The Deaf uitblinker op eerste TamboerPop

Nieuw popfestival in Hoogeveen meer dan geslaagd

Wouter Bessels | Foto's: Harrie Oude Hampsink ,

Een schot in de roos, zo kan de eerste editie van TamboerPop van afgelopen zaterdag worden genoemd. Ongeveer 1500 aanwezigen zagen in een tot volwaardig popcentrum omgebouwd Theater De Tamboer optredens van onder andere The Deaf, Orange Skyline en Kensington.

Halverwege vorig jaar doken de eerste berichten op dat Hoogeveen een nieuw festival, zo aan het begin van het festivalseizoen, zou krijgen. Met Kensington als hoofdact, die nog voor de release van hun derde en doorslaggevende album Rivals werd geboekt, werd een interessant programma samengesteld.
 
Zo opende het Hoogeveense Those Attic Sounds in de Parkfoyer met een aantrekkelijke thuiswedstrijd en liet de groep horen sinds de releaseparty van hun cd vorig jaar december te zijn gegroeid. Ook Palio Superspeed Donkey was met de losse, ruige Artic Monkeys-achtige songs de opwarmer bij uitstek voor de eerste act in de Univézaal: The Deaf.

Het ‘hobbybandje’ van Spike van Zoest kwam na een puik optreden op Paaspop nog naar Hoogeveen, om daar aantrekkelijke garagerock met een punk-sausje de zaal in de te slingeren. Alles klopt aan de korte songs van The Deaf. De presentatie is zowel keihard als flamboyant en Van Zoest geeft zijn drie bandleden in elk nummer alle ruimte. Zelf excelleert hij op gitaar en komt hij toe aan solo’s die we de laatste tijd bij Di-rect zo moeten missen. Tegen het einde van het optreden krijgt de groep het zelfs voor elkaar om de eerste crowdsurfer in actie te laten komen. Als een waardig dirigent (dat weten we sinds kort!) heeft Spike het publiek compleet op zijn hand. Met I’m Alive sluit de groep een uur later waardig en overrompelend af. "En ik ben Carlo Boszhard", als de Hagenees, die zegt zin te hebben in een biertje met Eloi van Kensington.

Ondertussen laten Dudettes in één van de twee foyers horen dat ze tot de beloftes van eigen bodem behoort. Afwisselende poprock, met een knipoog naar de puntige solo van Skunk Anansie of het rauwe geluid van 4 Non Blondes. Het fraaie optreden vormt zowaar af en toe een rustpunt na de denderende storm van The Deaf.
 
In de nabijgelegen Parkfoyer speelt tegelijkerijd de enige buitenlandse act van het festival: Swnami. Vier jongens uit Wales die met hun in het Welsh gezongen Britpop prima uit de voeten kunnen, maar een echt eigen geluid heeft de groep niet. Het zweeft en hangt teveel in tussen leuke ideetjes en te weinig overtuigingskracht. Leuk detail: de bassist draagt zijn Eurosonic 2015 T-shirt.

Voor de midnight-gig van Kensington stroomt de grote zaal al ver voor twaalf uur snel vol. De Utrechters hebben hun volledige backline meegenomen, inclusief de lichtshow die zo onderhand de spreekwoordelijke vijfde persoonlijkheid van de groep is geworden. Vanaf opener All For Nothing gaat het dak er af en daar is niets te weinig mee gezegd. Jonge meisjes bevolken de eerste rijen, daarachter staan de luisteraars van iets oudere leeftijden, terwijl ook de balkons afgeladen vol zitten. Eigenlijk kan de groep -momenteel de grootste rockband van ons land- niets fout doen, maar opnieuw laat het viertal vanavond horen dat er wat ontbreekt aan hun show: inspiratie en spontaniteit.

De nummers lijken teveel op elkaar (volgens de onderhand ‘bekende’ Kensington-formule gemaakt), hangen teveel vast aan hun oorspronkelijke albumversies en de setlist wordt bijna op de automatische piloot afgewerkt. Creatief gezien vliegt de band bijna niet uit de bocht: zo spelen zowel frontman Eloi Youssef en Casper Starreveld allebei in de meeste nummers exact dezelfde gitaarpartijen. Dat is jammer, want wie daar doorheen luistert, weet dat de vier prima muzikanten zoveel meer kunnen dan dat ze momenteel laten horen.

Halverwege het concert neemt het enthousiasme ook wat in gas terug, totdat met Done With, War en Streets weer een eruptief hoogtepunt wordt bereikt. Toegegeven: Kensington pakt de zaal finaal in, maar de groep mag best wat meer dynamiek in hun muziek leggen en wat minder kil doen overkomen. Wat meer vernieuwing en wat meer smoel geven aan hun nummers is meer dan welkom: het is vijf kwartier lang teveel van hetzelfde laken een pak.

Orange Skyline is zo'n band die wel weet wat uit de bocht vliegen is. De Groningers slagen erin om als één van de twee afterparty-bands flink wat publiek in het gebouw te houden en staan alles behalve statisch hun krachtige rock van de Britse school (Kaiser Chiefs, Artic Monkeys, maar ook Ash) te spelen. Het blijft iedere keer weer een genot om deze veelbelovende groep te zien en te horen.

Dat de Emmense band Toycar Taxi op dat moment het in de Parkfoyer met iets minder publiek moet doen, is jammer. Het drietal verdient een betere timeslot op het spoorboekje, dan om na de hoofdact te moeten spelen met zo’n publiekslieveling als Orange Skyline aan de andere kant van het gebouw. De energie van Geosy, Wouter en Lenard is er gelukkig niet minder om.

Zo eindigt de eerste TamboerPop rond een uurtje of twee en kan zowel organisatie als publiek terugkijken op een geslaagde eerste editie. Naast het Singer-songwriter Festival en het jaarlijkse Bluesfestival is een nieuwe traditie in De Tamboer geboren. Als de programmering zich in de komende jaren ook nadrukkelijk op ‘Pop’ houdt en ook regionale bands een podium blijft bieden, dan zou dat nog heel wat interessante namen naar Hoogeveen kunnen brengen.