Als een klein en liefdevol eerbetoon zet 3voor12 Den Haag op Moederdag een moeder of verzorger van een muzikant in het zonnetje. Op welke manier is hun opvoedende rol en liefde voor muziek van invloed (geweest) op hun muzikant(en) kinderen? Dit jaar spreken we twee van de drie leden van het rave club -punk duo +1 Mye_ Taai: Barend ‘Barry’ Spaan en Mike Eelkema (geen zorgen, Rik Komáromi is ook dol op zijn moeder, maar kon helaas niet aanwezig zijn) en hun moeders Sabina Eelkema en Mandy de Roode. De uitkomst is een warm gesprek over muziek, opvoeding, cassettebandjes, dansen en genieten.

Mye_Taai? Dat trekken ze niet!

Sinds kort worden de concerten van Mye_Taai afgesloten door het nummer ‘Ik bel je zomaar even op’ van zanger Gordon. Of het nu in Nederland is of in het Verenigd Koninkrijk, waar de band ook graag tourt. Een groter contrast is haast niet denkbaar, na de Engelstalige punk een Nederlandstalig liedje, maar daar is het ze juist om te doen. Barend: “Zulke muziek staat op de oude cassettebandjes van onze ouders, en daar luisteren we soms naar tijdens het touren.”

Mandy de Roode (58 jaar, moeder van Barend en Roxanne) luistert ook graag Nederlandstalige muziek: André Hazes, Marco Borsato, Frans Bauer. De teksten kregen meer betekenis toen haar oma (liefkozend ‘kleine oma’ genoemd) overleed en op de begrafenis het nummer “Nooit meer een morgen” van Marco Borsato werd gedraaid. Mandy: “De tekst raakt me nog altijd. Ik krijg dan een brok in mijn keel omdat ik de persoon in het nummer herken.”

Mandy werkt als chauffeur in het leerlingenvervoer en rijdt een groepje kinderen die niet zelfstandig naar school kunnen vanwege ziekte, handicap of gedragsproblemen. Op verzoek speelt ze muziek in de bus af. Niet alle kinderen kunnen dat verdragen, dus houdt ze het veilig: muziek op verzoek. Mandy lacht: “Zeker geen Mye_Taai, dat trekken ze niet, te veel prikkels, dan stuiteren ze zo mijn bus uit.”

Mandy de Roode

Concert Mye_Taai PAARD 2024

Grease

In het huis waar Mandy opgroeide, was muziek altijd aanwezig. Niet groots of nadrukkelijk, maar op de achtergrond klonken Fats Domino, Engelbert Humperdinck, en The Bee Gees (vooral Barry Gibb was geliefd) – muziek uit de jaren zestig en zeventig.

Zelf ontwikkelde ze een brede smaak. Bon Jovi, Prince, Donna Summer, Tom Jones, Michael Jackson – alles wat in de jaren tachtig op de radio te horen was, vond zijn weg naar haar oren. En dan was er natuurlijk Grease. Mandy: “Niet zomaar een film, maar een sensatie! De kapsels, de personages, de energie van de muziek – ik vond het helemaal geweldig.”

Atonaal

Mandy had in haar jeugd geen muziekles en speelde ook geen instrument. En zingen? Nou ja, dat deed ze wel eens — maar alleen als niemand thuis was. “Geloof me,” zegt ze met een brede glimlach, “je wilt mij niet horen zingen.” Toch betekende dat niet dat muziek geen plek had in haar leven. Ze danste graag. En niet zomaar een beetje. Uitgaan zonder minstens één goed dansje? Dan was ze niet écht uit geweest. Ritme voelde ze in haar lijf, niet in toonladders of akkoorden.

Vanuit haarzelf is muzikaliteit dus nooit actief of bewust doorgegeven, maar Barends vader was wel altijd aan het zingen en had vroeger zelfs een karaoke-set.

