In samenwerking met Stichting Kunst & Cultuur en Poplab organiseert Ruud Fieten op deze zondag (9 juni) de schrijfsessie. Het hoofdkwartier voor vandaag: de Holtinger Schaapskooi. In eerste instantie lijkt het een vreemde keuze voor het planten van een zaadje voor inspiratie, maar na de rondleiding van Wim zijn de verhalen bijna voelbaar in de lucht. De kooi ligt middenin een gebied waarin meer bommen zijn gevallen in de tweede wereldoorlog dan in heel Rotterdam. Daarnaast is het een authentiek stukje grond met restanten uit zowel de (vroege en late) steentijd als de tijd van de jagers en verzamelaars. Historie komt tot leven: voor eventjes zijn de schattige herdershonden en lawaaiige schapen van net bijzaak.
Het leven van een artiest gaat niet altijd over rozen. Met samengeknepen ogen strompelt een verzameling van lokale songwriters door het oerlandschap van Holtingerveld. Voorop heeft lokale gids Wim de pas er flink in. “Elke steen heeft een verhaal,” gebaart hij met een Noors exemplaar in zijn hand, “wie weet kunnen jullie er inspiratie uit halen voor teksten.” Songwriter Tim Kamphuis gniffelt zachtjes als hij iets mompelt over rockmuziek. Met bomkraters, grafheuvels en oude hangars is de omgeving van Havelte een vruchtbare grond voor de allereerste editie van Shepherd Sessions.
De eerste schrijfronde begint nadat de groep is bijgekomen. Fieten oppert dat het een goed idee is om deze dag in duo’s te starten. Hijzelf neemt plaats achter de schuur met Madelief Gal (Daisy Bellis); Timo de Jong ontfermt zich over Isa Zwart; Tim Kamphuis en Chris van der Ploeg (I Took Your Name) zoeken een hoek met een stopcontact en de broers Roo vormen een drietal met Nadua Kramer. Zij worden bijgestaan in hun schrijven door begeleiders Djurre de Haan en Yori Swart.
Het Holtingerveld is een omgeving met diepe contrasten. Midden op de heide staat een groepje bomen dat verraadt dat hier begin twintigste eeuw nog een boerderij stond. Even verderop ligt een vlakte waar in de tijd van de oorlog een jodenkamp stond. Weer een stukje verder liggen de oude hunebedden waarvan men dacht dat ze door reuzen gebouwd waren. Bovenal is het gebied een regio waarin de natuur zegeviert. Tijdens de eerste ronde zingen Kamphuis en Van der Ploeg over deze (en nog meer) contrasten met het liedje ‘Where The Birds Rule Again’. Eerder op de middag vertelden beide heren aan elkaar dat ze de laatste tijd uitgeput zijn qua het schrijven van teksten, maar toch slagen ze er in om een nummer neer te zetten waar zelfs al een titel aan verbonden is.
Ook Fieten en Gal hebben gekozen voor de afslag richting de natuur: “Het gaat over een bloem die zijn hele leven heeft gehoord dat hij naar de bloemenhemel gaat.”, legt Fieten uit aan de picknicktafel in de heldere zon. Het groepje om hem heen lacht. “Hij is alleen behoorlijk egoïstisch geweest, dus hij gaat naar de bloemenhel.” Het nummer heeft duidelijk de kenmerken van een Fieten liedje met een prachtige samenzang tussen hem en Gal.
De Jong en Zwart hadden in eerste instantie moeite om een overeenkomst te vinden, dus gooiden ze het roer om. Met het liedje wat er uit is komen rollen in de eerste ronde hebben ze hun verschillen omarmd in de vorm van een liedje over kinderlijke onschuld en volwassenheid. “Ons nummer gaat over de spelende kinderen op de hunebedden.”, legt De Jong uit. “Eigenlijk is het veel fijner om je in die kinderlijke wereld te kunnen wanen dat het een speeltuin is, in plaats van een graf.”
