'Ik ben geen ‘statement’-bassist'

Drents talent Robin Bremer betreedt podium Paradiso

Faeke ten Caat ,

Het is een winderige, maar zachte zaterdagmiddag in december. Tijd om af te reizen naar Amsterdam voor de finale van de Grote Prijs van Nederland. En om uitgebreid te praten met de jonge en talentvolle Drentse bassist Robin Bremer.

Bremer wordt op 6 november 1991 geboren in Hollandscheveld, waar hij vervolgens een groot deel van zijn vroege jeugd doorbrengt. Opgegroeid in een muzikaal getinte omgeving maakt hij al vroeg kennis met (pop)muziek. Met vader René, die geluidstechnicus en gitarist is bij de bekende drentse formatie No Name, komt hij als kind al veelvuldig in aanraking met het plezier van een muzikaal optreden. In zijn jeugd krijgt hij muziekles van de legendarische Ed Wennink.

Is de muziekschool en Ed Wennink belangrijk voor je geweest?

"Jazeker wel, ik heb veel geleerd van Ed en om mijn instrument in de basis te leren beheersen. Hij is vooral een inspiratiebron geweest. Het uiteindelijk echte harde werken voor muziek is voor mij begonnen bij de band No Name. Dat was zo leuk! Dat gaf mij de inspiratie om door te gaan met muziek maken."

Na omzwervingen komt hij in 2010 terecht op de Herman Brood Academie in Utrecht, een muzikale mbo-opleiding die jonge muzikale talenten klaarmaakt voor de volgende stap in hun carrière. In Utrecht zet hij in drie jaar flinke stappen vooruit door keihard te werken.
Hij studeert daar onder andere met de jonge muzikanten van de inmiddels bekende bandjes Mister & Mississippi en de Silverfaces.

Wat is voor jou het meest waardevol gebleken tijdens die opleiding?

"Het accent lag sterk op het hebben van een eigen stijl. Het is van belang om geen ongeleid projectiel te zijn, maar om duidelijke keuzes te maken in datgene waarin je je echt goed wilt ontwikkelen. Denk daarbij aan sound, stijl en techniek. Als je wilt bassen als Paul McCartney, om maar een voorbeeld te geven van wat ik bedoel, dan pak je een karakteristieke Hoffner vioolbas of Rickenbacker basgitaar. De sound is karakteristiek voor wat hij doet. Dat ga je dus niet op een Fender Jazzbass spelen. Om daarin een duidelijke keuze te maken is voor mij erg waardevol geweest."

Ben je niet bang om jezelf dan in een hokje te plaatsen?

"Zelf vind ik het niet erg om dat te doen. Ik denk dat veel medemuzikanten bang zijn om kansen mis te lopen door niet te kiezen, maar dat is mijns inziens niet waar. Met een duidelijk doel voor ogen kom je verder. Dat wil overigens niet zeggen dat je altijd en alleen maar in je hokje moet blijven zitten, integendeel. Ivo Severijns (Waylon) en leraren als Thijs Lodewijk (Wende Snijders) hebben een enorme invloed op mij gehad. Ik heb veel met Thijs gepraat over mijn keuzes voor de toekomst. Interessante gesprekken die mij op het pad hebben gezet richting de plek waar ik nu studeer, conservatorium Codarts in Rotterdam. Leren van de ervaring op het HBA in Utrecht is dus ook een van die waardevolle dingen."

Hij is de eerste Hollandscheveldse muzikant die op het podium van poptempel Paradiso staat, tijdens de finale van de Grote Prijs van Nederland. Robin is bassist in de band van jong talent en multi-instrumentalist Jeanne Rouwendaal (18). Een singer-songwriter die haar inspiratie haalt uit werk van Bon Iver, Matt Corby en Damien Rice.

Jeanne speelt haar eerste liedje alleen en begeleidt zichzelf op elektrische gitaar.
Haar versterker weigert tot twee keer toe, maar niets weerhoudt haar ervan om stevig in haar schoenen te blijven staan. Het is moedig om op 18-jarige leeftijd alleen in een vol Paradiso te staan. Die overtuiging heeft Jeanne en dat straalt ze uit.
In het tweede nummer wordt de band geïntroduceerd en betreedt Robin de bühne.

