Afgelopen donderdag vond in het Paardcafé een energieke showcase-avond plaats. Tijdens Picked By Paardcafé haalden de Haagse bands Rachman, PEACH, The Depression Club, Callkoen, The Great Communicators en Tousch alles uit de kast om aan de boekers én bezoekers te laten zien dat zij een dikke plek verdienen op de festivals in en ook buiten Den Haag. Deze bands zijn gekozen door de programmeurs van Popradar, PAARD en het Paardcafé, omdat zij volgens deze kenners in 2019 'hoge ogen hebben gegooid'. Dat mogen zij vinden, maar wij als medekenners op de redactie van 3voor12 Den Haag hebben daar uiteraard onze eigen mening over. Onder het genot van een biertje en een watertje on the side, vertellen wij in een spannend dialoog wat wij deze avond van de festivalbands to be vinden.

Rachman geeft geen reden om dikke winterjas uit te trekken

Precies op tijd komen we binnengestrompeld voor de eerste act. Rachman start met een groovy vibe. M: “Deze avond is toch een showcase voor het komende festivalseizoen? Buiten? In de zon?” A: “Ja, deze jazzy sound past veel beter in een knus barretje voor de open haard.” M: “Daarbij heeft de drummer het uiterlijk van een viking met vuurrood haar. Dat lijkt mij een synoniem voor ‘warmte in de winter’.” A: “Misschien snappen wij het concept nog niet helemaal.” M: “Het geluid is vol en steady. Het is wat mij betreft onnodig dat de zanger liefelijk vraagt of het wel een beetje klinkt.” A: “Inderdaad. De mannen zijn goed op elkaar ingespeeld, en de frontman heeft een warme stem met een aardig bereik.” M: “Wel opvallend dat de dikke winterjassen in de zaal dan toch niet worden uitgetrokken.” A: “Begrijp ik goed dat het nummer Julia niet over Julia gaat? Een beetje jammer.” M: “Net als de poging tot meezingen.” A: "Op zich voel ik hem wel, maar helaas niet voor dit festivalseizoen".

Het kinderfeestje van PEACH loopt volledig uit de klauwen

Na een soundcheck die waarschijnlijk langer duurt dan het opreden: M: “Probeert de zanger op de jaren 70 versie van de frontman van Green Day te lijken?” A: “Ja, maar dan wel te hip om alternatief te zijn.” M: “Het is duidelijk geen boogy disco. Ik zou het classificeren als poppy punkrock perfect passend op een high school Prom.”. Op de voorste rij gaat een groep middelbare scholieren compleet uit zijn dak. M: “Zingt de frontman ‘drinking wine’? Zijn ze daar wel oud genoeg voor? En waar komen deze groupies ineens vandaan?” A: “Geen idee, maar PEACH is wel echt een ding. En wow, die drummer zit er helemaal in.” M: “Ik moet toegeven. Deze band grows on me. Misschien een stukje nostalgie, maar deze gasten rocken als een malle.” A: “Ja, muzikaal zit het goed in elkaar, maar die stem… daar kan ik echt niet aan wennen. Eigenlijk had deze band moeten wachten tot de zanger de baard in de keel krijgt.” M: “Ach, bij het hoge ‘whoehoehoe’ en de gemiddelde leeftijd van de fans past het prima, toch?” A: “Ok ok, maar dat grunten kan hij gewoon nog niet.” Hoe dan ook. De kids vooraan krijgen er geen genoeg van met als uitsmijter een uit de klauwen lopende moshpit. A: "Naar mijn mening een act die het (jonge) festivalpubliek kan opzwepen".

The depression club begraaft het kinderfeestje levend

Zodra The Depression Club het podium betreedt ontstaan de eerste associaties: M: “Fall Out Boy... Panic at the Disco...” A: “Nee, Fall Out at het Paardcafé... flauw.”  Bij het eerste nummer breekt de hel direct los. M: “Het is schreeuwen als iemand die in de fik staat. Het gaat door merg en been.” De zanger zingt ondertussen vol overtuiging: ‘What were you saying about me?’ M: “Ik durf nu niks meer te zeggen.” Gelukkig krijgen we daarna een vriendelijk bedankje. Met het nummer ‘Mushroom Dick’ brengt de band een ode aan de macho mannen. M: “Macho is niet echt het woord dat ik bij deze mannen plaats, maar deze track heeft zeker een donkere swag”. A: “Het is explosief, ruig en spastisch. En de nieuwe single die de band nu speelt is echt een hit.” M: “Deze act staat als een grafsteen. Het kinderfeestje is abrupt ten einde gebracht.” De zanger duikt in het publiek en start een pit. M: “Raak hem aan!” A: “Nee, ik ben geen fangirl.” M: "Voor deze band ga ik zeker naar een festival. Ik hou wel van dit hoge rockster gehalte." De set eindigt met een circusmuziekje. M:” Toch Panic at the Disco”. A: “Ja, en toch fangirl. Ook van Panic at the Disco trouwens. Ik hou blijkbaar van mannen met make up".