Barend: “Thuis was muziek meer een bijkomstigheid dan een hoofdzaak: het was er altijd, maar vanaf de luisterstoel. Een lekker plaatje op de achtergrond was er steevast bij. Maar bij mijn oma en opa — van mijn vaders kant — begon muziek te leven. Die woonden letterlijk in de keuken, en in een van de keukenkasten stond een oude installatie. Cassettes erin, koptelefoon op, en luisteren maar.

Mijn oma zong vaak kinderliedjes met me mee. Geen idee meer welke precies, maar wat me bijblijft, is dat ze zo heerlijk atonaal zong. Gewoon rechttoe, zonder poespas. Misschien dat daar, heel onbewust, de eerste muzikale zaadjes zijn geplant.”

Te schreeuwerig en onverstaanbaar

Mandy vertelt dat de muzikale ontwikkeling van haar zoon eigenlijk vanzelf is ontstaan: “Hij begon op een gegeven moment steeds meer naar hardrock te luisteren, een genre waar ik zelf nooit veel mee heb gehad – te schreeuwerig en onverstaanbaar voor mij. Mijn man, Barends stiefvader, is daarentegen groot fan van U2 – een band die Barend ook wel kon waarderen.”

Barend: “Later ben ik me veel meer gaan verdiepen in muziek uit de jaren tachtig en negentig. U2 had als beginnende punkband met albums als War een rauwheid in hun geluid die ik nu zelf ook vaak opzoek. Die puurheid en energie probeer ik te vangen.”

Hij herinnert zich hoe hij rond zijn tiende, eind jaren negentig, actief singles kocht op de Dierenselaan en de Haagse Markt. Dat leverde een bonte verzameling op: van hiphop en R&B tot rock en eurodance. Hij luisterde onder andere naar 'You Rock My World' van Michael Jackson, 'Dansplaat' van Brainpower, 'The Real Slim Shady' van Eminem, maar ook naar Captain Jack en de Vengaboys.

Later werd Barend geïntroduceerd in de wereld van nu-metal en alternative rock. Vanaf dat moment vulde zijn discman zich met muziek van onder andere Limp Bizkit, Linkin Park, Iron Maiden, Sepultura, Three Days Grace en Gorillaz.

Maar het was vooral Iron Maiden dat hem in het hart raakte. Het livealbum Rock in Rio maakte diepe indruk. “Toen ik dat album voor het eerst, nietsvermoedend, in mijn cd-speler stopte, was ik verkocht. Het is nog steeds magisch hoe zo’n band een publiek op die schaal weet mee te nemen. Als ik mensen hoor meezingen in koor, raakt me dat nog net zo sterk als toen.”

Op de vraag of hij de invloed van zijn ouders herkent in zijn muzieksmaak, antwoordt Barend dat dit niet bewust of direct het geval is geweest. “Maar de muzikale veelzijdigheid thuis heeft er wel voor gezorgd dat ik met perspectief naar muziek en tijdsgeest kan kijken – en die kan omarmen voor wat het is. Daar geniet ik oprecht van.”

'Wat is dit voor herrie?'

Sabina Eelkema (63), moeder van Mike en Liana en al 45 jaar apothekersassistente, noemt zichzelf allesbehalve muzikaal. “Ik denk niet dat ik muzikale genen heb doorgegeven,” zegt ze nuchter. Toch speelde muziek wél een rol in haar leven, al was het aanvankelijk vooral op de achtergrond.

Sabina groeide op in Den Haag en Rijswijk in een huis waar muziek zeker klonk, maar niet de hare was. “Mijn ouders hielden van Duitse schlagers en Weense walsen. Heino, Udo Jürgens — die hoek. Voor mij was dat niks.”

Het was pas toen ze via vriendinnen in aanraking kwam met andere muziek, dat er iets begon te leven. “Supertramp was mijn eerste concert, in Ahoy. Fantastisch. Dat moment dat je binnenkomt — wow!” Dat optreden markeerde het begin van haar liefde voor live muziek. Ze bezocht daarna ook concerten van onder andere Harry Sacksioni en Kayak.

