Marien Dorleijn imponeert met zeldzaam solo-optreden

‘Vanavond speel ik alleen ‘liedjes-liedjes’’

Wouter Bessels ,

Voor de derde maal is zaterdagavond in theater De Tamboer in Hoogeveen het jaarlijkse Singer-songwriter festival gehouden. Naast publiektrekkers als Douwe Bob en Elske DeWall staat ook Marien Dorleijn op de affiche. De voorman van de band Moss geeft zelden een solo-optreden; voor 3voor12 drenthe de reden om dat eens te gaan aanschouwen.

Het programma wordt om acht uur afgetrapt met Max Meser, een jonge troubadour die sinds vorig jaar november ook in de stal van Boom! Agency zit en zodoende op dit festival staat. Ooit stond hij al op het podium met Tangarine en momenteel werkt hij met Matthijs van Duijvenbode (Tim Knol, Johan, Douwe Bob) aan zijn eerste album.

De stoere liedjes zijn geleest op de Engelse/Ierse school (David Gray, Tom McRae, de vroege Damian Rice) en speciaal voor Valentijnsdag speelt hij Wedding Day. De veelbelovende singer-songwriter speelt zich vanavond behoorlijk in de kijker. Een naam om te onthouden de komende tijd.

Ook Elske DeWall weet wat voor dag het is en gooit enkele malen hartenvormige spekjes de zaal in. Het komt eigenlijk veel te lollig over, zo tijdens een zeer solide en professioneel gebracht optreden.Elske begint solo, wordt vanaf het tweede nummer bijgestaan door het zus Femke – met wie zij haar guilty pleasure Islands in the Stream speelt – en na een kwartier staan ook gitarist Peter Krako en drummer Sietse Huisman op de bühne. DeWall laat zich van haar meest veelzijdige kanten zien. Klinkt het ene moment als Joss Stone, dan weer als Carole King achter de piano.

De meerstemmige zang van haar bandleden maakt het totaalgeluid alleen maar mooier. Ze bekent dat Whitney Houston van enorme invloed op haar stemgebruik is geweest. Dat laat ze vervolgens overtuigend horen in een fraaie cover van How Will I Know.
De toetreding van Elske DeWall in het theater is een prima stap; tegelijkertijd kan men reikhalzend uitkijken naar haar derde album dat binnenkort uitkomt. De snoepjes voor Valentijnsdag kan ze volgende keer gerust achterwege laten.

Over Douwe Bob is de laatste drie jaar al genoeg gezegd en geschreven. Vanavond staat hij in z’n eentje in de Passage zaal, begeleid in slechts een paar nummer op de piano door zijn rechterhand Matthijs van Duijvenbode. Het publiek is muisstil en luistert aandachtig drie kwartier naar een vooral logische en voorspelbare keuze uit zijn nog jonge oeuvre.

Afsluiter Inge van Calkar treedt in de foyer op met haar band en wijkt, net als Elske DeWall, in die vorm min of meer af van het singer-songwriter-concept van de avond. Ooit met Sanne Hans (Miss Montreal) begonnen in Isis, nu staat zij alweer een aantal jaren op eigen benen, al dan niet met een eigen band. Haar liedjes bewegen zich tussen die van Janne Schra en Jacqueline Govaert en zo presenteert zij zich ook op het podium. Muzikaal is het een interessante crossover van country, pop en een wat rootsy-geluid. Ieder nummer van Van Calkar heeft wel een onverwachte wending en ook haar band komt verrassend uit de verf, met slidegitaar, brede toetsen en contrabas. Net als de opener van de avond Max Meser een act om goed in de gaten te houden.

Het is even na half tien als Dorleijn het podium in de foyer betreedt. Terwijl het publiek vanuit de Passagezaal stroomt, na een verrassend goed concert van Elske DeWall, trapt de Amsterdammer af met Today’s Gold en Spellbound. Voor wie Moss kent, is het een zeldzame kans om de liedjes in een bijna ‘naakte’ vorm te horen. Ontdaan van alle geluiden die het groepsgeluid zo uniek maken. Dit is de singer-songwriter Dorleijn die teruggaat naar de basis. De essentie van zijn werk.
Minpunt is dat niet het volledige 300-koppige publiek doorheeft dat hij wat meer concentratie en aandacht van de zaal verlangt. Er is teveel geroezemoes, een glas valt op de grond kapot en de drankjes gaan in grote aantallen in de rondte en dat geeft een hoop gezelligheid, maar ook lawaai. Als de zanger Butterfly inzet, een nummer van het eerste Moss-album The Long Way Back, zet de geluidstechnicus er een tandje bij. Dat pakt geweldig uit.

Met Slower End en vooral I Apologize neemt zijn optreden alleen maar aan kracht toe. Op een gegeven moment zingt Dorleijn zeker een halve meter van de microfoon af en nóg worden zijn volle en loepzuivere uithalen onder luid volume de zaal in geslingerd. Marien begint ook steeds meer te praten tussen de nummers door; zo vertelt hij het verhaal dat een stuk als I Apologize niet vanzelfsprekend op Never Be Scared/Don’t Be A Hero is terechtgekomen. Er is onder de bandleden flink gestemd. Tegenwoordig behoort het, samen met I Like The Chemistry, tot de meest geliefde nummers van de groep beschouwd. Met dat laatste stuk rondt hij na veertig minuten af.
Onder luid applaus stapt Marien van het podium af. Het is hem gelukt om met een overtuigend optreden steeds meer zieltjes in de zaal te winnen. Voor wie hem of Moss nog niet kent; dit is het moment geweest om je te laten onderdompelen in het werk van één van Neerlands interessantste bands van nu en de afgelopen zeven jaar.

