In alles voel je dat zaal en band er zin in hebben. Het publiek staat tot aan het podium. Bassist Michel Beeckman - met kerstmuts - en violiste Sophie Zaaijer staan, met een stevige glimlach op het gezicht gebeiteld, klaar voor de eerste noten. Dan komt Satria op, die er met zijn hoge hoed, zwart lang haar en lange jas uitziet als een kruising tussen Willy Wonka en Jack Sparrow. Satria draait zich naar de microfoon en, boem, we zijn los!
Met de viool en het snel repeterende geluid van de bassdrum, als een galopperend paard, is dit geen country uit Nashville. Oh jongens, dit is bluegrass, onversneden, met alle geluiden die je verwacht als een band met een banjo in West Virginia tussen de hooibalen in the barn speelt. De zaal is goedgevuld en daar komen steeds meer glimlachen op het gezicht. Hier geen afwachtend beschaafd publiek In plaats daarvan gaat het gelijk los. Je kan ook moeilijk anders met deze opzwepende muziek; je bent full in of je gaat naar huis. Dat lijkt ook het Sunfire-motto: go big or go home.
Podium aan Zee, op Scheveningen, voelt altijd al een beetje alsof er een lokaal bandje optreedt. Dat is eigen aan de zaal en de locatie. De zaal omdat deze een heerlijk jeugdhonkgevoel heeft. De locatie, omdat de Keizerstraat dankzij de bestrating met kasseien en klassiek vormgegeven, lage lantaarns bijna Dickensiaans dorps aanvoelt. Vandaag staat er ook daadwerkelijk een lokale band op het podium; zanger Satria Karsono van Sunfire woont namelijk om de hoek. Dit is dan ook een verslag van hoe bluegrass thuiskomt in Scheveningen.
Macaber
Misschien is de kracht van Sunfire wel dat ze alles, behalve de teksten, simpel houden. Neem drummer Jeroen van Leeuwen. Hij werkt met niet meer dan een snare, een tom en een bassdrum. Die laatste geeft stuwend het tempo aan terwijl Van Leeuwen met kwastjes contrasterende ritmes op de snare slaat. Onderling doen de bandleden ook niet moeilijk. Dat blijkt met name als het fout gaat, zoals wanneer Satria ‘Jolene’ - van de nieuwe plaat - wil inzetten. Gitarist Berend de Vries zet op dat moment echter een volledig ander nummer in. Er wordt hartelijk lachen, wat grappen over en weer gemaakt, en Sunfire gaat weer door.
Woehoe’s en hiyaah’s uit het publiek stuwen de band tot grotere hoogtes. Sartria en Sophie gaan een kleine battle aan tussen akoestische gitaar en viool, alsof ze tegen de duivel spelen, sneller en sneller tot het dansende publiek voor het podium het niet meer bijbeent. Gelukkig krijgen ze rust met Sunfire’s kerst klassiekers uit 2021: ‘Western Christmas’ en ‘Red Snow’. De raspende stem van Satria, de viool twee registers lager, tragisch lange ooooohhhh's van drummer Jeroen: 'Red Snow' is een duister kerstlied. Hier geen sneeuwpret, maar een getatoeëerde Kerstman, met pistolen in de holsters, die een dorp moet redden van een seriemoordenaar. De zaal voelt het duistere en staat arm in arm, wiegend, in koppeltjes. Zoals met het werk van Nick Cave, zijn de nummers van Sunfire kleine verhaaltjes vol rijke, licht macabere, beelden.
Bluegrass comes home
Met de rijke beelden en de muziek maakt Sunfire haar eigen bluegrass die nooit voelt als een slap aftreksel vol clichébeelden. Meer nog, de band pakt de Europese wortels van bluegrass (volksmuziek uit de noord-Europese havens van weleer) en zetten die wortels net iets meer op de voorgrond dan een Amerikaanse band dat zou doen. Je kunt zeggen dat Sunfire bluegrass terughaalt naar Europa. We vragen ons dan ook oprecht af of deze band overeind zou blijven tussen andere bands op een bluegrassfestival in de Appalachen, het gebergte ergens tussen Maine en Alabama in de Verenigde Staten. Wij geven ze, afgaande op het Scheveningse publiek, een goede kans. Zo komt een vrouw aan de bar die steeds op haar telefoon kijkt zelfs los. Bijna verbaasd zegt ze tegen haar man: “Dat was echt een lekker nummer zeg!”. “Ik zei het toch”, antwoord hij met blijde twinkels in de ogen.
Eerlijk is eerlijk, Sunfire gaat niet snel de top 40 halen, en wellicht ook niet langzaam. Maar maakt dat het niet juist mooier? Een groep mensen die hun eigen muziek maken, muziek waar hun hart in ligt? En die dat hart en hun ziel met je delen, de zaal in slingeren? Niet om wereldberoemd te worden, maar uit liefde voor de muziek en het publiek? Is dat niet waar een concert eigenlijk over gaat? Dat je ergens binnenloopt, waar een goede sfeer heerst en waar de band de zaal opzweept en wederzijds? Gewoon een leuke avond voor 15 euro?! Nou, dat was deze avond met Sunfire.