Onbewust sluit het nummer van ROO en Nadua aan op het nummer van De Jong en Zwart. Zij hebben een verhaal bedacht bij de man die in de boerderij woonde waar ze eerder op de dag langs liepen. Ze leggen uit dat volgens hen de man drie dochters had waar hij onwijs beschermend over was, helemaal nadat zijn vrouw overleden is. Het liedje wordt gezongen vanuit het perspectief van de vrouw.
De tweede ronde hebben Djurre de Haan en Yori Swart een verrassing. De groepjes worden opnieuw ingedeeld, maar dit keer in de formatie die de twee hebben uitgezocht. Thematisch gezien mogen ze alles doen, zolang ze maar volmondig ‘ja’ tegen elkaar durven te zeggen. De tweetallen krijgen een uur de tijd om iets te pennen. Alfred Roo en De Jong leggen de pen al na driekwartier neer. “Wij zijn klaar!” roept Timo de Jong luid. Hij rekt zich nonchalant uit op het picknickbankje. De rest van de tweetallen (Nadua Kramer en Isa Zwart; Tim Kamphuis en Madelief Gal; Chris van der Ploeg en Ruud Fieten) zijn nog bezig.
Voor de tweede ronde wordt de groep eerst naar binnen geleid. Erik de Vries (aanwezig voor K&C, maar ook gitarist bij De Kat) heeft zich namelijk aangesloten bij de groep van Fieten en Van der Ploeg en vereist een stopcontact. De Vries zei eerder koppig nog dat hij blij was vandaag eens géén gitaar te hoeven spelen, maar kon het uiteindelijk toch niet laten. Het nummer van het drietal is gebaseerd op de graven en hunebedden die allemaal richting het zuiden gebouwd zijn, met lichamen die van oost naar west zijn neergelegd. (Kanttekening om te bewijzen dat wij óók hebben opgelet bij Wim: dit is dus omdat vroeger de zon als heilig werd gezien. Zo konden de overledenen richting de zon, en dus iets heiligs, kijken.
Verrassend genoeg hebben Nadua en Isa Zwart dit ook gebruikt in hun nummer. Toch heeft hun liedje een iets minder duidelijke strekking: “Het gaat over het uh… jodenkamp… en over het weer…”, zegt Zwart. Nadua vult aan: “Er zit ook een verborgen liefdesverhaal in, enzo.” Ondanks het slechte verkooppraatje is het nummer heel sfeervol en geeft het de veranderingen in het gebied goed weer. Hun knikje naar het oosten/westen is ook erg leuk: “And the wind is changing: it blows from east, to west, to you.”
Kamphuis en Gal hebben in de tweede ronde hun krachten gebundeld voor een nummer over de oude, roesterige rails die in het gebied liggen. Tegenwoordig rijdt er één keer per uur een karretje dat men zelf tot gang moet brengen. Zij raakten hierdoor geïnspireerd om een nummer te maken over het volgen van het spoor, en dat je soms de neiging hebt om op de rails te blijven als ze er al écht heel erg lang liggen. Dan zou het namelijk wel goed zitten, toch? “Heel mooi!”, roept Yori Swart enthousiast, “Mooi geharmonized!"
Afsluiter van de tweede ronde, en eveneens de dag, is het nummer van Alfred Roo met Timo de Jong. Het tweetal had al vrij snel een aanstekelijke melodie te pakken en heeft dit uitgebouwd tot een nummer over de hunebedbouwers. “Pick, shovel, wood and rope. Working all day like a slave. I’m so tired, won’t you lay me down in that grave.”, klinkt de ruggengraat van het nummer. Het is misschien geen gezellige uitzwaaier, maar de toegankelijke tekst zorgt er voor dat iedereen rondom de picknicktafel zachtjes meezingt.
Nieuwsgierig geworden naar de resultaten van Shepherd Sessions? Deze zomer zullen de resultaten te horen zijn bij een bijbehorend optreden. Wij zullen de informatie delen wanneer het bekend wordt, dus hou de pagina in de gaten!