Supersonic Blues draait al heel wat jaren mee in de Haagse scene met hun zelfbenoemde heavy, fuzzed-out, psyched-up, blues-based rock ’n soul. Na vele optredens in binnen- en buitenland is daar eindelijk het debuutalbum ‘It’s Heavy’ met daarop zeven nummers die klinken alsof ze rechtstreeks uit de jaren '60 of '70 van de vorige eeuw komen. Hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen vroegen we aan zanger en gitarist Timothy Aarbodem.

Het is maandag 10 januari 2022, de dag van de release. Net zoals in de jaren '60 en '70 wordt het album uitgebracht op vinyl, in een oplage van 300 stuks. Timothy laat trots de plaat zien. “Het was zeker een momentje om de plaat voor het eerst in handen te hebben. Dan hoor je je eigen muziek voor het eerst op vinyl en is er toch een stukje magie die erbij is gekomen.”

It’s Heavy was eind 2019 al af en de band was van plan om het in 2020 uit te brengen. De muzikanten zagen de albums die in het begin van de coronatijd uitkwamen echter een beetje in het niet vallen. Hierdoor besloot de band het uit te stellen naar een periode met, hopelijk, meer mogelijkheden, want die waren er praktisch niet in 2020. “Het afgelopen jaar hebben we relatief nog veel shows gedaan, waaronder Sniester, en dat proeft naar meer.”

Ook al ligt het album al bijna twee jaar klaar, het uitbrengen ervan voelt niet als ‘te laat’. “Het voelt wel gek om het alsnog uit te brengen, maar toch wel heel fijn dat het zo’n mooi pakket is geworden. We zijn van mening dat het als geheel gewoon staat. Toendertijd zijn dat onze beste takes geweest en zijn we die extra mile gegaan om de nummers erop te zetten. We schamen ons er zeker niet voor.”

Als je de releasedatum van It’s Heavy niet zou kennen, dan kan je de plaat uit de kast trekken en denken dat je een band uit de jaren '60 of '70 hebt ontdekt. “Qua muziek luisteren we alleen maar naar die twee decennia. We zijn nerds in het benaderen van die sound, maar we laten wel de 21e eeuwse benadering erop los, want het kan nooit zo worden als toen. Vroeger had elke band zijn eigen ding, daar waren ze goed in en dat was te gek. Nu kunnen wij van al die bands plukken. Het is niet alleen maar psychedelische rock of punk. Alles kan.”

Artwork: Ruud Aarbodem

Analoog

Supersonic Blues heeft het album opgenomen met Laurens ten Berge in The WOMB Studio bij het skatepark The Sweatshop op de Binckhorst. Bassist Gianni Pau was betrokken bij het opzetten van de studio op deze locatie, dus het was voor de band een logische keuze om daar op te nemen. Ook de repetitieruimte bevindt zich in het pand. Tijdens de opnames in 2019 was de studio nog niet de studio zoals het nu is. “Toen we daar gingen opnemen was het echt nog een ruimte in een loods. In een klein hokje hadden ze alle studiogear gezet en dat was het. Dus het is best wel rauw.” Met z’n drieën zijn de heren drie dagen de studio ingegaan om de basis (bas, drums en gitaar) erop te zetten. Daarna heeft Timothy nog overdubs gedaan met gitaar en zang. 

Alles is analoog opgenomen, wat in de jaren '60 en '70 de standaard was. Dit vraagt om een bepaalde aanpak. “Omdat we op tape hebben opgenomen, is het essentieel dat je de nummers goed kent. Fouten maken en corrigeren gaat bijna niet. De nummers hebben we flink geoefend in zowel de repetitieruimte als gewoon live, want daar leer je het meest van.” De band zou het opnemen een volgende keer weer analoog doen. ”Het voelt wel natuurlijk. Misschien gebruiken we een volgende keer nog minder sporen. Je wordt dan gedwongen om nog meer keuzes te maken. Zo blijft het in balans, niet te veel poespas.”

De zeven nummers op het album zijn songs die de band in de loop der jaren bij elkaar heeft gespaard. Het is een hoofdstuk geweest in het Supersonic Blues-bestaan. Alle nummers, op ‘No Good For Conversation’ na, zijn langer dan vijf minuten en bevatten veel riffs en dikke gitaarsolo’s. Het voelt alsof de nummers en solo’s voortkomen uit jams. “We horen vaker dat de songs jammend overkomen, maar er zit voor ons wel degelijk een structuur in. Het is goed dat dat zo subtiel wordt opgemerkt.”

Op de plaat staat ook een cover: ‘Phantom Child’ van de band Lincoln Street Exit. “Wij vinden het vet om die ene obscure track te vinden die vet is en die niemand kent. Zo kunnen mensen ook kennismaken met de bands waar wij naar luisteren.” In de liveset speelt de band bijna altijd wel een cover, die na een paar shows wisselt. Over de jaren heen hebben ze zo een behoorlijk repetoire aan covers opgebouwd waar de band iets eigens van probeert te maken.

Timothy heeft goede herinneringen aan de opnames van ‘Phantom Child’: “Ik ben wel blij dat we de cover er zo op hebben gekregen. Het was het eerste nummer dat we opnamen en het stond er gelijk op. Toen was de toon gezet in de studio.”

It's Heavy!

“Masteraar Guy Tavares zei: ‘jullie moeten het ‘It’s Heavy’ noemen man, want het is heavy.’ Het is zo een soort slogan geworden. Het is een knipoog naar het wereldje, het moet heavy klinken, zware gitaren enzo. Voor ons is heavy niet alleen zware gitaren maar het is meer de intensiteit waarmee je het ten gehore brengt.”

Rauwe romantiek

Qua samenwerkingen houdt de band het graag dichtbij. “Je weet wat je aan elkaar hebt. Soms ga je door een dal, maar je kan wel makkelijker dingen tegen elkaar zeggen zoals waar je het niet mee eens bent of dat iets beter kan. En het is een wederzijdse samenwerking, het levert beide partijen iets op.”

De voorkant van de plaat is een oud kunstwerk van de vader van Timothy, kunstenaar Ruud Aarbodem. Maarten Donders, die al eerder betrokken was, heeft de rest van het artwork gemaakt met als basis een bandfoto van Lina Selg.

Na het uitbrengen van de eerste single in 2017 via het Duitse label Who Can You Trust? Records werkte de band voor het debuutalbum wederom samen met labeleigenaar Chris, die Timothy een pure liefhebber van het genre met hart voor de zaak noemt.

Ook werkte Supersonic Blues opnieuw samen met Guy Tavares (labelbaas van Bunker Records, Motorwolf Records. Drummer/zanger van o.a. Orange Sunshine, Santa Cruz). Hij masterde het album, nadat de band de eerste single al bij hem had opgenomen in zijn kleine analoge studio in Den Haag. “Zijn visie is totaal iets anders dan de meeste. Hij ziet in het rauwe een soort romantiek. Het hoeft niet gepolijst te zijn. Het zijn de boventonen of het mooie mid wat heel herkenbaar is voor zijn stijl. Het is onorthodox maar wij vinden het te gek.”

Artwork: Maarten Donders
Foto: Lina Selg