Corb Lund doet reputatie eer aan

Canadese cowboy speelt intieme show

Tekst: Louke Wijntje | Foto's: Maarten Ederveen ,

Met een carrière van over twintig jaar, lovende reviews over zijn laatste album 'Things That Can't Be Undone', en zijn reputatie als fantastische live artiest, is het wonderlijk dat deze Canadese cowboy niet eerder in Nederland gespeeld heeft. Tijd om te kijken of hij zijn reputatie kan waarmaken, vrijdag 8 januari in de kleine zaal van het Paard van Troje.

Corb Lund is bekend als Canadese cowboy en country singer-songwriter. Hij beheerst een veelzijdig breed spectrum van rootsmuziek, zwevend tussen honky-tonk, country, rockabilly, Western swing, cowboy balladry en country-rock. Maar is ook niet bang om oosterse psychedelische riff te gebruiken, 'Motown sound', of Britse jaren zestig rock. Verder is hij bekend als verhalenverteller en begaafd gitarist en tekstenschrijver. Met hem op het podium staat zijn vaste support band, 'The Hurtin' Albertans': Grant Siemens als lead gitarist en lapsteelman, Kurt Ciesla as staande basspeler, en inval-drummer Rob Heath. De vaste drummer (Brady Valdardson) afwezig. I.v.m. het zaai seizoen kon hij als boer niet weg uit Canada (bijna te mooi om waar te zijn natuurlijk).

Als deel van zijn winter campagne rond zijn nieuwe album doet Corb Lund voor het eerst Nederland aan. Thuis trekt hij volle concert zalen. Hier staat hij in de kleine zaal van het Paard. In eerste instantie is het voor de muzikanten licht aftasten naar de sfeer die er hangt vanavond. Dit in contrast tot het publiek dat er zin in heeft en van ver is gekomen. De band komt op. Geen contact met het publiek. De mannen knallen er drie nummers doorheen, bijna aaneengeregen. Daarna komt gelukkig toch die interactie waar Corb bekend om staat. Een humoristisch anekdote bij 'Shine up my boots', met gelach ontvangen, dan vlot verder spelend. Er is een snelheid van nummers achter elkaar, onderbroken door persoonlijke anekdotes en interactie met de zaal.

De ietwat harde belichting word na een tijd effectief bijgesteld. Dit versterkt de toch al intieme, maar rockende sfeer. De uitbundigheid waarmee de fans meezingen, goed gebruik van samenstelling van het publiek, en de effectieve mix tussen nieuw en oud repertoire helpen deze sfeer neer te zetten. Van variatie in tempo, uitbundigheid, retrospectief en stijl wordt ook slim gebruik gemaakt. Alles met de kenmerkende knauw in de stem, snedige teksten, en pedalsteel.

Tussen de setlijst worden verzoeknummers gespeeld, wat humoristische situaties oplevert: een jammende drummer die net dàt nummer net niet heeft geoefend ('Hard on equipement'), en Corb die even niet op een regel komt welke hij al duizenden keren heeft gezongen. Het laatste nummer voor de toegift geeft ruim aandacht aan de andere bandleden. Kurt Ciesla met een tweede staande bas solo (eerder al zeer effectief ingezet tijdens 'Big Butch Bass Bull Fiddle'). Ook geeft drummer nog een solo weg, nadat Corb hem eerder met de woorden “There he is, saving our asses only playing a few shows with us, and he sounds like he plays with us for years, right?.”

De toegift mag er ook wezen. Corb Lund begint met een solo, waarna hij het de andere muzikanten er weer bij roept. Nog een een vijftal nummers worden gespeeld, voordat de mannen voorgoed afscheid nemen. Na bijna twee uur en ruim twintig nummers wordt de avond succesvol afgesloten. De heren hebben hun reputatie meer dan waar gemaakt.