“Meneer, ik kom voor de muziek” klinkt het uit de zaal als host Guus van der Steen als derde spreker het podium opwandelt. Het deert hem niet, onverstoord praat Guus verder over hoe Poseidon, Troy en One Flew over the Cuckoo’s Nest passen bij wat er vanavond is geprogrammeerd. Guus noemt de muzikanten van vanavond doorgaans superhelden. Bij het introduceren van de eerste act, Eric Vloeimans met Brooklyn Raga Massive, licht hij kort toe “voor zowel de zure als de zoete mensen vanavond”.
Maar wat is muziek eigenlijk zonder een goede dialoog? De improvisatie die plaatsvindt op het hoofdpodium is er namelijk vol van. De act Brooklyn Raga Massive is eigenlijk één grote vorm van muzikale kruisbestuiving. Die van Indiase klassieke muziek, het werk van Coltrane en vanavond het werk van Eric Vloeimans. Drummer Sameer Gupta vertelt tussendoor vol enthousiasme wat we precies horen. De composities mogen dan wel vanuit bladmuziek worden bespeeld, het is bloedmooi en komt oprecht over.
Natuurlijk zijn er spontane momenten, zoals wanneer Eric Vloeimans een dialoog aangaat met fluitist (bansuri) Jay Gandhi. Voor even communiceren de klanken met elkaar. Datzelfde gebeurt later als Jay samen met sitarspeler Abhik een hoor en wederhoor improvisatie doen. En dan lichten de heren op, letterlijk en figuurlijk. Improvisatie is hier als praten; soms is er stilte, dan een afgewogen discussie of in een enkel geval een uitgesproken argument. Dat uitgesproken argument is van Vloeimans, die heel het optreden leek te wachten op het juiste moment. Voor de gehele show geldt: het plezier waarmee het werk wordt opgevoerd springt over naar het publiek.