Het is een feestje, met Nieuw Binnen vierde de Muziekcoöperatie Meppel op 25 juni namelijk haar eerste verjaardag. In plaats van de gebruikelijke stukjes kaas met Nederlandse vlaggetjes en gebak heeft de organisatie het echter toch wat stijlvoller aangepakt. In ruil voor de Nederlandse traktaties wordt je hier geserveerd met zes muzikale snacks: korte sets van opkomende Nederlandse acts die gepassioneerd laten horen wat ze kunnen. Daarnaast zorgt de Muziekcoöperatie Meppel er natuurlijk voor dat je wel iets te eten krijgt, geheel in stijl wordt je getrakteerd op gratis friet (mét schillen, want het is ‘biofriet’) en overheerlijke burgers.
Nieuw Binnen: Muziekcoöperatie Meppel trakteert op jonge bands
“Ik dacht dat de helft van het publiek familie zou zijn,” merkt Joost Dijkema op terwijl hij zijn gitaar stemt. “En?”, reageert een bekende van hem uit het publiek. Hij lacht: “Vandaag zijn we allemaal familie, toch?” Daar heeft hij zich mooi omheen kunnen lullen, maar ergens heeft hij wel de toon gezet voor een avond waar iedereen wel een bekend gezicht tegenkomt.
Joost Dijkema
Zodra de eerste akkoorden klinken worden de mensen die buiten zitten te praten gelokt naar het oude technieklokaal van Stad & Esch Zuideinde. Bij binnenkomst worden ze getrakteerd op fingerpick gitaarspel van hoge kwaliteit, met als kers op de taart een stem die normaliter geassocieerd wordt met een Ierse levensstijl van Guinness en shag. Terwijl Joost Dijkema de laatste noten speelt van één van zijn nummers leunt een kennis van hem dichter naar een vriend toe. “Kippenvel,” reageert hij verwonderd als hij z’n arm laat zien. “Goed is ‘ie, hè? Alleen dat gelul telkens…” Ergens heeft hij wel gelijk, want zodra Dijkema begint te praten wordt je uit je illusie van een rokerige Ierse pub gerukt en er aan herinnert dat het je buurjongen had kunnen zijn.
Toch zou het Dijkema niet tot zijn recht doen komen om hem alleen te associëren met het Ierse geluid. Sterker nog, één van zijn nummers kondigt hij zelfs aan met de vraag: “Houdt er iemand hier van country?” Hij steekt zijn invloed van de countrymuziek dus niet onder stoelen of banken. Hoe dan ook, duidelijk is wel dat Dijkema prima de aandacht vast kan houden met slechts alleen een gitaar.
Ruud Fieten & Band
Met Ruud Fieten’s door Folk en Americana geïnspireerde muziek is de aansluiting tussen de eerste twee artiesten van de avond prima. Wanneer je voor een moment je ogen sluit zou je bijna denken dat je bij een concert bent van Beste Singer-Songwriter collega Douwe Bob. Groot deel van Ruud Fieten’s set is gevuld met verhalen. Zo verteld hij over een nummer dat hij voor een internetserie moest schrijven. “Nu ga ik eens fucking cashen,” citeert Fieten zichzelf als hij terugdenkt aan zijn reactie op het verzoek. Achteraf bleek het nummer te moeten gaan om het verband tussen hand- en penisgrote van Amsterdammers. Dit verteld hij ongegeneerd, ondanks de kindjes die met grote oorbeschermers heen en weer kruipen op nog geen twee meter voor het podium. Er zijn maar weinig mensen die dat voor elkaar krijgen, het woord ‘penis’ noemen zonder dat moeders met kind en al de andere kant op willen rennen.
Toch blijkt uit dat verhaal dat zijn creativiteit geen grenzen telt. Waar anderen zeggen: “Nee dankje,” schrijft Ruud Fieten er een nummer over dat niet zou misstaan op een doodnormaal album.
Fieten’s held Neil Young komt ook nog aan bod. Nog voor zijn naam überhaupt genoemd wordt schreeuwt een man al de titel van het Neil Young nummer ‘Almost Cut My Hair’ als een verzoekje. Fieten lacht in reactie daarop en gebaard naar de man zijn kale hoofd: “Daar weet jij wel meer van, of niet?” De man lacht als reactie, maar krijgt gelukkig wel zijn zin. Alleen dan wél pas aan het eind van Fieten’s show.
Canshaker Pi
Het charisma Canshaker Pi is al zichtbaar zodra er nog geen noot gespeeld is. Terwijl de apparatuur nog afgesteld wordt doet de jonge Amsterdamse band een impromptu dansje waarbij drumstokjes en andere attributen worden gebruikt. Ze hebben er duidelijk zin in. Dat moet ook wel, want de band heeft speciaal voor hun LP-release een festivaloptreden bij Surfana afgezegd. Niet omdat het moest, maar omdat ze écht graag in Meppel wilden spelen. Betere reclame is er niet voor ‘Boomslang for Ed’, vanaf heden verkrijgbaar op vinyl.