Thuis was haar eigen muzieksmaak echter niet altijd welkom. “We hadden een mooie kamer waar op zondagmiddag een plaatje werd gedraaid. Als ik dan met Supertramp aan kwam zetten, was het meteen: ‘Wat is dit voor herrie?’ Dus dan laat je het maar weer.”

Hoewel haar vader een gitaar in huis had — “Niemand weet hoe of waarom, want hij kon er niet op spelen” — kwam er weinig van. “Misschien had hij ‘m nog uit zijn diensttijd.”

Sabina Eelkema

Mike en Ray Eelkema

Sabina’s eigen muzikale vonkje werd onverwacht aangewakkerd op de basisschool. Ze herinnert zich een leraar die blokfluit speelde; geen gewone, maar grote, indrukwekkende exemplaren. “Je denkt misschien: een blokfluit? Maar hij speelde er echt prachtig op.” Die ervaring maakte zoveel indruk, dat ze voor Sinterklaas een blokfluit vroeg — en kreeg. “Maar ja,” voegt ze lachend toe, “op les mocht ik dan weer niet. Dus dat werd niks.”

Mike mengt zich af en toe met gevatte opmerkingen — hij grapt bijvoorbeeld dat oude Heino-platen nog geld waard zijn en haalt herinneringen op aan zijn moeder’s djembé-periode. Sabina lacht: “Ja, dat was maar een korte bevlieging. Het kwam door een collega die op vakantie was geweest in Zuid-Afrika. Zij vroeg of ik mee wilde naar djembé-les, en voor ik het wist zat ik ook op Zuid-Afrikaanse dans.”

Een professioneel luisteraar

Van ‘niets’ naar ‘alles’

Toen Sabina samen met haar man Ray een gezin vormde, veranderde ook de muzikale sfeer in huis. Het was vooral Ray die het muzikale fundament legde. “Een professioneel luisteraar,” noemt hij zichzelf – iemand bij wie de radio nooit uit staat. Muziek hoort er simpelweg bij, altijd en overal.

De soundtrack van het gezin: een kleurrijke mix van klassiekers en alternatieve helden. The Beatles, U2, Pearl Jam, Nirvana, Oasis, Yes, Tears for Fears, The Cure, Manic Street Preachers, Red Hot Chili Peppers, Franz Ferdinand – noem maar op. Die muzikale rijkdom vormde ongemerkt de basis voor zoon Mike.

“Muziek was er altijd,” herinnert Mike zich. “Mijn vader ontdekte steeds weer nieuwe bands. Het hoorde er gewoon bij – iets om van te genieten, maar niet per se iets om actief mee bezig te zijn.” Toch viel ook hier niet alles bij iedereen in de smaak. “Mijn moeder kon sommige platen echt niet aanhoren. Dan zei ze: ‘Draai dat maar als ik er niet ben!’”

Zelf moest Mike aan sommige bands echt wennen. “Pearl Jam vond ik als kind verschrikkelijk. ‘Draai dat maar in de auto’, zeiden we dan tegen mijn vader.” Hij grinnikt: “Maar ja, dan bracht hij me naar atletiek en zette hij het natuurlijk alsnog op.” Inmiddels kan hij het wél waarderen. “Dat is denk ik ook leeftijd. Als kind snap je het nog niet. Later valt het kwartje.”

Kindermuziek liet Mike grotendeels links liggen. “Bert en Ernie draaiden we in de auto, maar verder? Niet veel. Mijn muzikale pad ging eerder van ‘niets’ naar ‘alles’.” U2, Bon Jovi – het kwam allemaal via zijn vader binnen. Alleen Yes, met hun epische nummers van twintig minuten, vond hij onverteerbaar. “Geen doorkomen aan. Nu snap ik het wel, maar toen? Kansloos.”

Op school had muziek weinig plek. “Op de basisschool gebeurde er niks mee, en op de middelbare school raakte de muziekdocent al in het eerste jaar overspannen. Daarna kwam het vak nooit meer terug.” Pas op zijn zestiende, op aanraden van zijn moeder, pakte Mike voor het eerst een gitaar op. “Misschien had ik dat eerder gedaan als muziek wel serieus genomen werd op school. Jammer, eigenlijk.”