Wat is de belangrijkste functie van de bassist in een band? Op welke wijze vervul jij die rol?

"Het cliché 'motor van de band' is waar, maar dat is niet het enige wat een bassist is. Dat varieert ook per band. Ik zou de functie 'het overkoepelende mengmiddel tussen drum en gitaar/melodische instrumenten' willen noemen. Paul McCartney is een gitaristische bassist en daarmee totaal anders dan Marcus Miller. Twee zeer uiteenlopende bassisten. Daarmee is hun rol in de muziek die ze spelen ook totaal anders. Zelf vind ik het belangrijkste om de band te dienen en een echt bandgevoel te hebben. Als ik muziek luister, dan hoor ik niet alleen de basgitaar, maar het totaal. En als student onderzoek je welke rol de bassist daarin speelt. Ik ben dan ook heel graag een bandjesbassist en veel minder een sessiebassist, alhoewel dat ook leuk is om te doen. Meedenken met de singer-songwriter wat betreft arrangementen en ideeën, daar ligt mijn passie. Bij Jeanne is dat veel ingewikkelder en heel anders dan bij mijn Pink Floyd-achtige bandje waarin ik weer meer recht-toe-recht-aan bas speel. Het zijn twee compleet andere werelden. Bij Jeanne sta ik meer in dienst van het liedje; het is geweldig om met haar band te werken. Alles valt daar op zijn plek."

Robin Bremer staat als bassist zelfverzekerd te spelen. Een prachtige sfeer ontstaat tijdens de nummers van Jeanne en hij speelt als bassist heel duidelijk in dienst van de muziek van Jeanne. De band komt, vooral in het tweede nummer van de set, nog wat onwennig over. De arrangementen zijn, mede door de sound, hier en daar wat rommelig.
Na het tweede lied wordt het echter snel stukken beter met als hoogtepunt de single Hidden Flaws. In dit nummer komt het talent van deze groep volledig naar voren en tot zijn recht. De arrangementen vallen op de plek en de intentie van de nummers is heel mooi. Dát wil je horen en beleven.

Welke tip wil jij jong talent in Drenthe meegeven die dromen van optreden in Paradiso?

"Wees niet bang om de keuze te maken. Het maakt niet uit wat je tof vindt. Kies ervoor en kies er ook echt voor. Én doe het! Iedereen is geïnspireerd door de omgeving waarin je opgroeit. Je ouders, vrienden en vriendinnen, medemuzikanten. Maar wanneer je jezelf wilt ontwikkelen, dan moet je ook een eigen mening en eigen smaak kunnen ontwikkelen. Je zult wellicht ontdekken dat je heel andere dingen óók leuk en interessant vindt."

Jeanne is multi-instrumentaliste en neemt in één van haar nummers de basgitaar uit handen van Robin. Jeanne speelt overtuigend basgitaar, terwijl Robin met veel gevoel en overtuiging met een shaker de ritmesectie versterkt. Dat is verrassend en leuk om te zien hoe Robin ook in deze rol staat te genieten van het hele bandverhaal.

Jeanne speelt normaal gesproken zelf basgitaar. Hoe is het om dan als bassist met haar te spelen?

"Te gek, want ik kan tijdens de nummers die zij op de basgitaar speelt lekker tamboerijnen en ei’en met zo’n shaker, haha! Als je niet speelt, dan speel je ook! Heel belangrijk. De stilte in muziek is minstens zo belangrijk als de gespeelde noten."

Aan het einde van de set laat Robin zich ook zien van zijn technisch virtuoze kant. Een geweldig geplaatste lick die ook door de cameraman van de avond precies in beeld gebracht wordt. Het is opvallend dat Robin sterk is in doseren. Robin kan hier en daar qua dynamiek wellicht nog groeien, maar hij doet niet te veel en houdt de band in de basis heel goed in balans.

