Deze avond van muziek en filosofie vond plaats onder de banier van de Spinozamaand. Tijdens deze themamaand wordt er op verschillende plekken in Den Haag stilgestaan bij het leven en werk van Baruch (wat ‘gezegende’ betekent) Spinoza. Interessante materie, maar hoe maak je dat sexy? Spinoza’s schrijfstijl is gortdroog, onpersoonlijk en van een hoog abstractieniveau. Niet heel spannend. De ideeën van deze voormalige Paviljoensgrachtbewoner zijn daarentegen wél opwindend. Zeker in zijn tijd begrepen. Zo opwindend dat hij al op jonge leeftijd een banvloek aan zijn broek had hangen en later werd gecensureerd. Hij publiceerde anoniem, want hij wist dat zijn ideeën dynamiet waren voor veel van zijn veelal religieuze tijdgenoten.
Filosofie en jazz. Op het eerste oog een gewaagde combinatie. De oermoeder aller wetenschappen - met haar vaak ondoordringbare proza - op de hielen gezeten door jazzmuzikanten. Maar het blijkt een hele goede combinatie omdát het zo gewaagd is, zo bewees het Spinoza Jazz Orkest op 11 oktober in Musicon. Het tienkoppige ensemble liet zich inspireren door de in Den Haag gestorven filosoof Baruch Spinoza (1632-1677). Een tweetal suites werd opgevoerd met gastoptredens van spokenword-artiest Guus van der Steen en filosoof Erno Eskens.
Wat maakte Spinoza’s denken zo explosief? In het kort: Spinoza stelde God gelijk aan de natuur. Ook de mens is daarmee een uiting van God, want wij komen voort uit diezelfde natuur, maar net zo goed een boom, berg of vulkaan. Alles wat er is, is onderdeel en uiting van God. Dus geen bebaarde meneer die ons vanaf een wolk in de gaten houdt, maar een onpersoonlijke en gezichtloze kracht waar wij toevalligerwijs ook onderdeel van uitmaken. Levensgeluk moet volgens Spinoza niet zozeer liggen in mystieke Bijbelverhalen, maar in het besef dat we onderdeel zijn van de natuur (lees: God) die met haar wetten over ons heerst. We zijn dus deel van een groter, maar onpersoonlijk, gebeuren. En voor Spinoza zijn natuur en God hierin dus hetzelfde. Een denkwijze die voor veel consternatie zorgde in zijn tijd.
Dat benadrukte de Haagse spoken-wordartiest Guus van der Steen (bekend van het collectief Kern Koppen) ook. In zijn jazzy spokenword-betoog verwonderde hij zich op spinozistische wijze over ‘tantoe veel taboes die onze mindset kenmerken’. Van der Steen prijst Spinoza voor zijn ‘rebelse ziel’ waarmee hij ‘kartrekker is van de Verlichting’. Op het ritme van drummer Wim Kegel danst Van der Steen mee tussen zijn zinnenvlechterij door. Het ritme wordt na de pauze overgepakt bij de lezing door filosoof Erno Eskes. De oud-hoofdredacteur van Filosofie Magazine heeft voor de gelegenheid een verhaal geschreven waarbij niet zozeer Spinoza centraal staat, maar zijn jeugdvriend Franciscus van den Ende. Spinoza en Van den Ende dachten over veel hetzelfde en Eskens maakt met gebruik van muzikale vergelijkingen duidelijk waarom Spinoza meer bassist zou zijn en Van den Ende sologitarist. Tijdens de lezing wiegt Eskens mee op het ritme van het orkest waarbij voor iedere solo voluit wordt geklapt door een vol Musicon. Op het einde van de avond staan Van der Steen en Eskens samen te dansen terwijl het orkest de laatste noten speelt. Dit was een bijzondere avond.
Bijzonder omdat de combinatie van filosofie en muziek zo ontzettend goed is. Spannende muziek en dito ideeën gaan erg goed samen. En alle experimenten die hieruit voortvloeien verdienen serieuze aandacht. En dit experiment is geslaagd. Mooi, vakkundig en precies uitgevoerd. Bijna wiskundig. Zoals Spinoza het waarschijnlijk zelf het liefst had gezien.