraag of die überhaupt mee is. (Uiteindelijk wel, maar de verwarring heeft zo z’n charme.)

De eerder genoemde zegen voor de band is tegelijkertijd ook hun grootste valkuil. Qua geluid lijkt het zo sterk op de helden van de band dat na de tijd de vraag is hoeveel covers ze uiteindelijk gespeeld hebben in de set. De setlist markeert slechts Green Day’s ‘American Idiot’ als een cover, maar het repertoire klinkt dusdanig vergelijkbaar dat het er voor het zelfde geld meer hadden kunnen zijn.

De Kat is terug van weggeweest: na een aankondiging dat De Kat verder ging als De Kat volgde al vrij snel een reeks van concertaankondigingen. Grand Café Plein is het eerste adres waar de nieuwe bezetting neerstrijkt.

De Groningse band is er één waarvan veelvuldig gezegd wordt dat je het live moet ervaren. Het is dan ook niet heel verbazingwekkend dat de aankondiging veel bekende gezichten binnen de muziekliefhebberswereld uit de regio trekt. De groep is eigenlijk de beste graadmeter. Zitten ze buiten? Dan valt het niet in de smaak. Een lauw applausje is vaak uit beleefdheid. Nee, het is pas echt goed als er bij het applaus daadwerkelijk een glimlach op de monden komt.

‘The Hound’ begint met een monoloog van Goya Buitenhuis begeleid door haast psychedelische klanken. Het nummer voelt als een kippenvelopwekkende paraboolvlucht: het heeft een ijzersterke groove, werkt naar een climax en laat dan precies op het juiste moment weer los richting een volgende opbouw. Buitenhuis illustreert bij de climax nog even de tekst "between the jumping and the falling" door met zijn hele lichaam de beweging van de woorden te volgen. Het applaus dat volgt is bekroond met een brede glimlach. Het is De Kat gelukt om het publiek in te pakken.

Na ‘The Hound’ volgt ‘My Time To Go’, een nummer geschreven door gitarist Erik de Vries. Het begint ingetogen met een interessant akkoordschema en bouwt zich vanaf daar op. ‘Going Home’, de ‘afsluiter’ van de set is een beetje een vreemde eet in de bijt voor De Kat. Het heeft nog steeds het karakteristieke samenspel, maar het aanstekelijke gitaardeuntje in het refrein is vriendelijker in karakter dan de rest van de set. Het zou op een festival een aanstekelijke melodie kunnen zijn waar enthousiast op mee geneuried wordt.

De Kat had al een trouwe groep volgers, maar kan in deze huidige bezetting doorgroeien tot een band die een nog breder publiek aanspreekt. De combinatie van blues, psychedelica en een karaktervolle frontman is er één die op de podia nog zeker meer muziekliefhebbers doet glimlachen.