Callkoen viert energiek feestje met hooligans en trainingsjassen

A: “Wow, die korte broek zit wel wat strak, maar ach, het is tof.” Callkoen belooft een mooi feestje, en op het podium is dat feestje direct aan. A: “Ik word hier zo blij van, al vind ik de band wel beter in het Nederlands.” M: “Oh, is dit Engels?” Rechttoe rechtaan ska wordt met een lading energie de zaal in geslingerd, waarmee ook het feestje in het publiek langzaam op gang komt. M: “De mannen zien er wel tof uit met hun gekleurde trainingsjassen. En is je al opgevallen dat de zanger een shirt met de tekst ‘Zaandam Hooligan’ draagt?” A: “Die steekt behoorlijk af bij de rest.” A: “Hoe heet dat ding waar de toetsenist op speelt?” M: “Wacht. Ik vraag het even aan een kenner. Een melodica.” A: “Legendarisch! Ik heb dit nummer een tijdje in mijn playlist gehad, omdat ik hier instant vrolijk van word. Het nummer heet Serieus.” M: “Serieus? Één ding is zeker. Het Nederlands slaat zichtbaar beter aan dan het Engels.” A: "Ik voel een duidelijke vergelijking met Doe Maar. Kunnen we de band de hedendaagse Doe Maar noemen in ons stuk?” M: “Ja, waarom niet?” A: “Helaas gaat het tijdens het explosieve Wakker nog niet zo los als op Sniester, maar dat gaat komend festivalseizoen vast helemaal goedkomen. Voor vanavond krijgt de voorhoede in ieder geval een dikke tien".

Het graag geziene The Great Communicators is middle of the road

Na het feestje van Callkoen moet het publiek duidelijk een beetje bijkomen. M: “Of zijn de bezoekers zo stil, omdat ze enorm onder de indruk zijn van de kwaliteit van The Great Communicators?” A: “Laten we het in het midden houden. De energie en overtuiging zitten er in ieder geval goed in.” M: “De band heeft een missie en gaat daarvoor.” Op het moment dat de zanger vraagt of wij in de zaal een beetje lol hebben, blijft het verdacht stil. M: “ Weet je dat ik vorige keer bij deze band ben weggelopen?” A: ”Nee, vertel.” M: “Voor mij is dit een beetje te intens. Het maakt me bang. Dat geram op een of ander instrument. Te veel van het goede.” Een kleine discotrack zorgt voor een welkome afwisseling. M: ”Dat voelt al beter aan, al lukt het mij nog niet om me hieraan over te geven.” A: “Is het te goed en daarom te saai? Ik heb ook geen idee wat het publiek vindt. De vraag om mee te klappen wordt niet beantwoord.” M: “Het is geen disco, het is geen indie, het is geen rock.” A: ”Het is heel veel, maar eigenlijk ook niks, een beetje middle of the road. Grote kans dat het ons op de festivals duidelijker gaat worden".

Tousch toont no bullshit attitude

M: “Ik ben kapot. Deze avond duurt mij te lang.” A: “Op de psychedelische garage rock 'n' roll van Tousch kun je echt niet in kakken”. Zoals we inmiddels van de band gewend zijn, wordt het eindeloos rammen direct ingezet. M: “Ik hoor geen catchy melodieën, dat kan moeilijk zijn.” A: “Ik zie vooral heel veel beweging op en voor het podium." M: “Het gaat compleet los tegen het agressieve aan. Het Paardcafé bereikt duidelijk zijn energieke climax.” A: “Slim geprogrammeerd wel.” M: ”Van de krachtige frontvrouw met een no bullshit attitude is zeker niets gelogen.” A: "De band brengt vol overtuiging vrij generieke rock. De originaliteitsprijs zal Tousch niet winnen, maar deze vrouw en gasten kunnen behoorlijk spelen." M: "Daar ben ik het mee eens. Het klinkt uitmuntend en onuitputtend. Daarmee gaat de band vast indruk maken op de festivals".