Welke muziek inspireert jou?

"Illinois van Sufjan Stevens vind ik wat betreft arrangementen een groot voorbeeld voor wat je met een band kunt bereiken. Dat vind ik echt geweldig en is voor mij op dit moment the holy grail. Daarnaast artiesten als Patrick Watson, Bon Iver, Jeff Buckley en Fink. John Mayer is ook heel erg te gek. Heel traditioneel wat betreft bas, maar heel inspirerend. Ik vind het gewoon heel interessant om met een groep te arrangeren. Dat is een heel cool proces en vind ik heel waardevol. Ik ben geen ‘statement’-bassist, maar denk graag in alles mee. Another One Bites The Dust is zo’n muzikaal statement, zo’n bassist ben ik niet."

Inmiddels werk je op de muziekschool van, zoals je hem zelf noemt ‘de meest zieke metal drummer van Nederland’, Stef Broks. Wat is je functie daar?

"De muziekschool heet Het Popstation in Utrecht. Broks is o.a. oprichter van de band Textures. Een grote in de hele wereld! Het Popstation doet hij samen met Lasse Groeneveld en daar geef ik jongeren nu basgitaarles."

En hoe is het om nu aan de andere kant te staan? Geen student, maar leraar?

"Ik dacht dat ik lesgeven niet leuk zou vinden, maar ik vind het echt helemaal te gek. Ik was bang dat ik niet genoeg kennis zou hebben, maar merk dat ik nu, na tien jaar lang met muziek bezig te zijn, eigenlijk niet stop met lullen."

Voel je je nog een beetje Drent, zo in 'het hol van de leeuw'?

"Fucking Hell, haha. Ik voel me niet zo gebonden aan een plaats of land. Ben vooral dankbaar dat ik geboren ben, überhaupt. En ben opgegroeid met eerlijke en toffe mensen. Drenthe heeft mij in ieder geval nooit kwaad gedaan, haha. En ik ben dankbaar voor de muzikale kansen die ik daar heb gekregen, vooral bij No Name. Mijn leven bouwt zich nu vooral op in het westen van het land en de druk die het muzikale leven mij oplevert zorgt ervoor dat ik echt hard moet werken. Daardoor ben ik wel wat minder in Drenthe dan ik zou willen om vrienden en familie te bezoeken. Maar de ‘band’ blijft."

De finale van de Grote Prijs in Paradiso wordt niet gewonnen door Jeanne Rouwendaal, maar door Charl Delamarre. De publieksprijs én € 1000,- gaat wél naar Jeanne. Een mooie opsteker, omdat zij graag een album wil maken.
 

Hoe heb je Paradiso ervaren?

"Onwijs. Mega. Zenuwslopend en mooi. Met de juiste mensen ook! Dat was echt heel cool.
Het leven naar een optreden in Paradiso is bijzonder. Hier hebben zoveel goede artiesten gestaan. En daar staan wij nu! Op het moment zelf voel je de magie van de zaal en het moment van het spelen is bijzonder. Toen ik achter het doek stond om op te komen was ik wel ontzettend zenuwachtig. Ik heb geprobeerd dat te onderdrukken, maar dat is niet gelukt, haha. Het was gezonde spanning waardoor ik de juiste ‘focus’ kreeg tijdens het optreden."

Wat zijn jouw toekomstplannen?

"Ik vind het moeilijk om te zeggen wat ik over 5 of 10 jaar zou moeten doen. Wat ik heel erg fijn vind aan dit moment is dat ik heel ‘langzaam’ opbouw. De groei die we nu muzikaal doormaken zou ik graag vasthouden in alles wat ik doe. Ik geniet heel erg van het bandjesgevoel, mijn werk en zelfs de clichés als de kleine dingen in het leven. Ik hoop van harte dat ik in toffe projecten terechtkom of met Jeanne doorbreek zodat we kunnen toeren door Nederland. Vooral dingen doen die ík leuk vind. Dat is mijn plan."