Joost Stenfert maakt onder zijn artiestennaam Fenster verhalende Nederpop met een mooie boodschap. Voordat zijn debuut-ep volgende maand uitkomt, hebben wij het met de singer-songwriter, vanaf een zonnig terras op de Plaats, onder andere over verbinding, vallen en opstaan, en het genot van een simpele romcom.

Wat is je volledige naam?
Joost Gijsbert Stenfert.

Wat is je geboortedatum en geboorteplaats?
Ik ben geboren op 18 oktober 1992. Mijn geboorteplaats is Nijbroek, een heel klein dorpje in het oosten van Nederland waar zo’n achthonderd mensen wonen. Ik ben op mijn zeventiende in Delft komen wonen voor mijn studie en ben zes jaar geleden naar Den Haag gekomen. Ik heb een technische studie gedaan, civiele techniek, en daarna ook nog zes jaar lang een kantoorbaan gehad. Twee jaar geleden heb ik de keuze gemaakt om voor de muziek te gaan.

Heb je huisdieren?
Nee. Nou, wel de katten van de buren. Die vinden het leuk om ‘s nachts te vechten, dus daar geniet ik ook van mee. Zelf moet ik op dit moment ook niet aan huisdieren denken. Je levert daarmee te veel vrijheid in, waar ik nu juist zo veel van geniet.

Wat doe je aan sport?
Gevaarlijke vraag, haha. Ik doe nu soms aan hardlopen. Vroeger heb ik fanatiek gevoetbald, maar een teamsport vraagt wel wat toewijding, en daar wil ik nu geen tijd meer aan besteden.

Wat is je beste gewoonte?
In de zomer zit ik vaak waar we nu zitten, op het terras op de Plaats, om de stad te zien ontwaken. Dat vind ik een hele fijne gewoonte die me veel goed doet. Als je hier om half acht ‘s ochtends zit, zie je alles heel mooi in beweging komen, als een soort timelapse. Ik kom hier om tot rust te komen en m’n gedachten de vrije loop te laten.

Wat is je slechtste gewoonte?
Als ik gestresst ben, ga ik heel veel snacken. Ik hou van die Big Americans pizza’s uit de supermarkt. Als ik daaraan begin denk ik ‘yes’, maar achteraf denk ik altijd ‘oh my god, wat heb ik nu weer gedaan’.

Voor welke actie schaam je je het meest?
Vroeger wilde ik heel graag discussies winnen, en dan had ik achteraf altijd spijt als ik weer per se het laatste woord wilde hebben. Nu ben ik wat rustiger geworden, maar ik word niet heel blij als ik daaraan terugdenk.

Wat laat je het liefst bezorgen?
Niet zo veel eigenlijk. In plaats van thuisbezorgen haal ik het vaak af, en dan meestal roti. Roti kun je thuis niet maken zoals ze het maken waar je het bestelt.

Wat is het eerste dat je doet als je opstaat?
Dan ga ik in discussie met m’n vriendin wie het ontbijt gaat maken, haha. Maar daarna is het tijd voor een douche en een koffietje. Ik lig eigenlijk nooit te snoozen. Ik ben een ochtendmens en altijd vrij snel uit de veren.

Wat is je favoriete plek in Den Haag?
Ik vind dit dus een hele fijne plek, maar als het tijd is voor bier vind ik De Zwarte Ruiter heel fijn. Dat is een plek waar heel veel verschillende mensen bij elkaar kunnen komen, en dat vind ik altijd mooi, zo’n mengelmoes.

Wat zou je willen veranderen in Den Haag?
Wat je in De Zwarte Ruiter hebt, zou je wel wat meer in de stad mogen hebben; het zou wat meer mogen mengen. Een heel groot deel van Den Haag zie ik niet. In een stad als Rotterdam lopen verschillende sociale klassen veel meer door elkaar, en dat brengt best wel veel moois denk ik. Dat zou ik onze stad ook gunnen.

Wat is je stamkroeg?
De Zwarte Ruiter dus, al zullen zij dat misschien nog niet zeggen.

Wat is het beste Haagse initiatief?
Ik vind het heel cool dat jullie dit allemaal vrijwillig doen, maar ik weet niet of je dat op gaat schrijven, haha. Ik vind elk initiatief dat zorgt voor verbinding tussen mensen, of bijvoorbeeld kansen biedt aan kansarme kinderen heel mooi.

Wat is voor jou de Haagse band van het moment?
The Indien. Zij zijn al best wel lang bezig, en het is inspirerend om te zien dat ze tien jaar na hun eerste singles nog steeds hun ding blijven doen en dit jaar een hele goede festivalzomer hebben gedraaid.

Wat vind je overschat in de Haagse scene?
De scene zelf misschien. Rondom mijn soort muziek, zachtaardige en verhalende Nederlandstalige muziek, zit niet echt een scene. Ik ervaar zelf niet dat ik in een scene zit in ieder geval. Ik zou het leuk vinden, maar ik denk niet dat het echt bestaat.

Wat vind je onderschat in de Haagse scene?
Ik denk dat mensen onderschatten hoeveel speelplekken en podia er zijn. Deels is dat misschien ook wel zo, de bruine kroeg is verplaatst naar social media. Maar er zijn toch nog best een aantal lokale festivals of kroegen waar je jezelf kan laten horen. Als je je best ervoor doet, kan je nog een hoop plekken vinden.

