Anonieme bronnen (wij hebben ze ook!), wezen ons op het Artists’ Safe Haven initiatief van Justice & Peace (J&P), een Haagse vredesorganisatie. Dit initiatief geeft buitenlandse kunstenaars, die zich hard maken voor mensenrechten, drie maanden een veilig heenkomen in Den Haag. Ze laden ook hun artistieke batterij op met gelijkgestemde geesten. J&P zocht en vond de samenwerking met Musicon, die hun een podium, expertise en een extra band aanbood. Als initiatief mooi, vinden wij. Maar hoe pakt het uit als muziekavond?

Innersoul

Marjolijn Lampe, coördinator van de avond namens J&P, fladdert opgetogen over de Musicon-vloer en spreekt met iedereen, zo lijkt het. Martijn, programmeur van Musicon, zit als een Boeddha met een grote glimlach op een barkruk. Met glinsters in zijn ogen knikt hij naar het podium waar Innersoul klaarstaat, wijst naar de goed gevulde zaal en zegt trots: “Mooi toch?! Lokale artiesten samenbrengen met  Javan?”

Innersoul, met frontman Gregg Green, bestaat uit gelouterde muzikanten. Er klinkt pure kwaliteit door zang en muziek, nog los van compositie. Of dat de ontspannen houding verklaart of omdat ze reggae spelen; het zal kip-ei zijn. De warme klanken van Innersoul jagen de kou uit onze kleren. Nu zijn we erg van de goede reggae, maar we zijn kritisch na net iets teveel fantasieloze dub beat boys gehoord te hebben die, met joint en gebreide muts, zingen dat wiet lekker is en we van de zon moeten genieten. Gelukkig is Gregg Green met Innersoul geen space-cake, maar andere koek.

Zijn stem ligt ergens tussen Bob Marley en Jimmy Cliff. Zijn reggae zit echter niet in die hoek. Dit is geen roots, of dikke dub, noch leunt hij sterk op Ska of rocksteady. Het is doordrenkt met alles van jazz, soul tot en met rock, op een bedje van reggae. Helaas heeft hij zijn blazers niet bij zich; koper maakt reggae nog zoveel fijner.  Het gemis wreekt zich niet, want Innersoul speelt soepel en solide. Sterker, de originele, rocky, riffs van de gitarist geven de nummers de pit en scherpte waardoor het reggae met een randje is.

Dit is belangrijk! Dit gaat over ons!

Wanneer de instrumenten rusten, vullen de plaatjes van DJ Marius de dansvloer verdienstelijk. Geen stereotype knallers, maar soulvolle muziek met sterk Afrikaanse invloeden en andersom. DJ Marius’ muziek is een succes op de dansvloer en op de achtergrond tegelijk. Dat waardeert het publiek, dat graag en veel praat met elkaar, veel in het Engels, glaasje in de hand, zo dicht mogelijk bij de bar. Dat is buiten de Haagse John Keys gerekend. John is de bandleider van het Keys Collective, de backing band voor de artiesten die gaan komen: Tirza Sibelius, Faraway en natuurlijk Javan the Poet.

De bandleider van het Keys Collective stapt het podium op, en zweept de zaal op, terwijl de band de soundcheck fine-tuned: “Can I get a yeah? Can I get an Ooooh Yeah!? People, ten step forwards. Let me count you out:  One! Two!”. Het gemêleerde publiek qua leeftijd, sekse en nationaliteit, kuddevolk als we nu eenmaal zijn, staat nu net zo dicht op het podium als we net bij de bar stonden.

Tirza treedt voor het eerst op met haar eigen nummers. We luisteren naar een luie beat, die aan Nu Soul doet denken. Vier muzikanten en een DJ die beats en sounds levert. Tirza zelf moet er nog even inkomen. Even los, zenuwen uit de stem, los uit de buik zingen…. Bij het tweede nummer, ‘Lesje geleerd’, is ze er dankzij wat lovende woorden van John Keys, die haar duidelijk goed doen. Net nu het best de goede kant op gaat, trekt Tirza haar schriftje. “Poëzie! Stilte, stil nou”, vraagt, nee, roept Tirza: “Dit is belangrijk! Dit gaat over ons.” Na een recente avond in Beelden aan Zee vol Spoken Word (hier), hebben we een redelijk beeld van wat Spoken Word vermag. Bij Tirza waarderen we de intentie en de boodschap, maar we gunnen haar nog een workshop van Huis van Gedichten.

