Het (grotendeels) Haagse Culture Vulture brengt deze week hun eerste single uit: 'Black Sea Gold'. Het trio, bestaande uit Barend Spaan, Connor Boshuijer en Rachman Tjahjono nam de tijd om met ons te videobellen in een ietwat chaotische setting om alles uit de doeken te doen over het onstaan van de band, de aankomende single, en wat de toekomst in petto heeft voor Culture Vulture.

Terwijl we bellen zit Connor in Berlijn, waar hij tegenwoordig woont, en Barend in de trein terug vanuit Barcelona. De situatie is ietwat tekenend voor de band, zijn internationale karakter en de nadruk die de heren in hun nieuwe single leggen op het thema van reizen. Culture Vulture omschrijft zichzelf als een band die nostalgie oproept naar een tijd en plaats die je nooit zelf hebt gekend. Wat betekent dit? "Stel dat iemand je vertelt dat hij in Frankrijk is geweest", begint Connor, "en diegene vertelt dat hij daar in de auto langs graanvelden en wijngaardes reed, dan roept dat een bepaald beeld bij jou op. Zelfs al ben je daar zelf helemaal niet geweest. Op die manier beleef je nostalgie voor een plek waar je nooit bent geweest, en waar je misschien ook wel nooit zult komen."

Eerste single 'Black Sea Gold' sluit hierbij aan. "Reizend het onbekende opzoeken is wel het thema", vertelt Barend. "Het gevoel dat je er soms gewoon voor moet gaan en het diepe inspringen. Uiteindelijk gaat het over het onbekende opzoeken, avonturen aangaan, en niet weten waar je terecht komt. Ik denk dat we daar een mooi tweeluik hebben gemaakt met het begin en eindstuk van het nummer." Hiermee doelt Barend op de laatste minuut van het nieuwe nummer, waarin Connor een spoken word gedicht voordraagt, terwijl er een soundscape op de achtergrond te horen is. Het is een dromerig, zweverig contrast met de eerste helft van het nummer, dat wij zouden omschrijven als redelijk genre-getrouwe garagerock. 

Dat idee komt ook van hem. "Ik ben daar wel heel erg van", vertelt Barend, "maar met dit soort dingen zeggen we onderling als band ook: 'doe je ding'. Dan gaan we daar met z'n drieën gewoon naar luisteren en eraan sleutelen." Connor springt bij: "Een van de leukste dingen aan samen schrijven met deze groep is dat iedereen's ego opzij wordt gezet. Het gaat echt om wat het liedje beter maakt, dat maakt het ook wel heel erg soepel."

De drie kennen elkaar al jaren, onder meer van Sofar Sounds in Den Haag. Net als veel andere muzikanten dreef de coronapandemie de heren in elkaars armen. Connor zat destijds veel thuis zonder al te veel te doen en nodigde Barend en Rachman los van elkaar uit om eens te gaan zitten. De rest is geschiedenis. De afstand tussen Connor in Berlijn en Barend en Rachman in Den Haag is goed te doen, vertellen ze. "Connor kon dingen opnemen, Rachman was bezig met opnameapparatuur, en het zit ook in mijn achtergrond. Daardoor kunnen we heel makkelijk ideetjes naar elkaar schieten", vertelt Barend. 

Het begon dus als een leuk tijdverdrijf, maar de drie raakten steeds beter op elkaar ingespeeld. Ze besloten daarop als volwaardige band door te gaan. "Het ging allemaal op een hele natuurlijke manier, en we gaven elkaar veel vrijheid", vertelt Barend verder. "Er konden allemaal wensen vervuld worden. Ik zei bijvoorbeeld meteen dat ik niet wéér bassist wilde zijn, en we krijgen ook alledrie de kans om te zingen in deze band." "Een groot deel voor mij was ook de kwaliteit van de liedjes", vult Connor aan. "We hadden gewoon liedjes geschreven waarvan ik dacht 'vet', maar het was meer dan gewoon een sessie. Ik had het niet aan mezelf kunnen verantwoorden als we hiermee niks hadden gedaan."

Wanneer we vragen naar inspiratie wijst Connor naar Barend. "Jij hebt de plaat geproduceerd, dus de sound is echt sterk door jou beïnvloed." Barend moet lachen: "Oh man, ik ben de laatste tijd heel erg into 80's en 90's toestanden. Denk aan Ride, Slowdive, Sonic Youth, Flyying Colours, bdrmm, maar ook dingen als Nick Cave, Weezer en de Foo Fighters." Er volgen meer bands. "Af en toe moesten we Barend een beetje terugroepen", voegt Connor toe.

Over de toekomstige plannen van de band kunnen ze nog niet te veel kwijt. "Er ís genoeg materiaal voor een album", wil Connor wel vertellen, "dus de planning is voorlopig ook om daarop in te zetten. Maar welke vorm dat aanneemt en wat je mag verwachten van de nummers: dat laat ik nog even in het duister. Het enige wat we kunnen vrijgeven is dat er in 2023 een plaat zal uitkomen."

De band hoopt te kunnen inspireren met hun bijzondere opstelling. "Twee vocalisten en een spoken word artist zie je niet iedere dag, ik hoop dat dat bevalt bij mensen en dat we het op onze eigen manier bijzonder kunnen maken", zegt Connor. "We hebben er in ieder geval vet veel zin in, daar appen we elkaar ook de hele tijd over", vertelt Barend. "Hoe meer we in dit proces zaten, hoe enthousiaster we werden over wat er allemaal tot stand is gekomen en nog gaat komen." Met het enthousiasme zit het in ieder geval wel alvast snor. 

De nieuwe single Black Sea Gold is op YouTube en Spotify te vinden, en de band staat 3 september op het podium in Paard Café.