Het Canadese duo GHOSTWOMAN mag het publiek vanavond opwarmen, al lijkt zanger/gitarist Evan Uschenko het meer als een moetje te zien. “Geen zorgen, we zijn zo weer weg”, zegt hij bij opkomst. Later dekt de frontman zich nog verder in, door te verkondigen dat hij zelf ook een hekel heeft aan voorprogramma’s, en allang blij is dat er geen tomaten worden gegooid. Zo erg is het nou ook weer niet, maar de vage, duistere klanken die GHOSTWOMAN laat horen halen niet bepaald over. Drumster Ille van Dessel voorziet Uschenko van een constante steady drumbeat, die daar vervolgens wat lui gitaarspel en moeilijk verstaanbaar gemompel overheen gooit. Terwijl de muziek op die manier dus nogal eentonig en oppervlakkig blijft, is het wachten op een climax die nooit echt komt. Totdat het duo middenin het laatste nummer uit het niets op hun instrumenten begint te rammen, om het nummer vervolgens af te maken. Een poging tot een soort noise-break die jammerlijk mislukt. De zanger had hier klaarblijkelijk liever niet gestaan, en wij zullen GHOSTWOMAN dan ook maar, in meerdere opzichten, als wachtmuziek beschouwen.
Ze hebben genoeg ruzies uitgevochten, maar sinds 2005 staan de originele leden van de legendarische slacker/noiseband Dinosaur Jr. weer samen op het podium. Ruim dertig jaar geleden vierden J Mascis, Lou Barlow en Murph hun grootste successen, en vanavond mag het trio voor een uitverkocht PAARD laten zien of hun muziek en energie de tand des tijds hebben doorstaan.
Het publiek staat geduldig te wachten op het hoofdgerecht van vanavond, als er een paneel van zeker een meter breed met knopjes, schuifjes en pedalen op het podium wordt geïnstalleerd. Menig dj zou er jaloers op zijn, maar dit is dus waar zanger en gitarist J Mascis, het grote brein achter Dinosaur Jr., zijn spacende, distorted noisy gitaarsound vandaan haalt. Dat de mannen een jaartje ouder zijn geworden dan dat ze in hun hoogtijdagen waren, is te zien aan de opkomst van het trio (alsof ze even rustig ergens een broodje gaan halen), maar ook aan het eerste pakket aan nummers. De band doet het nog wat kalmpjes aan en speelt een aantal minder bekende albumtracks, waarbij zeker J Mascis er ingetogen bij staat en de meeste publieksinteractie overlaat aan bassist Lou Barlow, die er nog wel wat meer zin in lijkt te hebben. Sommige nummers kent de frontman zelf blijkbaar ook niet heel goed meer, gezien het kartonnen bord dat voor zijn voeten wordt neergelegd waar een aantal songteksten op lijkt te staan.
Tekst gaat verder onder de foto.
Na een klein halfuur komt er meer pit in de set, en klinkt het startsein om meer te gaan bewegen als ‘Little Fury Things’ van de klassieker You're Living All Over Me wordt ingezet. De noise wordt aangezwengeld en het groezelige gitaargeluid dat ergens op dat enorme paneel is opengetrokken luidt de eerste voorzichtige moshpit van de avond in. De energie en beleving in de zaal groeit. Mascis’ kenmerkende zang klinkt als vanouds kermend en sleurend. De band weet dit momentum vervolgens vast te houden met ‘Out There’ en grootste hit ‘Feel the Pain’, waarin een pakkende hook slim wordt afgewisseld met rauwe, snellere breaks. Ook ‘Been There All the Time’, een wat obscuurder nummer van het album Beyond uit 2007, wordt strak gespeeld en goed ontvangen. De moshpits worden groter en de energie gaat een tandje omhoog.
Helaas zakt het na dit sterke middenstuk toch weer wat in. Dat drummer Murph af en toe net te laat uit zijn fills komt is nog te vergeven, aangezien hij echt z’n uiterste best doet om het allemaal bij te benen (en er ook heel veel wel lukt). Wat meer tegenvalt is de plichtmatige manier waarop nummers als ‘Start Choppin’’, toch een publieksfavoriet, worden gespeeld. Richting het einde van de set overtuigen ‘Freak Scene’ en met name ‘Mountain Man’ (“het heavy metal nummer van het eerste album”, verklaart Barlow) nog wel, maar daarna lijkt zowel de band als het publiek het wel een beetje te hebben gehad. Gelukkig is het trio ter afsluiting nog in staat om een aardige versie van hun welbekende Cure-cover ‘Just Like Heaven’ op de planken te leggen. Desondanks mist Dinosaur Jr. de kracht en/of de wil om een uitverkocht PAARD omver te blazen. Je blijft toch achter met het gevoel dat er meer in dat enorme pedalenpaneel verborgen zit dan er vanavond te horen was, en het idee dat de volumeknoppen een jaar of dertig geleden toch wat verder opengetrokken werden.