Om de zondag goed op te starten bezoeken we Proximity Music, een gratis aanvullend programma, dat een samenwerking is tussen het Haagse collectief iii (instrument inventors) en Rewire. In de Pulchri studio krijgen we net als bij Ben Frost gisteren gratis oordoppen aangeboden. Vier versterkers met elk twee aangesloten speakers vormen letterlijk een gitaarmuur. Bedenker en improvisatiegitarist Marco Fusinato sleutelt hier al sinds vrijdag elke dag acht uur lang aan. Gitzwarte ruis- en metaleffecten stromen uit de pedalencollectie van Marco. Er is geen touw aan vast te knopen en dat is bewust. Deze dreunende geluidsinstallatie is geen hommage aan Sunn O))), maar een verkenning van het themaloze. Grijsgetinte afbeeldingen afkomstig uit een online database worden afgewisseld met kiekjes uit Marco's eigen telefooncamera. Door de onsamenhangende collage ga je je afvragen wat echt is en wat niet. Een gigantisch open einde dus.
Overprikkeling is eerder regel dan uitzondering bij Rewire. Wat een rustige zondag had kunnen zijn, resulteert in een aanslag op ons gehoor en visie. Ja, dat eerste komt niet geheel verwonderlijk door de noisegiganten in Sunn O))). Dat tweede komt door afsluiter Oneohtrix Point Never, die in zijn set een potpourri aan muziekstijlen en visueel geweld verwerkt en als toetje serveert.
Wie van cello houdt, moet zondagmiddag in de Koninklijke Schouwburg zijn. Daar staan er namelijk acht op het podium, bespeeld door de acht cellisten van het Cello Octet Amsterdam. Zij voeren het stuk Cocon - een samenwerking tussen het octet en lichtontwerper Nick Verstand - op. In de eerste compositie creëren zij met lange noten een rijk geluidspalet dat met zijn subtiele notenwisselingen, afwisselend tussen verschillende celli, blijft fascineren.
Achter de instrumentalisten staan apparaten die lijken op grote robotarmen, en dat is waar het werk van Verstand zijn intrede doet. In compositie twee, waarin de cello's korte, felle melodielijnen afwisselen, wordt namelijk duidelijk dat de lampen die aan de bewegende armen vastzitten de musici van voren verlichten, net zo snel wisselend als de muziek. Het levert bijna een clubgevoel op. Als het stuk voorbij is, duurt het even voor het publiek dat beseft, maar na een korte stilte barst het applaus los.
In de stukken die volgen, eisen de acht lampjes steeds meer de aandacht op. Ze bewegen en creëren zo lijnen, golven en andere vormen, waarbij de klanken van de cello's veranderen in de soundtrack voor een ogenschijnlijk simpel maar fascinerend schouwspel dat uit niet meer dan acht bewegende, zwevende lichtjes bestaat.
In de stukken die volgen halen de robotarmen - bij gebrek aan een beter woord - nog de nodige capriolen uit of worden de muzikanten met wit of rood licht minimaal maar effectief uitgelicht. Dit alles begeleid door de spannende composities van verschillende componisten. Wat beklijft is dat dit optreden in de prachtige schouwburg een fascinerend samenspel was van muziek en technologie.
PAARD II is tot de nok gevuld. Beide balkons zijn geopend en het lijkt alleen maar voller te worden. Wat is hier gaande? Voorafgaand is het rumoerig en het lijkt erop alsof dit publiek vooral voor Sunn O))) is gekomen. Wanneer de Japanse band goat stilletjes het podium opklimt, volgen we hun voorbeeld. Stil kijken we toe. Het duurt niet lang voordat de herhalende ritmes ons in een trance brengen. Zijn het de bezwerende ritmes? Is het de finesse waarmee de instrumenten worden gespeeld? Of misschien de setting en de unieke opstelling?
Wij vermoeden dat het allemaal een rol speelt. Ook de setting speelt een rol. Alleen op een festival als Rewire kan men aandachtig luisteren naar een groep die muzikaal gezien op olympisch niveau opereert. Er is geen interactie, afgezien van de pure verwondering van het publiek en de nederige dankbaarheid van de Japanners. De bandleden volgen de snelle gitaaraanslagen van het meesterbrein van de groep, Koshiro Hino. Dan valt het kwartje, we hebben te maken met the greatest of all time.
