Het avontuurlijke muziekfestival Rewire is weer neergestreken in de binnenstad van Den Haag. Net als andere jaren is het uitverkocht en komen van heinde en verre mensen om nieuwe muziek te ontdekken en te ervaren. We verwonderen ons weer over de bijzondere muziek, samenwerkingen en experimenten met niet alleen muziek, maar ook kunst. Op de vrijdag ontdekken we onder andere wat je allemaal kan doen met een saxofoon, polyritmische underground met DIY instrumenten en wat de bassist van My Bloody Valentine tegenwoordig doet.

Hoe Colin Stetson zijn saxofoon bespeelt is erg knap en bijzonder. In een vol Amare staat hij in zijn eentje, met twee saxofoons, op het podium van de concertzaal om zijn in 2024 uitgekomen album The Love It Took To Leave You ten gehore te brengen. Op het album zijn alle nummers - of moeten we zeggen muziekstukken - zonder overdubs in één keer opgenomen. Door circulaire ademhaling te combineren met microfoons op meerdere contactpunten op de saxofoon en een soort halsband bij zijn stembanden weet Stetson een volledige compositie met meerdere elementen tevoorschijn te toveren. In de 45 minuten die Stetson heeft - wat hij jammer vindt, want dan moet hij een nummer overslaan - gaat de muziek allerlei kanten op: van chaotische jazz naar electronisch en atmosferisch, van licht en hoopvol naar donker en melancholisch. Live krijgt de sfeer van elk nummer extra kracht door de passende visuals van onder andere schaduwrijke takken die in de wind waaien en vlammen. Simpel maar effectief zodat de focus op Stetson en de muziek zelf blijft. Iedereen in de zaal is onder de indruk van het spel. Zien is eigenlijk nog steeds niet geloven.    

In GR8 staat de in Den Haag wonende schrijver en kunstenaar Marianna Maruyama. Op Rewire laat ze haar poëtische kant zien, samen met de ambient soundscapes van Hessel Veldman. Die samenwerking heeft het dit jaar uitgebrachte album Salt opgeleverd. Met een rustige stem leest Maruyama al zittend voor uit haar werk. De aanvulling van Veldman neemt je mee in de sfeer en geeft de mogelijkheid om verder weg te dromen of juist naar binnen te gaan.

Marianna Maruyama & Hessel Veldman

Marianna Maruyama

Colin Stetson

We lopen een donkere, mistige zaal in Concordia binnen. Dit zal Maria Somerville ongetwijfeld bekoren want met haar nummers weerspiegelt ze het landschap van het westen van Ierland, haar thuis. We zien door de mist drie silhouetten op het podium staan. Met een hoop reverb en delay galmt de gitaar van Somerville samen met haar bassist en drummer door de ruimte. Haar zachte stem vult dit mooi aan. Tussendoor mompelt ze af en toe thank you en stelt ze de band voor. Verdere interactie is er niet, waardoor de 90s shoegaze-achtige slowcore zich zonder afleiding als een deken om je heen kan wikkelen.

Één van de bijzondere samenwerkingen deze dag is die tussen Deb Googe (da Googie) en Cara Tivey. Googe is vooral bekend als de bassist van My Bloody Valentine. Tivey heeft als pianist gespeeld met talloze artiesten. Het dit jaar uitgekomen The Golden Thread is hun debuut als duo, maar ook de eerste keer dat beide artiesten muziek uitbrengen onder eigen naam. Op het podium zien we een grote vleugel staan waar we alleen de voeten van Tivey onder vandaan zien komen. Daarnaast staat Googe met gitaar kijkend naar Tivey in plaats van het publiek. De eerste twee nummers ‘Bad Habits’ en ‘The Longest Wait’ laten direct goed horen waar de twee voor staan: vervormde gitaardrones met zware en lome bassen met daaroverheen fijngevoelige piano. Googe maakt daarbij veel gebruik van de ebow om lange dronesounds te creëren. De tegenstelling van de instrumenten zorgt voor dynamiek en spanning in de nummers. Visuals op het grote scherm achter het duo zijn een mooie aanvulling.

Maria Somerville

da Googie & Cara Tivey

da Googie & Cara Tivey

In de Nieuwe Kerk staat het Britse trio Jabu samen met zanger Birthmark die ook ook op laatste album A Soft And Gatherable Star heeft bijgedragen. De synths en electronics worden live aangevuld door bas en de galmende dreamy sound van de gitaar. Het kwartet neemt je met hun ingetogen dromerige popmuziek mee in de prachtige akoestiek van de kerk. Om de beurt zingen Jasmine Butt en Birthmark, beide gezegend met prachtige serene stemmen, de nummers. Tussendoor is het zo stil dat je ieder kuchje en zuchtje van het publiek hoort. We dromen al zittend in onze stoel helemaal weg. Gelukkig zorgt Butt bij het laatste nummer ervoor dat we weer met beide benen op aarde terugkomen door op volle power te zingen.

