Haastige spoed is zelden goed. Dit gezegde is ongetwijfeld een levensmotto van de Ier John Francis Flynn. De singer-songwriter, die Ierse traditional mixt met elektronische sounds, komt met zijn bandgenoot die de drums en electronica verzorgt rustig opgelopen in een lange jas. Flynn neemt overal bedachtzaam de tijd voor. De set start met een elektronische laag waarop de warme, diepe stem van Flynn mooi meedroned. In het begin worden de nummers aan elkaar gekoppeld met een elektronische laag. Flynn legt op een gegeven moment uit dat hij vandaag namelijk had besloten niets te zeggen. Nu het al te laat is om die belofte in te lossen, waar hij door iemand uit het publiek op wordt gewezen, neemt Flynn ons tussendoor mee in zijn reis door de (Ierse) verhalen. Zo vertelt hij over ‘Bring Me Home’, wat een Ierse rebel song is die vroeger verboden waren om te zingen of over hoe hij traditionele muziek ziet: als tijdreizen en connecten met toen. Zijn overtuigende stem draagt het hele optreden, van de langzamere nummers als ‘Kitty’ tot de meer uptempo gitaartokkels als ‘Mole In The Ground’. De zaal luistert stil en geboeid mee, soms met de ogen gesloten.
Als The Germans, afkomstig uit België, klein gaan, is het prachtig. Met name in de eerste paar nummers van het optreden in het Koorenhuis nemen de heren de tijd om laag voor laag een geluidscollage op te bouwen waar de zang van Jakob Ampe en zijn bandgenoten op kan landen. Als sequencers, hevig vervormde vocalen en theatrale gebaren hun intrede doen, vliegt het optreden wat uit de bocht. Misschien is het omdat het publiek op de tribune zit dat een nummer met een pompende housebeat niet echt landt. Gelukkig eindigt The Germans weer klein met, hoe toepasselijk, een nummer dat deels in het Duits wordt gezongen.