Loungy en punchy

Faraway, artiestennaam van Camiel Verweg uit ons eigen Den Haag, is een singer-songwriter met een lekkere stem: net iets schurend, beetje neus. Naast hem zijn nu ook een saxofoon en een zangeres toegevoegd aan het Keys Collective. De goede blend van soul, jazz, R&B en rap die volgt is zowel lounge als punchy. Zodanig dat Keys Collecive nu een rem lijkt op de vibe van Faraway. Klonk het Collective net als een veerboot die Tirza veilig overbracht, nu kunnen ze wel meer brengen, maar lijken dat niet te beseffen. Jammer, want Faraway is goed. Hij zou een mooi affiche zijn met ‘onze’ Yaell Campbell. We vergeven de dissonantie, want we weten dat deze hele set, al die mensen, elkaar een maand geleden nog niet eens kenden. Zo bezien is het wel indrukwekkend.

Man of the Hour

John Keys en zijn Collective zijn terug op het podium. Dat betekent dat we klaar zijn voor “the man of the hour": Javan the Poet! De band zet in; Javan komt uit de zaal en pakt gelijk de mic, terwijl zijn werk intussen op de golvende podiumgordijnen achter hem te zien is. De zaal explodeert, want het publiek is duidelijk gekomen voor Javan. “I didn’t come here to fight. Hakuna Matata!” Gevolgd door een vuist in de lucht die niet ironisch bedoeld lijkt.

Keys zei het al in de aankondiging: dit is een man die de zaal verlicht als hij binnenkomt. Je kunt niet anders dan meegaan in zijn muziek, in zijn performance. Iedereen gaat los, en wij voelen de vibe ook. Dat terwijl er niet zoveel anders is dan net. Keys Collective speelt niet beter of anders. Er is wel een extra zangeres, twee zelfs, maar die zingen nog niet. Nee, het grote verschil is Javan. Zijn muziek is niet zomaar muziek, maar lokaal geschoeid in Nairobi. Zoals Johnny Jordaan in de laatste bruine kroeg van Jordaan authentiek klinkt, zo echt klinkt Javan zelfs hier in Den Haag. We willen heel graag zijn boodschap onderschrijven, dat voelen we tenminste. Maar vooralsnog zingt Javan in een Keniaanse taal.

Faraway springt op het podium, en zingt lekker slepend met de zangeres. Daaroverheen start Javan een Spoken Word flow die raakt. Performance en ritme, woorden en muziek; alles in perfecte harmonie met intonatie, als een ruisende rivier naar de waterval. Ja, Spoken Word is overal, Maar wat Javan hier doet, kennen wij enkel uit Afrika.

Ondanks dat de band en Javan elkaar dus net kennen, klinken ze als een eenheid. Had je ons verteld dat dit de band is waarmee Javan al een paar jaar tourt; we hadden je geloofd. Zijn boodschap slaat aan en ook muzikaal gaat de zaal vooral los. Javan is naast poëet namelijk een knots van een performer. “Viva Comrade Viva! Viva Comrade. Viva!”, brult de zaal hem na. Wat jammer is, is dat we zo weinig van hem krijgen. Als Javan de hoofdact is op een avond die meer dan drie uur duurt, mogen we toch wel meer dan vier nummers verwachten? Dat we meer willen is een feit.

Marjolijn Lampe en John Keys

Faraway met Javan the Poet

Onbezongen held

Javan is voor het publiek de held van de avond. Terwijl Muscion gestaag leegloopt willen wij echter een onbezongen held in het zonnetje zetten: de geluidstechnicus! Met op het hoogtepunt negen muzikanten op het podium, klonk elke individuele noot precies goed gemixt. Harmonieus en gebalanceerd uitversterkt: zo goed hoorden we het niet vaak in Den Haag. Het was de hele avond alsof we luisterden door een over ear hoofdtelefoon van een topmerk. We hopen dat Javan hem niet mee terug neemt naar Kenia.