Een stijlvol kwartier te laat verschijnt Spinvis op het podium met een 5-koppige band, met leden van verschillende generaties. Sinds 2002, het jaar van zijn gelijknamige eerste album, gebruikt hij deze formule al: samples uit verschillende periodes en ook bandleden uit verschillende periodes, dat vormt een mooi geheel. Het spiegelt bovendien goed met de door jong en oud afgeladen en tribune.
Spinvis (Erik de Jong) staat op donderdagavond 16 augustus op een bijzondere locatie: het Zuiderparktheater. De wespen vliegen rond, het weer is twijfelachtig en de mensen zijn onrustig en nieuwsgierig. Dit alles past perfect bij de sfeer van de poëtische en soms ook experimentele liedjes van Spinvis.
De man uit Nieuwegein opent met de woorden: “Bent u bang voor wespen?”. Het publiek lacht, wespen zijn alom aanwezig. De toon is gezet. Het concert begint met een paar lieflijke liedjes. Het publiek is doodstil, iets wat Spinvis bereikt met zijn muziek: rust creëren in een luidruchtige wereld. Dan vliegt er krijsend een meeuw over, een externe factor waar geen controle over is. Het past oh zo mooi bij de tekst “een vogel schreeuwt, de dag begint” wanneer met ‘Bagagedrager’ wordt afgetrapt.
Dingen komen en gaan, maar muziek blijft en zeker in woelige tijden is het fijn als muziek een soort rustpunt kan zijn. Spinvis is dit rustpunt. De zweverige kalmte die hij uitstraalt is heerlijk ontspannend. Hypnotisch bijna. Zijn laatste album Trein Vuur Dageraad gaat ook precies hierover.
Toch is er ook ruimte voor wat kleine experimentjes, die hij met het publiek deelt. Zoals de bandleden die allemaal een kleine synthesizer of drumpad van handformaat bespelen tijdens ‘Dag 1’. De tijdelijke minimale ondersteuning verraadt wel dat Spinvis niet de hele avond goed bij stem is, maar misschien is dat ook juist de charme van zijn muziek. En als er vervolgens een melodica tevoorschijn komt ben je alles alweer vergeten.
Na een uur kondigt het eenmansproject aan dat dit het uurtje was dat komend weekend op Lowlands (zondag 13:10) gespeeld wordt. Hij vraagt het publiek een duim omhoog of omlaag te geven. Iedereen is enthousiast.
Dit enthousiasme is door heel het concert te horen. De kracht van Spinvis is dat het bijna voelt alsof hij een soort dialoog aangaat. Alsof hij je gewoon aan het vertellen is wat hij denkt van de wereld en een reactie verwacht.
Er is veel interactie met het publiek, een groot deel luistert aandachtig. Maar wanneer veel mensen tegelijk bedenken dat ze nog wel een drankje kunnen gebruiken, roept Spinvis lallend met serieuze ondertoon “Is dit een lopend buffet ofzo? Lang geleden dat we op recepties hebben gespeeld”. Hij grapt tegen een van de drankhalers dat hij ook wel een biertje lust. Dit biertje verschijnt een paar minuten later op het podium. Heel gevat zingt Spinvis “hallo maandag, hallo bier!”.
De drie dames op het podium vermaken het publiek door meerdere instrumenten spelen. Van bas tot toetsen en van trombone tot viool, niets is Diede Oosterveen en Merel Junge (foto boven) vreemd. Ook Saartje van Camp (foto onder), waar Spinvis al sinds 2003 mee samenwerkt, heeft heel wat verrassende elementen toe te voegen aan het geheel. Zo is daar een zingende zaag, waar ze tijdens ‘Ik wil alleen maar zwemmen’ volledig op los gaat. En dan kan ze ook een mooi toontje zingen. Spinvis zet met deze diverse band een mooi harmonieus plaatje neer, over ieder instrument is nagedacht.
Op een twijfelachtige dag geeft Spinvis een sterk concert met veel moraal en levenslessen. Het optreden heeft zowel rustige als onrustige experimentele elementen. Tedere liedjes wisselen met nummers met een stevigere beat en geluiden waarvan je niet helemaal begrijpt waar ze vandaan komen. En voor een buitenpodium is het geluid verrassend goed en leent het podium zich voor een intiem optreden.
In de lijn van zijn oeuvre concludeert de man van de avond: “een beetje rommelig, maar wel ok. Dus ik vind het goed!”. Het enthousiaste afsluitende applaus bevestigt dat het publiek die mening deelt.