Marjolijn Lampe, coördinator van de avond namens J&P, fladdert opgetogen over de Musiconvloer en spreekt met iedereen, zo lijkt het. Martijn, programmeur van Musicon, zit als een Boeddha met een grote glimlach op een barkruk. Met glinsters in zijn ogen knikt hij naar het podium waar Innersoul klaarstaat, wijst naar de goedgevulde zaal en zegt trots: “Mooi toch?! Lokale artiesten samenbrengen met Javan?”
Innersoul, met frontman Gregg Green, bestaat uit gelouterde muzikanten. Er klinkt pure kwaliteit door zang en muziek, nog los van compositie. Of dat de ontspannen houding verklaart of omdat ze reggae spelen; het zal kip-ei zijn. De warme klanken van Innersoul jagen de kou uit onze kleren. Nu zijn we erg van de goede reggae, maar we zijn kritisch na net iets teveel fantasieloze dub beat boys gehoord te hebben die, met joint en gebreide muts, zingen dat wiet lekker is en dat we van de zon moeten genieten. Gelukkig is Gregg Green met Innersoul geen space-cake, maar andere koek.
Zijn stem ligt ergens tussen Bob Marley en Jimmy Cliff, maar zijn reggae zit niet in die hoek. Dit is geen roots, of dikke dub, noch leunt hij sterk op Ska of rocksteady. Het is doordrenkt met alles van jazz, soul tot en met rock, op een bedje van reggae. Helaas heeft hij zijn blazers niet bij zich; koper maakt reggae nog zoveel fijner. Het gemis wreekt zich niet, want Innersoul speelt soepel en solide. Sterker, de originele, rocky, riffs van de gitarist geven de nummers de pit en scherpte waardoor het reggae met een randje is.