Sabina en Mike Eelkema, Mandy de Roode en Barend Spaan

Mike Eelkema

Ik wil wel mee!

In het gezin Eelkema waren concerten en festivals vaste prik. Mike ging al op jonge leeftijd mee naar optredens. Zijn eerste grote show? Waarschijnlijk U2 in het Gelredome, tijdens de Elevation Tour – al twijfelt hij even: misschien was het toch de Bon Jovi een jaar daarvoor in het Gelredome. Wat hij wél zeker weet: daarvoor waren er al heel wat edities van Parkpop, waar Den Haag voor één dag veranderde in een gigantisch openluchtpodium.

Wat hem vooral intrigeerde, waren de verhalen van zijn ouders na een concertavond.“Ze kwamen dan thuis met zo’n blik in hun ogen, alsof ze iets hadden meegemaakt dat je alleen begrijpt als je erbij was. Alsof ze deel uitmaakten van een geheim genootschap. En dan die VHS-banden met liveoptredens... ik keek er ademloos naar. Bon Jovi, en artiesten die ik toen alleen van naam kende, maar die een soort magie uitstraalden. Wat gebeurde daar allemaal?”

Als tiener wist Mike precies bij wie hij moest zijn toen hij zelf naar een concert wilde.
“Mijn moeder was wel te porren. Toen ik dertien was, brachten mijn ouders mij en een vriend naar Ahoy, voor een optreden van 50 Cent en G-Unit. Ze hadden geen idee dat we daar terechtkwamen in een dikke walm van rook. We kregen joints aangeboden alsof het chips waren", lacht hij. Later draaiden de rollen om. Mike werd de gids, en zijn ouders volgden.
“Mijn moeder is altijd in voor iets nieuws. Ze zegt standaard: ‘Ik wil wel mee.’”

“Als ze dan meegaat, vind ik het prachtig om te zien hoe ze helemaal opgaat in de muziek. Ze zingt mee, beweegt mee — soms raakt het haar echt. Dat samen beleven, dát is voor mij net zo bijzonder als samen zingen of muziek maken.”

Sabina en Mike Eelkema

Mye_Taai en Big Special backstage in PAARD

Die plaat blies me omver

Mike’s liefde voor muziek begon dus, zoals bij velen, thuis. “Je groeit natuurlijk op met wat er gedraaid wordt — dat vormt je ongemerkt,” vertelt hij. “Later komt er een moment waarop je zelf op zoek gaat, alles wat je ouders luisteren stom vindt, en dan, jaren later, toch weer terugkeert naar waar het ooit begon.”

Zijn eerste muzikale herinneringen? Singles van de Vengaboys en 2 Unlimited, gekocht bij de Free Record Shop in winkelcentrum De Bogaard. Niet lang daarna, tijdens een kamp, hoorde hij Americana van The Offspring op een discman van iemand anders. “Die plaat blies me omver.” Het was ook de tijd van Californication van de Red Hot Chili Peppers — een album dat zich direct in zijn systeem nestelde. Vanaf daar verschoof zijn smaak langzaam richting rap en hiphop. “Eminem, 50 Cent — die energie raakte me op een totaal andere manier.”

De grote versnelling kwam rond zijn vijftiende, toen hij begon met gitaarspelen. “M’n moeder zei op een gegeven moment: ‘Wil je niet eens op gitaarles?’ Iets wat ik waarschijnlijk al langer voelde, maar nooit hardop had uitgesproken.” Vanaf dat moment was er geen weg terug. Pearl Jam werd alles. “Ik verdween er compleet in.”