Van ‘you hate it or you love it’ is er geen sprake in het publiek. Zelfs de mensen die bij de eerste noten nog huiverden weten ze zachtjes met hun hoofden te laten mee knikken op de muziek. Dat komt vooral door de manier hoe de jongens over het kleine podium bewegen, hun haren warrig en intussen vochtig van het zweet. Het is vergelijkbaar met een mierennest: het krioelt en lijkt op het eerste gezicht geen orde te hebben, maar als je dan iets beter kijkt merk je dat er toch meer structuur in zit dan je eerst dacht.
Oh Thunder
Na het enthousiasme en de energie van de mede Amsterdammers is Oh Thunder even een hele omschakeling. Al voor het optreden trekt zangeres Rosalie Wammes de aandacht van enkele mensen als ze met een grote harpvormige tas richting het gebouw loopt. Ondanks dat het publiek vrijwel geheel uit muziekliefhebbers bestaat is de kans groot dat een groot deel nog nooit een harp in het echt gezien heeft.
De aandacht van het publiek verdwijnt echter vrijwel compleet zodra duidelijk wordt dat de band kampt met technische problemen. Na enige vertraging besluiten ze het maar gewoon te proberen, alleen dan wel zonder trombone. Ach ja, de ruimte is klein genoeg om er iets van mee te krijgen. Mét of zonder versterking.
Na nog enige twijfel of de techniek het volhoudt trekt het publiek vrij snel bij. Dat is ook niet zo moeilijk, want met de atmosferische muziek en de hypnotiserende bewegingen van Rosalie Wammes kom je zo in een zone dat je geen negatieve gevoelens meer kunt ervaren.
Oh Thunder omarmt wat Nieuw Binnen probeerde te bereiken: het laten zien van getalenteerde bands die over een jaartje op de grote festivals kunnen staan. De overheerlijke mix van de electropop en psychedelic van deze Amsterdamse band zou dan ook zeker niet misstaan op Lowlands. Dat er soms nog wat kleine schoonheid foutjes bij in sluipen is nu nog niet erg. De potentie is er, en vanavond is dat het belangrijkste.
Pip Blom
Pip Blom bewijst dat er niet veel nodig is om goede nummers neer te zetten. Dit merk je nog eens extra goed zodra gitarist Tender Blom aan Boris van Canshaker Pi vraagt hoe de reverb aan moet op de versterker. Eigen gitaren er in en gaan, zo simpel kan het ook. Het publiek begint hier nu écht een stuk losser te komen, mede door de combinatie van alcohol en het enthousiaste gevolg van de jonge bands die voor Pip Blom speelden. Met de kreet: “Dit is hun grootste hit!”, stort een jongen zich bijna op de knieën voor het podium. Zijn handen zwaaien ondertussen in de lucht op een manier waar Kiss bandlid Gene Simmons geld voor zou willen zien.
Waar Rosalie Wammes een bepaalde soort rust uitstraalde, straalt Pip Blom juist een soort kracht uit. Met een ietwat verveelde blik kijkt ze alsof ze de wereld al aan kan. Voor veel mensen werkt deze blik niet, maar in combinatie met de rest van Pip Blom’s houding komt ze bijna strijdlustig over. Misschien zouden ze volgende keer Pip Blom moeten regelen voor Wonder Woman. Jeweetwel, als onze Nederlandse parel Doutzen niet kan.
Mooon
Afsluiter van de avond is Mooon, de band waar je in de setting van een oude school eigenlijk op had zitten wachten. Met zijn rode Gibson en gitaarsolo’s trekt Timo van Lierop al behoorlijk de aandacht, maar voeg daar nog eens de gelijkenis met Marty McFly aan toe en je bevindt je in ‘Back To The Future’. Voor even heb je het idee dat je in de scene zit waar Marty McFly de toekomst van de gitaarmuziek laat zien, enig verschil is dat van Lierop zich binnen de perken weet te houden en niet te ver afdwaalt van de rest van de band.
Over ‘Back To The Future’ gesproken, broers Tom en Gijs de Jong zouden met hun uiterlijk zeker niet misstaan in de jaren 60.
Op van Lierop’s vraag of er iemand ooit gesurft heeft in Meppel blijft het aarzelend stil. Slechts een handjevol mensen is geneigd een twijfelend handje op te steken. Wat wil je dan ook, Meppel is niet bepaald een kustplaats. Toch krijgt Mooon het voor elkaar je mee te brengen naar een Amerikaanse kustplaats met de combinatie van blues en, zoals van Lierop het beschrijft, ‘surfmuziek’. Het publiek begint nu echt losser te worden. Zodra Mooon dreigt met het laatste nummer wordt er al snel geroepen om meer: “Spelen!”
Even twijfelen ze, maar dan blijkt dat ze nog een cover hebben die ze kunnen spelen. Na goedkeuring van de organisatie zetten ze vol enthousiasme de klassieker ‘Gloria’ in met drummer Gijs de Jong als zanger. Nu het publiek gekregen heeft wat ze wilden is de voorheen lege vloer vlak voor het podium gevuld met dansende mannen. Eén daarvan krijgt het zelfs voor elkaar een soort alternatieve riverdance te bedenken die precies op de maat van ‘Gloria’ gaat.
Zodra de jongens aangeven toch écht niet meer nummers te hebben lijkt het publiek tevreden. In dit geval was meer leuk geweest, maar met de set van Mooon was het zeker een waardig einde van een met muziek gevulde avond.