Aan het begin van de dag krijgen, zoals ieder jaar, jonge artiesten de kans om zich op het festival te presenteren. Bijvoorbeeld Sidera. De winnaar van de YourStage Challenge, een wedstrijd voor schoolbands, mag het grote buitenpodium zelfs openen. Trotse ouders laten zich niet weerhouden door de regen en hebben hun telefoons in de aanslag om de jonge band vast te leggen. Wat volgt zijn drie nummers vol riffs en screams. Veelbelovend. In dezelfde leeftijdscategorie, zelfs nog wat jonger, rapt Jayce zich vol bravoure door zijn optreden heen. Later op de dag staat de elfjarige in PAARD in het voorprogramma van Hef, lezen we op zijn Insta. We nemen ons petje af en rekenen erop dat we meer van hem gaan horen. Ondertussen zet Big Five in de zaal, waar Ready to Play een aantal bands aan de wereld laat zien, een soulvolle set neer. We horen onder meer een eigen versie van ‘Crazy’ van Gnarls Barkley. Zo is het festival pas een uur bezig, maar hebben we al een mooie dwarsdoorsnede gehad van het Haagse talent van morgen.
Waar de vrijdag van Kaderock in het teken stond van oudgedienden als The Clarks en Gruppo Sportivo, biedt de zaterdag een divers programma met de nodige Haagse inbreng. We gaan van hiphop naar black metal en van hamsters naar een drummende robot.
Jorr
Jaïr Faria
Jayce is niet de enige rapper op deze Kaderock. Zo betreedt Skofniks iets na enen het grote buitenpodium. We kennen de rappers natuurlijk van onze eigen Clubtour, maar ook op Kaderock valt de hiphop van het tweetal prima. Props voor de ADO Den Haag-kleding. Jorr mag vervolgens in de zaal zijn ding doen. ‘Catfish’ is al uit, maar de rapper laat ook alvast wat nummers horen die nog niet uit zijn. Een track met een opzwepende beat heeft hij, volgens hemzelf, zelfs gister pas gemaakt.
En dan blijkt, als we weer naar buiten lopen voor Jaïr Faria, de zon te zijn doorgebroken. De 21-jarige zanger gooit het tempo wat omlaag met gevoelige ballads en soulvolle liedjes. Dat hij het aandurft om het prachtige ‘Habibi’ van Tamino te spelen, laat zien dat hij niet bang is. Als de zanger zelfs de hoge noten waar het nummer mee eindigt haalt, ontwaren wij toch wat kippenvel. Een momentje van introspectie voor het muzikale geweld weer losbarst.
Later op de dag zijn het vooral de gitaren die de toon zetten op Kaderock, en de Wodan Boys leveren daarin een absoluut hoogtepunt. De band komt furieus op en binnen een paar minuten hebben ze het plein voor het podium in beweging. Voor frontman Thomas en gitarist Mikkie is dit optreden extra bijzonder: Kaderock was het eerste festival waar ze als kinderen naartoe gingen. Nu staan ze zelf op het podium en blazen ze de Soestdijksekade omver met hun compromisloze “loudmouth rock”. Hun sound is een gecontroleerde explosie van agressie en melodie — rauw, direct en onweerstaanbaar. De nummers van het nieuwe album Godspeed a Go Go worden enthousiast onthaald, waarbij vooral de publieksfavorieten als “Geezer Glamour Danger” en natuurlijk de klassiekers zoals “Bells” hard binnenkomen. Geen gelul, geen franje — de Wodan Boys spelen alsof hun leven ervan afhangt. En dat voel je zelfs als je binnen in de concertzaal staat.
Wodan Boys
L'orne
In de zaal van Musicon gaat het ook behoorlijk los, zoals bij L’orne. De set van de Rotterdammers begint lieflijk, met atmosferisch gitaarspel en gevoelige zang, maar ontvlamt gaandeweg van slowcore tot een veel, véél ruiger geluid met screamo-elementen. De twee vocalisten wisselen elkaar af en aan het eind van het optreden luister je naar een hele andere band dan waarmee je begon.
Even later staan de Amsterdamse punkers van L.A. Sagne op het podium alsof ze net een tray (wijlen) Euroshopper energyblikjes op hebben. De olijke bloempotbob van de basgitarist en het feit dat de band een Haagse drummer heeft (“Martin! Martin!”) zijn extra bonuspunten voor het viertal dat volgende week op Best Kept Secret staat. Het publiek neemt de garagepunk gretig tot zich.
