“TechnOrkest, de naam legt eigenlijk alles al uit. En hij klinkt ook nog eens lekker” glundert Moos van Belkom, geestelijk vader. “De naam geestelijk vader hoeft mij niet toe te komen, we doen dit met z’n allen” antwoordt hij wanneer ik vraag of ik hem zo mag noemen in m’n stuk. Ik ben namens redactie van 3voor12 Den Haag afgereisd naar de bunker van PIP om de dame en zes van de heren – ‘dirigent’ Martijn Verlinden kon er niet bij zijn – van het TechnOrkest de hemd van het lijf te vragen.

Het is mijn eerste keer in de PIP, maar als ik de bunker binnenstap voel ik me welkom. Ik krijg een blik pils aangereikt uit een plastic Albert Heijn tas. Men is vanavond tezamen om te vergaderen en ik mag meeluisteren. Van het vergaderen komt weinig terecht omdat er een overduidelijk gedeeld enthousiasme is om mij ’t een en ’t ander bij te brengen.

“Het idee is al redelijk oud, dat ontstond tijdens de hoogtijdagen van het State-X New Forms festival. De uitvoering is uit de Zolderkamer Sessies geboren. Die sessies zijn een initiatief van de PIP, die pro- en amateur DJs de ruimte en apparatuur verschaft om aan hun sets te werken, hun platen te luisteren en met elkaar te hangen. Uit de groep die regelmatig op die zolderkameravonden te vinden was, is een collectief ontstaan. We werden gevraagd om op de woensdag van Lekker 10, de feestweek ter ere van het tienjarig bestaan van de PIP, een gig te doen. We kozen ervoor het TechnOrkest in praktijk te brengen en dat was zo kicken en het sloeg zo aan bij het publiek dat we dat zeker nog eens wilden doen”.

Moos kijkt op, aait zijn sik, en kijkt me aan. “Moet je niet wat opschrijven?”

TechnOrkest is:

Florian Dekker
Vincent Roijaards
Pepe Peters
Kiki Wesselo
Moos van Belkom
Patrick Toet
Marnix Manders
Cedric van der Voordt
Martijn Verlinden aka DJ Kipkillah

"De dirigent bepaalt wat de zaal hoort"

Marnix klapt zijn Macbook open en zoekt vluchtig een foto van de setup op terwijl Moos uitlegt wat er te zien valt. “We maken gebruik van 6 CD spelers, twee draaitafels, een even aantal mixers en één grote stereomixer voor de DJirigent.”

Vincent vult aan: “Martijn, de dirigent, bepaalt wat de zaal hoort. Elke DJ stuurt constant muziek, maar Martijn zit aan de knoppen. Hij luistert naar alle kanalen en bepaalt welke schuiven hij openzet. Daar komt dan een unieke mix uit.” Blijkbaar kijk ik verdwaasd, want Florian richt zich tot me en zegt grappend: “zelfs wij snapten het in het begin niet.” Moos knikt instemmend. Op sarcastische toon: “We snappen het nog steeds niet. Misschien na het lezen van jouw artikel wel."

Hoeveel platen kunnen er tegelijk aanstaan?
Pepe: “In theorie kunnen alle platen tegelijk aanstaan maar in de praktijk is dat vaak te moeilijk. Meestal zijn het er tussen de twee en de vier. Aan de lampjes op onze mixers kunnen wij en het publiek zien wie er aan staan.” Florian: “Martijn staat, net als een dirigent, voor het orkest. Hij kijkt ons aan, en kan dus zo ook zien als iemand gebaart van: ik wil d’r in.”

Dus degene met de mooiste ogen wordt het meest gedraaid?
Moos, met een grijns op zijn gezicht: “Nou, er is maar één meisje onder ons en het is opvallend hoe vaak ze te horen is, dat is ook echt typisch Martijn.” De dame in kwestie, Kiki Wesselo, moest per trein uit de hoofdstad overkomen en was nog niet gearriveerd toen deze grap gemaakt werd. Als ze even later wel de deur van de PIP opentrekt en net als ik een blik bier aangereikt krijgt, besluit ik meteen te vragen of ze op de hoogte is van wat er achter haar rug om gezegd wordt. Moos grijpt in. “Dat lees je in het artikel wel, Kiki.” Ze haalt haar schouders op en neemt een slok bier.