Met wie zou je een dag willen ruilen?
Ik ben inmiddels best blij met mezelf, maar ik ben toch wel benieuwd hoe het leven van bijvoorbeeld Chris Martin van Coldplay eruitziet. Misschien is het wel doodnormaal en eet hij ‘s ochtends ook gewoon z’n bakje kwark zoals ik dat doe, maar misschien is zijn leven heel bizar. Het is niet iets wat ik nastreef, maar ik ben toch wel benieuwd in hoeverre het leven van zo’n icoon normaal is.

Waar kun je ‘s nachts van wakker liggen?
Van heel veel, ik lig ‘s nachts heel vaak wakker. Wat ik vandaag heb gedaan, wat ik morgen ga doen, hoe ik daar iets leuks van kan maken. Ik heb het gevoel dat mijn hersenen soms pas echt beginnen met nadenken als ik in bed ga liggen.

Welk nummer mag er gedraaid worden op je begrafenis?
'Bridge Over Troubled Water’ van Simon & Garfunkel, dat vind ik een fantastisch nummer. Ik ben ermee opgegroeid, dus het maakt sowieso veel los. En in dat lied zit zo veel emotie, in de melodielijnen, maar ook gewoon in die woorden zelf, “Bridge Over Troubled Water”, daar zit heel veel in.

Waar luister je de laatste dagen veel naar?
Ik luister heel veel naar Bear’s Den de laatste tijd. Vroeger heb ik met mijn zus heel veel liedjes van hen tweestemmig gezongen. Mijn gitaarspel is ook heel erg gebaseerd op de akkoorden die zij gebruiken, met hun muziek heb ik gitaar leren spelen. Ze hebben ook een zachte popsound waar ik veel inspiratie uit haal.

Wat is je grootste guilty pleasure?
Romcoms kijken, haha. Het liefst voor kerst, en dat je dan het hele verhaal al weet na de eerste scène. Soms zijn die eenvoudige emoties gewoon heel erg lekker. In een complex hoofd kan het heel fijn zijn om die dingen op te zoeken.

Hoeveel tattoos en/of piercings heb je?
Ik heb één tatoeage, dichtbij het hart, met de tekst ‘liefde is de bron’. Dat was het mantra van mijn moeder, die zes jaar geleden is overleden. Het staat ook op haar steen. Het leek mij mooi om dat ook bij me te dragen. En ik hoop zelf ook zo te leven; vanuit liefde.

Wat is de eerste plaat die je ooit kocht of kreeg?
‘Worn Down Piano’ van The Mark & Clark Band. Mijn vader had die plaat, en dat is denk ik de eerste die ik echt zelf heb opgezet. Als ik bij mijn vader kom zetten we die nog wel eens op.

Wat is je voornaamste bron van inspiratie?
De verbinding met andere mensen, en wat daarbij loskomt. Sowieso gewoon gesprekken. Aan de hand van interacties met mensen ontstaat er heel veel. Daarom vind ik het ook vaak fijn om met mensen te zijn. Daar ontstaan de verhalen.

Welk liedje zou je zelf geschreven willen hebben?
Stef Bos heeft een cover gemaakt van een nummer van een Belgische zanger, dat nummer heet ‘Vriend’. Dat vind ik een waanzinnig nummer, waar ik op een positieve manier jaloers naar kijk.

Kun je iets vertellen over nieuwe muziek die eraan zit te komen?
Op 25 oktober komt mijn debuut-ep uit, en op 24 oktober geef ik daarvoor een releaseshow in het Paardcafé. De ep heet Een Beetje Lichter Leven, en er staan zes liedjes op, waarvan er een paar al uit zijn. De nummers zijn in zekere zin een zoektocht naar de antwoorden op vragen die ik heb als jonge dertiger. Wie moet ik zijn en wat moet ik doen om iets van mijn leven te maken? Ik ben twee jaar geleden uit de ratrace van het kantoorleven gestapt, en daarbij ontstonden voor mij zoveel vragen die inhaken op het thema Een Beetje Lichter Leven. Ik omschrijf het graag als muziek voor hoge pieken en diepe dalen, dat is ook de manier waarop ik zelf leef. Vroeger dacht ik dat het allemaal stabieler moest worden, maar ik heb de pieken en dalen nu omarmd. Ik hoop dat mijn muziek daar een mooie weergave van is.

Verwacht je over tien jaar nog in Den Haag te wonen?
Misschien wel, maar ik ben eigenlijk gestopt met zo ver vooruit te kijken. Ik moest Den Haag een beetje leren kennen en mijn plek vinden. Ik heb nu wel meer zelfvertrouwen gekregen, ik kan mezelf zijn in de stad. Misschien dat ik me ooit weer terugtrek op een boerderij in het oosten, maar ik ben in de loop der jaren wel een stadsmens geworden.

De doorgeefvraag van Caspar Broekhuijsen: Wat is je eerste muzikale herinnering?
Op mijn zevende ben ik door m’n vader op kerkorgelles gezet. Dat heb ik een aantal jaar gedaan, en een van de voorspeelavonden zit nog levendig in m’n hoofd. Het voelde natuurlijk totaal niet cool om kerkorgel te spelen, dus ik ben na een paar jaar gitaar gaan spelen, maar achteraf vind ik het eigenlijk heel cool dat ik daarmee ben begonnen.

Wat zou je aan de volgende gast willen vragen?
Wat vind je de mooiste zin ooit geschreven in een nummer?