L.A. Sagne
Tussen al dat gitaargeweld staat ook nog Elmer, zelfgekozen voornaamwoorden Haver/Gort. Elmer heeft een DIY-decor uit Amsterdam meegenomen waar de gemiddelde theaterdocent jaloers op is. Met een Oerhollandse molen, een draaiorgel en Elmer zelf in klederdracht gehuld, staat de show bijna volledig in het teken van album platland. Het optreden zit conceptueel en tekstueel sterk in elkaar, met gevatte taalspelingen en punchy Joost Klein-achtige beats. Ook de twee achtergronddanseressen/hype women hebben duidelijk zin in een feestje. Dat ze in baret en bretels het podium betreden, schrijven we maar toe aan het feit dat de Franse vlag ongeveer dezelfde kleuren heeft.
De nummers lopen hier en daar net een tikkeltje te veel in elkaar over. Toch heeft Elmer met een “uit de hand gelopen grap” een muzikaal succes gevonden dat het best tot zijn recht komt in pure, maatschappijkritische recalcitrantie. Opvallende highlights zijn ‘alle buren moeten dood’ – een tip voor als je irritante buurman klaagt dat die klote-barbecue weer aan staat – en afsluiter ‘Je Vader’. De tekst van die laatste doet menig ouder op Kaderock vlot naar de kinderen hollen om de kleine oortjes te beschermen. Als je Elmer gemist hebt, is er op 25 maart een herkansing in PAARD.
Wie Fuzzy Teeth van dichtbij wil zien op Kaderock, moet er wat voor over hebben. Terwijl de festivalgangers op het terrein zich afvragen of die lange rij de moeite waard is – “er staat daar bij dat kaspodium anders ook een herriebandje!”, klinkt het opgewekt – zien wij van achteruit de Musiconzaal dat er een soort Fuzzy Teeth-mania is ontstaan. De harmonieën klinken goed, zoals we gewend zijn van Anthony Koenn, en we worden vandaag getrakteerd op het hardere werk met veel gitaargeweld en een bak energie. De band lijkt klaar voor een maatje groter. Volgend jaar op het hoofdpodium?
"Dat kaspodium" is de broeikas, dit jaar voor het eerst te vinden op Kaderock. De doorzichtige tent staat in het teken van muzikaal experiment en biedt daarnaast een podium aan meerdere (deels) Haagse acts. Zoals Flipperkast, dat hun afwisselende hardcore voor het eerst buiten ten gehore brengt, aldus de enthousiaste zanger. Het doet aan de energie in ieder geval niets af. Opvallend: we zien bassist Guus even later in dezelfde broeikas gitaar en trombone spelen én zingen bij U. De minst Googlebare band van het festival speelt een mix van ska en reggae die enorm doet denken aan Doe Maar, gelardeerd met wat Talking Heads. Het klinkt zomers, en een stuk beter aan te horen dan de paar gitaristen die na afloop om onverklaarbare redenen oorverdovende hoeveelheden feedback creëren.
Fuzzy Teeth
Maar de band die tegelijk met Fuzzy Teeth speelt, is Libertat dat laat zien hoeveel impact twee mensen kunnen maken. Met alleen een basgitaar, een stem en een drumcomputer zetten ze een harde set neer. De bas van Bouke (die toevallig jarig is) dreunt, en Marco’s vocalen hakken erin. Alles is strak en repetitief, maar werkt. De ouderwetse telefoon waar Marco in een van hun nummers doorheen zingt, voegt een leuke flair toe. Het publiek laat zich meevoeren. Eerst knikkende hoofden, later dansende mensen op de steigers langs de zijkant. Libertat bouwt spanning op zonder veel toeters en bellen, en dat maakt het juist sterk.
U
Libertat
En dan is er Les Projets D’Athéna. Dat mensen al voor het optreden foto’s nemen, heeft een duidelijke reden. De drummer van deze band is namelijk een robot. En dat bedoelen we niet overdrachtelijk, in de zin dat er een drumcomputer op het podium staat. Er zit een vervaarlijk ogende robot achter een drumstel. Te drummen. En de robot begeleidt daarmee een zangeres, een gitarist en een hele hoop backing tracks. Nu moet gezegd worden: een drummende robot hadden wij nog niet eerder gezien en het is een leuke gimmick. Het kan echter niet verhullen dat de metal die het drietal maakt weinig spannend is. Wel grappig: de band komt uit Frankrijk, en als de robot het woord neemt om de mensheid te bedreigen - zoals robots doen - heeft ‘ie een Frans accent. De vraag die na een - drummer uitgezonderd - weinig opzienbarend optreden blijft is: wie ruimt eigenlijk het drumstel op?
En wie dacht dat het na de drummende robot niet gekker kon: welkom bij Hamsters in de broeikas. We zien een man en enkele tientallen bewegende hamsterknuffels. Hij zet ze neer, schreeuwt ertegen, speelt er gitaar mee, knuffelt ze en creëert zo een hoop verwarring. Het publiek kijkt gefascineerd toe, zonder te weten waar ze naar kijken. Dit is ongetwijfeld kunst. Gelukkig zijn hamsters altijd leuk. En dan is het klaar. Verward gaan we door.