Al snel wil men weer verder praten over muziek. Over die eerste magische avond tijdens Lekker10. Florian neemt het voortouw. “We zouden twee uur ons ding doen, laten zien wat we konden. De boys van Secunda zouden overnemen, maar dat is uiteindelijk nooit gebeurd. Het ging zo lekker dat we zijn tot half zes doorgegaan.” Er gaat een zucht van herkenning door de bunker, de mannen en vrouw stralen allemaal als herinneringen aan die avond worden opgehaald. Patrick verheft zijn stem: “en die fluittist! Dat was kicken!”

 

Fluittist?!
“Het toffe is, er is ruimte in onze mixers om nóg meer mensen in te pluggen” licht Patrick toe. “Er was daar een fluitist, die liep rond. We gaven hem een microfoon en hij improviseerde mee.” Het TechnOrkest is dus de ultieme electronische jam. Uniek in zijn soort, voor zover men weet. “Wat je hoort is uniek, maar wat je ziet ook” zegt Moos trots. Vincent: “Mensen die de zaal binnendruppelden voor we begonnen bij Lekker10 en de setup zagen, zag je ook denken: what the fuck staat hier.”

Pepe: “Daarom is het belangrijk dat het gelijksvloers is, want het is de bedoeling dat het publiek gaat uitvogelen wat er gebeurt. Misschien spreekt het ook een breder publiek dan alleen fans van elektronische muziek aan, omdat er van alles gebeurt op het podium. ”

Met z’n achten zijn er ongetwijfeld verschillende stijlen onder jullie.
Florian: “eigenlijk bevinden we ons in iedere hoek van de elektronische muziek. Niet alleen techno maar ook ambient, disco, house. We leren ook van elkaar.” Kiki: “het is heel vet dat we allemaal ons eigen ding hebben, qua stijl maar ook qua techniek, maar dat het toch als geheel goed werkt.”

Pepe: “misschien gooit de één een discoplaat en gooit de ander een technoplaat. Het is aan de dirigent om een beslissing te maken.”

Marnix: “wat er dus op kan uitdraaien dat je jouw discoplaat hoort met de doffe kick van een minimalplaat van een van de andere orkestleden. Hij lijkt zich niet bewust van zijn eigen woordspeling. Voor ik hem er op kan attenderen doet Patrick nog een duit in het zakje: “Les extrêmes se touchent”. Hij is zichtbaar tevreden met zijn duiding.

Als DJs zijn jullie het gewend om alle aandacht op je te nemen en alle beslissingen zelf te maken. Dat is nu wel anders.

“Ja, je moet inleveren” weet Florian. “Maar als je er niet in komt is dat nóg een grotere drive om op zoek te gaan naar de plaat die wél perfect past.” “Het is een teamsport!” De oneliners gaan Patrick vanavond gemakkelijk af.

Pepe: “Draaien met vinyl maakt het wel moeilijk, want je moet de hele tijd platen pakken. Uit je tas, in je tas. Soms heb ik wel drie platen gedraaid voordat ik eindelijk te horen ben.”

2 maart vertonen jullie wederom jullie kunstje live in de PIP, wat kan het publiek verwachten?
Moos’ mondhoeken krullen naar boven. “We gaan zwaar onderuit. 2 maart wordt een kutavond en wij druipen gedesillusioneerd af.” Als zijn mondhoeken weer in de serieuze stand staan, vervolgt hij: “de eerste avond bij PIP was magisch. Het is nu aan ons om er wat van te maken want aan het concept twijfelt niemand. Maar we zijn 2 maart nog niet zo ver als we zouden willen zijn.”

Pepe: “wat we uiteindelijk willen, is een deel componeren.”

Hoeveel jam moet de set zijn?
Kiki: “het moet wel 90 procent improvisatie blijven. Uiteindelijk willen we naar een rode draad toe waar omheen we los kunnen gaan.”

Florian: “juist uit het jammen haal je de energie. En dan komt er iets vets, zoals bij Lekker 10. De liefde voor de muziek, elkaar en deze plek kwamen toen naar boven, ook al zijn we maar een bij elkaar geraapt zooitje mongolen.”

En zo vervult Florian de mij gegeven opdracht met een oneliner á la Patrick. Het TechnOrkest is een optelsom van muziek, liefde en de goede plek. Hoe dat klinkt, en dat is niet geheel onbelangrijk, zal ik zelf ook nog moeten uitzoeken. De rest is puik voor elkaar. Maar dat wisten ze zelf ook al lang.