Voor de zesde keer op rij brengt The Spy and the Butcher jong talent uit alle hoeken, maar vooral het Noorden, naar Emmen. Deze editie gaat het festival de klok rond: om één uur ’s middags openen de deuren van de Grote Kerk in Emmen, ruim twaalf uur later wordt het festival afgesloten onder een chanson van ‘Evert, bedankt!’

Klokslag twee uur begint het eerste gedeelte van het programma. Tot vijf uur ’s middags spelen hier drie talentvolle zangeressen uit de regio. De kerk biedt op deze middag een prachtige, passende locatie waarin het geluid haarfijn in orde is.

Jaren geleden legde Aldous Huxley de connectie tussen leed en kunst: hij stelde dat een kunstenaar zijn beste werk leverde wanneer het voortkwam uit pijn. Intussen is dat een beetje achterhaald, maar in het geval van de twintigjarige Nadua kan er wel eens een kern van waarheid in zitten. Met haar kenmerkende vocalen weet ze precies de vinger op de zere plek te leggen. ‘Genuine’ maakt vlijmscherm gehakt van een snake van een vriendin. ‘Northern Lights’ en ‘Where Do We Go’ staan daar thematisch recht tegenover, maar kunnen op hetzelfde niveau inspelen op de luisteraars gevoelens. Vooral ‘Where Do We Go’, een dialoog tussen een zesjarige Nadua en haar vader over waar mensen heen gaan als ze sterven, is een ijzersterk nummer die bewijst hoe eerlijk Nadua’s teksten zijn. Dat je op zo’n leeftijd al mensen in tranen kunt krijgen bewijst dat Nadua een ruwe diamant is uit het Drentse land.

Soms is muziek net architectuur. Je hebt een paar spelregels waar je aan gebonden bent: het moet blijven staan en uitvoerbaar zijn. Daarbuiten mag je zelf kijken welke vormen je kiest om dingen uit te voeren. CYNN is net begonnen met het bouwen van haar werk als solo artiest. Met een drumpad zet Cynthia Weiss bij opener ‘One Place’ een stevige fundering neer. Daarna pauzeert de drum en bouwt de rest van het huis zich op met een zorgvuldig uitgezocht gitaargeluid.  “Zoals je ziet ben ik aan het tapdancen op het podium,” grapt ze terwijl ze tussen de nummers door de pedalen omwisselt voor het volgende muzikale kunstwerk. Tussen de pedalen zitten usual suspects zoals een looppedaal en de nodige delay, maar ook een verrassend synthesizer pedaaltje die in ‘Insomnia’ naar voren komt. In net iets minder dan een jaar tijd heeft Weiss een sterke set weten te creëren. Op sommige momenten komt Weiss gehaast over tijdens het wisselen van de pedalen. Tja, het zijn er nou eenmaal een heleboel. Wanneer dit wat rustiger gaat zou het de set zeker ten goede doen.

Voor Hannah Mae en haar band is het een thuiswedstrijd. Mae heeft onder de vleugels van Ilse DeLange écht leren vliegen. Sinds haar optreden in januari op de Eurosonic Preview is Mae onwijs hard gegroeid. Zo hard zelfs dat ze haar ouders al een beetje moest geruststellen. Het nummer ‘I’ll Be Alright’ gaat over de zorgen die haar ouders begonnen te hebben over hun dochters muzikale sprongen vooruit. Gehuld in een ware stageoutfit in het zwart met sierlijke details is Mae uitgegroeid tot een zangeres met een zeer volwassen uiterlijk die men alleen nog maar serieus kan nemen. Ook de band is meegegaan in deze voorwaartse beweging: gekleed in matchend zwart weten de mannen nu prima op elkaar in te spelen.

Om zeven uur ’s avonds gaat de muziek in een andere versnelling. De avondploeg is eveneens zeer divers en komt uit alle mogelijke windstreken van het land. Met The Mudd, FFOOSS, Elsa Lester, Meadowlake en Tape Toy op de planning belooft het in ieder geval al bij voorbaat een memorabele avond te worden.