Wakkergeschud zijn we zeker in PAARD bij Kassie Krut, een soort door elkaar gehussel van de naam van producer Kasra Kurt. Gestart als soloproject vormt hij nu samen met vocalist Eve Alpert en Matthew Anderegg de band. Hun rauwe experimentele industrial rave knalt vanaf het eerste moment van het podium. Naast de vervormde sounds en synths vallen de drums op die live wordt gespeeld op drumpads, inclusief bassdrum pedaal. Ook de bezwerende stem van Alpert komt mooi in het geheel naar voren. Het publiek in de zaal danst en zingt met het bekendste nummer ‘Reckless’, met catchy vocalen. mee: "K I S S I N G, hold me in your arms if you wanna be free". Dat zit lopend naar het volgende optreden nog steeds in ons hoofd.

Het duo Takkak Takkak, bestaande uit de Indonische instrumentenbouwer en multi-instrumentalist J. "Mo'ong" Santoso Pribadi en de Japanse producer Shigeru Ishihara (DJ Scotch Egg), begint de set met een soort didgeridoo-achtige dwarsfluit waarna de beats beginnen. De muziek is bedoeld om in trance te geraken met de diepe subbassen, Aziatische sounds, bellen, trommels en zelfgemaakte instrumenten. Alles loopt af en toe geheel door elkaar heen waardoor polyritmes ontstaan. Ishihara roept allerlei ondertussen opzwepende teksten door de overstuurde microfoon wat mooi blend met de rest. Het is jammer dat er een grote tafel met doek erom in het midden van het hogere podium staat, waardoor we de zelfgemaakte instrumenten niet goed kunnen zien. We denken gedurende de set in ieder geval een snaarinstrument en een soort fluit te zien. Het duo heeft er duidelijk zin in en gooit met veel plezier in een hoog tempo alle ritmes dwars door je zintuigen heen. Hier moeten onze trommelvliezen flink van bijkomen.

Jabu

Kassie Krut

Takkak Takkak

Takkak Takkak

Verdensteatret

Naast muziek zijn er in Theater aan het Spui ook meerdere voorstellingen te zien. Multimediakunstenaar Merche Blasco brengt haar live improvisatieshow Fauna naar het festival. Op het podium zien we drie soorten pottenbakselachtige creaties die Blasco aanraakt en bewerkt waardoor er geluiden en bijzondere texturen ontstaan die klinken alsof ze uit een ander sterrenstelsel komen. Door de controle als componist los te laten, laat ze haar lichaam en gevoel leiden tot een uniek stuk, elke keer opnieuw. Haar spaceoutfit maakt het geheel af.

De andere voorstelling die we zien is die van Verdensteatret, een kunstenaarscollectief gevestigd in Oslo dat al sinds 1986 bestaat. De groep heeft door de jaren heen gewerkt aan het leggen van grenzen van theater en beeldende kunst. Voor Rewire heeft Verdensteatret het audiovisuele werk Flat Sun meegebracht wat is gecreëerd door video- en geluidskunstenaars, schilders en dichters, beeldhouwers en computerprogrammeurs. Het collectief haalt de inspiratie voor Flat Sun uit de cyclische aard van energie en afval, in zowel menselijk als niet-menselijk leven. De voorstelling dwingt het publiek door de lichten, geluid, objecten en projecties om na te denken over de fragiele grens tussen nuttige en nutteloze objecten, tussen muziek en lawaai en tussen straling en schaduw.

Flat Sun start met rustige natuurbeelden op het scherm en vogel- en beekgeluiden die langzaam steeds meer vervormen. Ondertussen komen er drie schermen in het midden waarop de man op het scherm een onverstaanbaar verhaal vertelt. Links en rechts van het podium maken twee leden de geluiden en/of muziek. Daarvoor gebruiken ze gedurende de voorstelling onder andere een theremin die flink wordt vervormd, een viool met een strijkstok van zeker 1,5 meter, grote stemvorken en een soort ovaal object met een mond die letterlijk moet worden ‘gekust’ om er geluid uit te krijgen. De muziek wordt steeds intenser, harder en meer overstuurd en chaotisch. De beelden en kleuren doen daaraan mee en worden steeds donkerder om daarna weer over te gaan in rustigere hoopvolle kleuren, beelden en luchtigere geluiden.

Deze opbouw vindt meerdere keren plaats in verschillende vormen en scenes die naadloos in elkaar overgaan in aangenaam tempo. Voor elk stukje verplaatsen de leden de losstaande schermen en objecten om een nieuwe dynamiek te creëren. Zo staan er objecten tussen de schermen waar lichten erachter en projecties vanaf de voorkant voor deels doorzichtigheid, maar ook schaduwen zorgen. Dan zie je weer volledige projecties met vaak inspiratie uit de natuur en (menselijke) beweging. Een terugkerend element zowel op het podium als in de visuals is een object wat het meest lijkt op een raar gevormd wit onderbeen wat gebruikt wordt om door te praten in jibber-jabber taal. Het in onze ogen meest nutteloze object, een grote gepapiermachéde kegel die bijna de gehele voorstelling aan de rechterkant stond te niksen krijgt aan het einde toch nog een rol: hij wordt naar voren geschoven en krijgt een stok door zijn ‘hoofd’ gestoken die er kort daarna weer uit wordt getrokken. Daarmee komt er een einde aan de voorstelling waar we een uur geboeid naar hebben zitten kijken.        

Merche Blasco

Verdensteatret

Verdensteatret

Verdensteatret