Tien minuten later in de kleedkamer blikt hij tevreden terug. "Ik doe dit soort soloconcerten zelden. Misschien drie of vier per jaar. Dat aantal ligt erg aan de periode waarin ik mij bevind, vaak tussen twee Moss-albums in. Mijn boeker belde mij op of ik zin had in het optreden van vanavond en ik greep de kans aan om zo weer eens akoestisch voor publiek te spelen. Bij Moss gebruik ik enkel elektrische gitaren. Vanavond speel ik een set die geschikt zijn voor alleen gitaar. Alleen de echte ‘liedjes-liedjes’, nummers die ik makkelijk in mijn eentje kan uitvoeren. Zoals I Like The Chemistry, dat is ook wat monotoon. Ook Butterfly, dat de laatste jaren niet op de setlist van Moss heeft gestaan. Ik heb voor ruim vijftig minuten aan materiaal dat ik zo solo kan spelen. Vanavond was het veertig minuten, toch? Lukt dus prima", lacht Dorleijn, nippend aan een Spaatje blauw.

De 37-jarige zanger/gitarist bekent dat hij middenin de voorbereidingsfase van het vijfde Moss-album zit. Hij kijkt terug op een, zoals hij zelf aangeeft, moeilijke tijd. "We Both Know The Rest Is Noise was een overgangsplaat. Jasper (Verhulst, red.) had de band verlaten en Koen (van de Wardt, red.) kwam bij ons. Nu is de situatie heel anders en zo gaat het volgende album ook klinken. We dragen allemaal bij aan de liedjes, ook Koen komt met ideeën. Het is een kwestie van aftasten bij elkaar welke richting het geluid opgaat. Goed songmateriaal gaat wat mij betreft altijd hand in hand met de productie. Ik ben een echte studio-nerd, hou van het draaien aan knopjes en het experimenteren met allerlei gear. Ik moet het kunnen voelen als het geluid van een song wordt bepaald."

'Ik heb altijd behoefte aan feedback'

Een half jaar trekt Dorleijn nu uit om te werken aan het nieuwe album dat begin volgend jaar moet verschijnen. "De werktitel is Moss 5, de plaat die je wist die zou komen", lacht hij. "Ik ben in zo’n periode heel streng voor mijzelf en werk vier dagen van 8 tot 5 in een studio. Die ligt op een half uurtje rijden van mijn huis. Ik ga dus echt naar het werk, al voelt het niet zo. Het verschilt per nummer hoe we er als band aan gaan werken. Ik kan een liedje van A tot Z aan de anderen presenteren, of ik draag een idee aan dat we vervolgens als band verder gaan uitwerken. Of we zijn samen aan het jammen, er ontstaat iets en dat ga ik dan verder uitwerken tot een bepaalde vorm, voordat we het dan gezamenlijk gaan opnemen. Ik heb altijd behoefte aan feedback bij ideeën. Heel belangrijk en leerzaam. Het brengt je steeds verder, enerzijds hoe je schrijft, anderzijds waar je als groep naartoe wilt. Goede liedjes blijven schrijven is voor mij het allerbelangrijkst."

Vinyl

Marien moet lang nadenken voordat hij zich het eerste optreden van Moss in Drenthe, op 6 september 2012 in Emmen, herinnert. "Oh ja, stonden we toen niet in een theater, met The Secret Love Parade als voorprogramma? Dat was een leuke avond. Drenthe heeft best een actieve scene, hoewel Moss natuurlijk veel populairder is in steden als Amsterdam, Utrecht of Nijmegen. Daar komen veel studenten naar ons kijken. Het publiek dat onze platen op vinyl koopt. Iets wat ik overigens ook zelf doe. Ik heb een auto waarin ik cd’s draai, puur voor het gemak, maar thuis heb ik eigenlijk alleen vinyl staan. Van Never Be Scared/Don’t Be A Hero zijn nu twee persingen van 500 exemplaren elk allebei uitverkocht. Ze zijn op rood vinyl verschenen. Je kan trouwens makkelijk zien of je een ‘vroeg’ geperst exemplaar hebt, als er een zwarte vlekken tussen het rood zitten. Dat komt door de omschakeling bij de perserij van de gangbare kleur zwart naar een andere kleur. Leuk weetje."

Dorleijn praat over zijn samenwerking met David Pino als TIKA, Lea en zijn rol binnen ‘Excelsior-superband’ Happy Camper. Projecten waar hij graag op terugkijkt. Hoe ziet zijn bucketlist er op dat gebied verder uit?
"Goh, ik zou graag ooit nog iets willen doen, op muzikaal gebied uiteraard, lacht hij, met Jana Hunter van Lower Dens. Deerhunter vind ik ook te gek, evenals de Franse band Phoenix. Ik ben fan van hun plaat Alphabetical. Verder luister ik graag naar Panda Bear en The Knife. Nee, ik heb geen aspiraties voor een solo-album. Ik voel dat ik in TIKA al zo’n soort rol heb. Dit jaar zet ik alles op alles wat betreft de nieuwe Moss-plaat."

Ondertussen klinkt al zeker twintig minuten de stem van Douwe Bob door de open deur van de kleedkamer; hij staat in z’n eentje op het podium van de aangrenzende Passage zaal. De ontspannen Dorleijn zit duidelijk op zijn praatstoel, maar de muziek wint het uiteindelijk van een goed gesprek: "Laten we even naar Douwe gaan kijken."