Hamsters
VALS ALARM
In de concertzaal van Kaderock staat Vals Alarm met volle overtuiging op het podium. De zaal staat tjokvol, tot op het punt dat er mensen vanuit de tuin van Musicon mee moeten genieten. Het trio benut elke centimeter van het podium, met zangeres Yanna die het publiek in de ogen kijkt en haar teksten eruit knalt alsof haar leven ervan afhangt. Vals Alarm brengt een mix van punk en pop die hard binnenkomt, maar ook meteen blijft hangen. De band zorgt voor een zaal vol springende mensen. Tussen de nummers door roept Yanna: “Wij brengen jullie die big dick energy!”, en niemand twijfelt daaraan. De band straalt lef, lol en confidence uit, en maakt duidelijk waarom ze op steeds meer line-ups te vinden zijn. Vals Alarm laat een blije zaal achter.
Als de avond valt op Kaderock, is het de beurt aan John Coffey om de boel af te breken — en dat doen de Utrechters zonder moeite. Zodra de eerste noten van 'STEAM WALTZ' klinken, spat de energie van het podium. De moshpit barst los nog voordat het refrein inzet. Het publiek reageert direct en massaal, alsof het collectief wakker schrikt uit een lange roes. Ondanks de afwezigheid van hun vaste drummer, staat de band als een huis. Mert van State Power neemt het drumstel over en doet dat met kracht en precisie. Zanger David springt en schreeuwt als vanouds, zoekt contact met het publiek en haalt de jonge bezoeker Nicholas het podium op. Die duikt meteen het publiek in voor een lange crowdsurf, gedragen door een zee van opgetogen handen. De band gooit er een paar verrassingen tussendoor, zoals 'No Cigar' van Millencolin en 'Breed' van Nirvana. 'Romans' wordt luid meegezongen, net als andere favorieten. De sfeer is uitgelaten, op het chaotische af. Den Haag is zelfs zo enthousiast dat een wall of death over moet omdat er te snel gemosht wordt. John Coffey bewijst opnieuw: deze band hoort thuis op het grootste podium.
John Coffey
Afsluiter in de zaal Doodswens brengt de temperatuur tot onder het vriespunt met bijna drie kwartier aan kille black metal. Schedels van hoefdieren, een altaar en de geur van salie zetten de sfeer. Het drietal op het podium verzorgt de soundtrack, maar natuurlijk niet voor drumster en zangeres Inge van der Zon wat kaarsen aansteekt. We zijn hier tenslotte bij een ritueel. Muzikaal is het van dik hout zaagt men planken: retesnelle blastbeats, gillende gitaar en een krijsende zangeres die ongetwijfeld de duistere kanten van het leven of de dood bezingt. Black metal dus. Zo nu en dan haalt de band de voet van het gaspedaal, wat prettig is voor de afwisseling. Zo ontstaat een intens optreden dat de aandacht weet vast te houden.
De avond loopt op zijn einde als druppels opnieuw beginnen te vallen. Regenponcho’s worden uit tassen gevist, paraplu’s opgeklapt. Het plein stroomt vol met doorweekte bezoekers die, ondanks de regen, blijven staan voor de afsluiter van Kaderock. Dan klinkt de aankondiging: DeWolff betreedt het pleinpodium. Na een korte opbouw barst de set los. De gitaarriffs van Pablo van de Poel razen over het natgeregende plein, gedragen door het scheurende Hammondorgel van Robin Piso en de donderende drums van Luka van de Poel. De regen maakt het niet minder, integendeel, het geeft de bluesrock een extra lading, een broeierige sfeer. Helaas staat het publiek erg stil, moe van het moshen bij John Coffey en Doodswens of gewoon klaar met de regen. Maar vooraan dansen en schreeuwen een paar diehards, en langzaam slaat de energie over.
Halverwege het optreden stopt de regen. Gelukkig komt er daardoor iets meer beweging in de menigte. En dan, tot verrassing van velen, stapt Pablo met microfoon het podium af en loopt hij het publiek in. Hij maakt een rondje over het plein, zingend tussen de mensen, terwijl natte armen de lucht ingaan. Als hij probeert terug op het podium te klimmen heeft hij wat moeite, maar uiteindelijk hijst hij zich grijnzend omhoog en gaat de show onverminderd verder. DeWolff speelt een keiharde set met zieke gitaar- orgel- en drumsolo’s die je ziel rechtstreeks raken. DeWolff sluit Kaderock af met een denderende set die, zelfs doorweekt, een memorabele afsluiter is.
DeWolff