De vlooienmarkt van Tim Knol

Singer-songwriter speelt soepel en trefzeker in De Amer

Jon Nyckl ,

Derde kerstdag in De Amer. Volle zaal, iedereen in opperbeste stemming. Er is sfeer en er is gezelligheid. En natuurlijk is er de beroemde gehaktbal in de pauze, deze keer aangevuld met snert. Maar is er ook muziek?

Tim Knol verzorgt een ‘dubbelconcert’. Dat betekent ’s middags aan de bak en ’s avonds opnieuw drie sets spelen. Wat een leuk ventje, die Tim. Lief, gemakkelijk benaderbaar. Haren niet gekamd, zwart T-shirt, zwarte jeans, pogingen tot een baard. Leuke verhaaltjes vertelt hij tussen de covers door in de eerste set, over zijn helden van weleer, die juweeltjes van (country)liedjes schreven. Anekdotes over Townes van Zandt, Fred Eaglesmith, Allen Toussaint, wie kent ze niet?
Tim was voorafgaand aan het middagoptreden naar de TT-hall geweest, samen met zijn pianist Eric Lensink die hem in het tweede en derde bedrijf van het concert bijstaat op de klavieren. Tim is een verzamelaar; beter gezegd Tim heeft last van verzamelwoede. Een groot deel van het op rommelmarkten, inloopwinkels en oude zolders gevonden materiaal heeft hij uitgestald op het podium. Je kan het terplekke van hem overnemen, soms voor € 0.- Handel, dus!

Maar komt het publiek daarvoor op een veel te warme zondagmiddag eind december naar De Amer? Ik denk het niet. Die komt voor de vooruit gesnelde roem van Tim (niet in de laatste plaats door zijn veelvuldige aanwezigheid in De Wereld Draait Door) en zijn muziek, zijn liedjes. En die waren er ook te horen, tussen de bedrijven door! Hij is zeker een vakman, schrijft mooie liedjes (Sam), zet ze op CD en je mag nieuwe liedjes gratis downloaden, zoals het kwetsbare I miss you.
Tim is adept van Bob Dylan en in zijn performance doet hij me zeker ook denken aan Daniël Lohues. Wat voor hen geldt, geldt zeker voor Tim. Je moet wel van zijn stem houden. Wat iel, soms overschreeuwd, maar altijd gevoelig. Zo streelt hij ook de snaren van zijn gitaar, soepel en trefzeker.
Ik had in die 3 x 40 minuten graag meer van zijn muziek willen horen. Met andere woorden: minder covers (hoe mooi vertolkt ook) en ander spul wat zo langzamerhand naar het museum kan!

Als voorprogramma van het middagconcert van Tim Knol treedt Daniel Cane & Rebellion op. Ik heb hen eerder gezien dit jaar in Warenhuis Vanderveen te Assen tijdens de Popronde van Nederland. Het draait om singer-songwriter Rico Neeter, die zich laat begeleiden door een stel jonge muzikanten (waaronder de uit Erm afkomstige Chris Moorman op mondharmonica).
En daar waar de zanger (laten we hem voor het gemak Daniel noemen) in alles enthousiasme, geestdrift en lef uitstraalt, staan zijn collega’s als zoutpilaren op het podium.
Daniel, springt, schreeuwt, gebruikt nauwelijks de microfoon voor zijn zang en ramt op de gitaar. Aanstekelijk gedreven en het publiek waardeert dat, zeker wanneer hij Dancing On Cold Feet van hun dit jaar verschenen CD Home (uitverkocht!) akoestisch en midden in de volle Amer ten gehore brengt. Zo doe je dat als artiest.
In alles hoor en beluister je dat hij er in gelooft, een absolute voorwaarde in de muziekbusiness. Een andere voorwaarde, sterke songs schrijven, verdient nog wel de nodige aandacht in zowel compositie als zeggingskracht.

Tenslotte: ik draag De Amer en zeker de programmeurs van deze illustere Drentse cultuurboerderij een warm hart toe. Met het contracteren van jonge en nieuwe muziekhelden als Tim Knol en Daniel Cane wordt getracht De Amer ook bereikbaar te maken voor jongere generaties publiek. Daarvan is gisteren (gelet op het hoge grijsgehalte, al dan niet met verfkwast bewerkt) nog weinig te merken.

Een 70-jarige bassist die toevallig aanwezig was, verzucht: "Jonge muzikanten die ouwelullenmuziek maken." Hij heeft wel een punt.