Een van de bekendste namen op het affiche van Rewire is ongetwijfeld Sunn O))). Op het festival zijn de nodige shirtjes te zien, voor het optreden staat er een rij buiten bij PAARD, en de grote zaal staat twintig minuten voor aanvang al stampensvol. Best bijzonder, want de muziek - of sonische terreur - die het duo op het publiek uitstort is verre van toegankelijk. Sunn O))) besloot namelijk ooit gangbare elementen van muziek als melodie en ritme naast zich neer te leggen om zich vooral op volume te richten. Heel veel volume. Net als bij een aantal eerdere optreden op het festival worden voor de ingang van de zaal dan ook oordoppen uitgedeeld en dat is volledig terecht.
Het podium van de grote zaal staat vol met versterkers, die door de enorme hoeveelheid rook tijdens de show niet altijd even goed te zien zijn. Tussen al die versterkers staan muzikanten Stephen O'Malley en Greg Anderson, gehuld in pij. Bij aanvang van het optreden wachten zij met de gitaar om en een arm in de lucht tot het eerste akkoord wordt aangeslagen, om geruime tijd later het volgende aan te slaan. Dit herhaalt zich gedurende het uur dat de heren op het podium staan. Waar sommige muziek emotie opwekt, komt het gevoel bij Sunn O))) vooral uit de decibellen die de broekspijpen en interne organen beroeren. Mede daarom is een optreden van Sunn O))) niet iets wat je iedere dag meemaakt, maar ergens doemt toch de gedachte op dat dit een uit de hand gelopen grap is van twee muzikanten die nooit hadden durven vermoeden dat mensen in grote getallen af zouden komen op het fantasieloze en ronduit saaie lawaai dat zij produceren.
In het Korzo Theater staat een lange stoet te wachten voor Brother May. Even spookt er door ons hoofd dat we te laat zijn, maar het schijnt dat de rapper zijn favoriete pet was vergeten bij het hotel. Met een overdreven positieve en een wat verwarde aanpak start de Londenaar zijn set, zonder dj. Met gespreide armen, twee vingers in de lucht is deze über positivo precies de stoot energie die we nodig hebben. Bij 'Demanding Love' zegt hij voluit: dit is echt een banger, maar met jullie hulp wordt het nog beter. Brother May wankelt van echte boombap hiphop tracks naar moderne rap met een hoog piepstemmetje. Na afloop zegt hij “I have to re-release this with you lot on it”. Fijn compliment, maar zó los gaat het nou ook weer niet hé. Zou de beste man een bezoek hebben gebracht aan het rook- en blowcafé Cremers om de hoek? In ieder geval is zijn stemming hilarisch en aanstekelijk tegelijkertijd. Na het opvoeren van 'What's Wot Baby' geeft hij toe dat hij eigenlijk ook niet zo goed weet. “It is like performance and a serious comedy show at the same time. Call it what you want”. Goed, dan zeggen we ook hoe het is. Dik vermakelijk.
De naam HHY & The Macumbas klinkt als die van een feestband. We vermoeden dat het dat niet is, maar nemen graag de proef op de som. Bij binnenkomst in de kleine zaal van PAARD is het Portugese gezelschap nog aan het soundchecken. De band neemt daar ruim de tijd voor en is een kwartier na de aanvangstijd die in het programma staat nog bezig. Of misschien hoort het bij de show, je weet natuurlijk maar nooit. Enkele minuten later gaat toch het licht uit en nemen de bandleden plaats achter hun instrumenten, waaronder twee elektronische drumstellen. De twee bespelers daarvan produceren lekkere grooves die worden aangevuld door geluiden uit de synths en de trompetten. Wat het gemaskerde bandlid op links doet, is niet helemaal duidelijk, maar het plezier lijkt er niet minder om. Op deze manier ontstaat een dansbaar geluid dat weinig opzienbarend is, maar in ieder geval vooraan de heupjes doet bewegen. Ook op het podium wordt wild gedanst, en wel door een bandlid dat met wat belletjes minutenlang wild tekeer gaat. De beats worden exotischer om later in het optreden over te gaan in een stampende four on the floor. Ondertussen hebben we ontdekt dat de persoon op links, die in zijn handen iets heeft wat lijkt op controllers voor een Nintendo Switch, geluid produceert als hij zijn armen beweegt. We moeten onze vooringenomen mening bijstellen: HHY & the Macumbas is wel degelijk een feestband.