Het zette een zoektocht in gang die nooit meer is gestopt. “Vanaf dat moment wilde ik weten wat er nog meer was. Nieuwe bands, onbekende genres, rare zijtakken — ik wilde alles horen, alles snappen.” En dat bleef niet bij die ene fase. Rond zijn 21e stond hij werkelijk open voor alle genres. “Van obscure elektronische acts tot rauwe gitaren, van ambient tot afrobeat alles kon erdoorheen. En dat is eigenlijk nog steeds zo.” De nieuwsgierigheid waarmee hij luistert, herkent hij duidelijk als iets van zijn moeder.

Het werd iets waarin ik woonde

Een grote rol in Barends muzikale ontwikkeling werd gespeeld door zijn achterneef Marco. "Hij sleepte me mee een hele nieuwe wereld in. Limp Bizkit, Nickelback, Gorillaz, Prodigy, Iron Maiden, Deftones; ik kreeg alles tegelijk binnen. We deelden gebrande cd’tjes alsof het schatten waren. Op school liep ik rond met kopietjes van Chocolate Starfish and the Hot Dog Flavored Water of het debuutalbum van Gorillaz. Thuis had ik een stereodeck: cd erin, koptelefoon op en zo viel ik in slaap. Nacht na nacht.” Hij glimlacht. “Muziek werd niet alleen iets wat ik hoorde. Het werd iets waarin ik woonde.”

Een vaste lijn in zijn muzieksmaak had Barend niet. “Het was echt van alles wat: Brainpower, Michael Jackson en George Michael. In die tijd zat je ook midden in de gabber- en eurodance-scene, dus Captain Jack en 2 Unlimited kwamen ook voorbij. Mijn smaak schoot alle kanten op en dat vond ik eigenlijk alleen maar leuk.”

Op de basisschool speelde muziek nauwelijks een rol, behalve bij de eindmusical waarin hij een prominente rol mocht spelen. Op de middelbare school veranderde dat. Daar kreeg hij muziekles via een project in samenwerking met Ready to Play. Barend begon met pianolessen en kreeg elke week dezelfde opdracht: 'Eternal Flame' van The Bangles spelen én zingen. Hoewel hij geen piano kon spelen, bleef het nummer hangen, de melodie en tekst staan voor altijd in zijn geheugen gegrift.

Het moment waarop hij voor het eerst zelf een nummer mocht uitvoeren op een podium, maakte diepe indruk. Zonder veel woorden kon hij iets overbrengen. Muziek bleek een taal op zich. Daarbovenop kreeg hij drumlessen, en vanaf dat moment begon het echt te leven. Muziek werd iets persoonlijks, iets intiems. Niet zomaar achtergrondgeluid — maar een wereld waarin hij kon verdwijnen. Een plek waar hij zich thuis voelde.

Vanaf dat moment ging het snel. “Gitaar bleek niks voor mij, maar basgitaar voelde goed. Mijn opa vond het allemaal prachtig. We gingen samen naar de Kijkshop, en hij kocht een gitaar voor me. Toen is het begonnen. Vanaf m’n zestiende ging ik echt spelen. En eerlijk? Ik voelde me vaak niet echt op m’n plek, weinig vrienden, beetje outsider. Maar via die muziek, die platen, die optredens… daar vond ik iets van mezelf terug.”

Gezin Spaan

Barend Spaan

Mandy en Barend Spaan

Not My Cup of Tea

Inmiddels hebben de heren hun sporen als professionals in de muziek meer dan verdiend. Samen met Rik Komáromi brengen ze in Mye_Taai electropunk, scherpe maatschappijkritische teksten doorspekt met een flinke dosis Engelse humor. In oktober 2022 brachten ze hun debuut-EP I Bet You A €5er uit. De EP bevat nummers die ontstaan zijn tijdens de lockdown en behandelt thema’s zoals politiek, kapitalisme en de hedendaagse samenleving.

Voor Mandy is die muziek niet haar ‘cup of tea’: "Naar mijn smaak is het het te luid en te hard. Ik kan het ook niet verstaan. Muzikaal is het voor mij te wazig en daardoor lastig te begrijpen. Maar, ik vind het bijzonder dat ze met Mye_Taai naar het buitenland gaan om daar muziek te spelen. En dat ze dan ook nog eens teruggevraagd worden. Dan denk ik: ‘Dat doen ze dan toch maar mooi!’”