The Mudd is een Groningse band op een tweesplitsing. Aan de ene kant staat een melancholisch geluid met een shoegaze randje, aan de andere kant staat een underground band die niet zonder handschoenen aan te raken is. De single ‘Love Apparatus’ is een perfect voorbeeld van de eerder genoemde hoek: het heeft een heerlijke melancholische gitaarintro die met recht in ’t straatje van shoegaze past.  Het nummer ervoor ging de andere hoek in. Taska Smit staat al onwijs vol vertrouwen op het podium met een groene bas in haar handen, dan ineens komt er een schreeuw uit recht in de microfoon. The Mudd weet ook de zwaardere muzikale nummers toegankelijk te maken met catchy deuntjes, maar moet misschien gaan nadenken over welke muzikale richting ze als groep in willen.

Taska Smit maakte zich zorgen of de kerk nog heel was na de set van The Mudd. Blijkbaar wist ze niet wat voor een geluid FFOOSS zou brengen. Het duo in Utrecht maakt hun eigen slogan ‘WE PLAY LOUD’ waar met een knetterhard optreden. Gekscherend maakt iemand in het publiek al de opmerking: “Zul je net zien dat het kruis de muur af flikkert.”  Sophia de Geus en Jannes van Kaam hebben op het podium zo’n achterlijk goede chemie dat ze soms lijken te vergeten op het podium te staan. In een kerk. In Emmen. Enige nadeel: de kerk hield het ondanks de goede geluidstechnici even niet meer vol. Bij single ‘Slayer’ klapte het geluid vol via de muur terug op het publiek waardoor het op sommige momenten, zelfs achterin, wel een tikje te hard ging. Hoe dan ook FFOOSS deed waar ze voor kwamen: even lekker no nonsense lawaai maken.

Elsa Lester, ook wel Lisa van Kampen, heeft een nonchalante houding op het podium die past bij de muziek. De nummers zijn vrij rechttoe rechtaan en zijn daardoor uitnodigend om op mee te bewegen. Wat de programmering betreft heeft Elsa Lester daardoor misschien een beetje pech. Tussen de lawaaimakers van FFOOSS en het grootste geluid van Meadowlake wordt het werk van Elsa Lester een beetje overspoelt. Bonuspuntje: Van Kampen die haar band speels aankondigt als haar persoonlijke boyband.

Meadowlake kampt al langere tijd met de eeuwige vergelijking met The National. Helemaal ontkrachten kunnen we dat niet: ‘Hot Punch’ heeft een drumpatroon die wel op een album van de Amerikanen past en qua vocalen en looks past Jarno Olijve wel naast de iconische Berninger. Toch is het geen polder rip-off van de duistere band. De vrouwelijke achtergrondzang maakt het geheel wat zachter en dromeriger en werkt zo op een andere wijze naar een climax van een nummer. Vooral in ‘Vala’ is het contrast tussen de imponerende stem brekende uithalen van Olijve en de vrouwelijke touch aangenaam om aan te horen.

Aan het eind van de dag ligt Tape Toy’s Roos uitgeteld op een tapijt bij te komen. De Amsterdamse groep begon hun dag in Middelburg en had drie optredens op de agenda staan voor 25 mei. Tijdens het optreden zelf is er weinig te merken van de drukke dag: de band springt het podium over en maakt zelfs nog een uitstapje naar de zaal zelfs bij het laatste nummer. Singles als ‘Crazy Bae’ en ‘Dive Deeper’ klinken minstens zo energiek als ze op KINK en 3FM klonken. Richting het einde komt ook het haar van Roos los en is het headbangend duidelijk: deze Amsterdamse frontvrouw is de koningin van de met vrouwen gevulde zesde editie van The Spy and the Butcher.