The Sleep of Reason Produces Monsters is vernoemd naar een werk van de zwaarmoedige schilder Francisco Goya. Oprichter en draaitafelgoochelaar Mariam Rezaei zegt dat de samenwerking als grap is begonnen, maar als je het ons vraagt is dit een groep getalenteerde muzikanten die serieus goed bezig is. Toegegeven, er zit een komische gehalte in de random scratches van Mariam en willekeurige trompetuithalen van Gabriele Mitelli, maar dat blijft beperkt. Het zou zomaar een zijproject kunnen zijn van jazzprofessor Steve Lehman. Hij zou oordelen dat The Sleep of Reason Produces Monsters met vlag en wimpel is afgestudeerd op experimentatie. Er zijn momenten van krakende bliepjes en piepende scratches, en de groep overtreedt meermaals de bewandelde paden van muziek. Soms spannend, soms retevaag en vooral reuze enerverend.
Ondertussen is Nailah Hunter, wat later dan gepland, in Amare begonnen. Nailah is een act die weinig verrassing met zich meebrengt. Haar harpmuziek klinkt hemels, maar dat is zogezegd een synoniem van het woord harp. Met een looppedaal speelt de Amerikaan met het traditionele karakter van een harp, maar het ontstijgt niet het beeld dat we hebben van dit instrument. Lieflijk? Check. Braaf? Check. Uitdagend? Zeker niet.
Rook en een zware beat vullen de concertzaal van Amare. Jawel, Oneohtrix Point Never is begonnen. Met autotune zingt Daniel Lopatin, de man achter de knoppen, een deuntje, en aan de zijkant bouwt visueel kunstenaar Freeka Tet een miniatuur dj-set. Die filmt hij met de camera in zijn hand, en met die beelden vult hij het scherm achterop het podium. Het is het begin van een optreden dat vooral kan worden omschreven als veel.
Muzikaal gaat Lopatin alle kanten op, van stampende beats tot noise tot iets wat lijkt op conventionele nummers. Voor veel artiesten zou de hoeveelheid informatie die de muzikant over het publiek uitstort al genoeg zijn voor twee shows, maar Oneohtrix doet er nog een schepje bovenop. Wat dit optreden namelijk naar een hoger niveau tilt, zijn de visuals. De poppetjes die Tet filmt, worden afgewisseld en aangevuld met beelden uit stripboeken, oude televisieseries en nog veel meer. Verrassend en vaak grappig is hoe de artiest zijn poppetjes met minimale bewegingen zoveel kan laten uitdrukken. Dat wordt vooral duidelijk als halverwege het optreden de muziek uitvalt. Op het gigantische scherm lijken de poppetjes het op te geven.
Gelukkig voor hen, de artiesten en het publiek, is het euvel al snel gefixt en kan het optreden weer door. Na afloop komt het duo nog terug voor een toegift, waarna wij murwgeslagen door alle input de zaal en het festival verlaten.
Zoals ieder jaar heeft Rewire ons weer verrast met optredens die fantastisch, overdonderend, uniek, maar soms ook juist niet geslaagd waren. Maar is het feit dat je voordat je een zaal inloopt nog nauwelijks een idee hebt van wat er de komende minuten gaat gebeuren, niet juist wat Rewire zo boeiend maakt? Waar veel festivals eindigen met een knaller of juist uitgaan als een licht brandend kaarsje schroeft Rewire het WTF-gehalte op naar tien. Elf als je de gitaristen mag geloven. Daar is Oneohtrix Point Never het lichtend voorbeeld van.