Sabina, hoewel ze de teksten niet goed kent, zegt: "Er is wel een tekstboekje, geloof ik, maar ik kan geen nummer ‘meezingen’. Ik vind het wel leuk om te kijken. Tenminste, als het hier in de buurt is. Je moet ook niet bij elke show aanwezig zijn. Nee, dan denken bezoekers 'daar heb je die moeder weer.'” En als het over Mike’s vader gaat: “Hij heeft helaas last van zijn oren, dus die kan niet meer naar de concerten. Hij vindt het verschrikkelijk om niet meer mee te kunnen gaan."

Concert Mye_Taai PAARD 2024

Onvoorwaardelijke liefde

Ze staan dan misschien niet altijd op de eerste rij bij het podium, maar Mandy en Sabina zijn onmisbare stille krachten achter hun zonen Mike en Barend. Hun steun? Onvoorwaardelijk.

Voor Sabina draaide het er altijd om dat Mike zijn hart kon volgen. “Ik wilde vooral dat hij deed wat hij écht wilde,” zegt ze. Mandy knikt instemmend en deelt haar motto: “Volg je hart en kijk waar je uitkomt.” Bewogen vertelt ze: “Als mijn kinderen gelukkig zijn, ben ik dat ook.”

Die liefde en betrokkenheid voelen de jongens in alles terug. “Of het nou ging om het lenen van de auto, of een luisterend oor midden in de nacht — ze zijn er altijd,” vertelt Mike. “Ze tonen echte interesse. Soms hielpen ze financieel, bijvoorbeeld bij mijn eerste gitaar. Maar ook nu luisteren ze mee naar songs die nog niet uit zijn, en geven eerlijke feedback. Mijn vader is daarin een waardevolle maatstaf, goudeerlijk. Hij helpt me om dingen écht goed te doen — met toewijding en integriteit -niet half.”

Beide muzikanten herkennen veel van hun moeders in zichzelf. Tijdens het interview wordt het uitgesproken — iets wat niet vaak gebeurt — en dat raakt zichtbaar.

Mike: “Wat ik bewonder in mijn moeder is haar open houding. Ze luisterde echt, stelde de juiste vragen en bleef doorvragen. Dat neem ik mee, ook in mijn werk in de sport, waar ik gymles geef. Oprechte interesse is daar essentieel. Gedrag komt ergens vandaan — als je doorvraagt, begrijp je meer.”

Barend vult aan: “Wat ik het meest waardeer? De vrijheid die ik altijd heb gekregen om mezelf te zijn. Wat ik ook wilde worden, mijn moeder stond achter me. Altijd. Onvoorwaardelijk. Dat zeg ik misschien te weinig, maar ik voel het wel. De afgelopen twee jaar zijn we nog dichter naar elkaar gegroeid. Doordat we meer zijn gaan praten, kwam er ruimte. Mijn moeder houdt vaak dingen binnen, uit zorg voor anderen — dat herken ik maar al te goed. Door meer te praten leer je langzaam wat er écht in je omgaat.”

Mike Eelkema en Barend Spaan

Mike Eelkema

Het sluipt erin

Mike merkt dat invloeden uit zijn jeugd ook doorklinken in wat hij vandaag maakt met Mye_Taai. “In onze Rave Club Studio hoor ik het soms ineens terug in de kleinste details. Dan ben ik aan een track aan het sleutelen en denk ik: hé, dat geluidje zat ook in een plaat die vroeger thuis draaide. Het sluipt erin zonder dat je het bewust doorhebt.”

Gordon ‘Ik bel je zomaar even op’ ( album Alles wat ik ben  1993)

 “Ik bel je zomaar even op
Er is niets op deze Aarde waar ik zoveel van hou
T is misschien een raar moment
Om te zeggen dat je alles voor me bent