Werfpop 2016: P1

Routineklussen tegenover passieprojecten

Tekst: Lone Mokkenstorm, Bernadette Pegtel, Eric Hoetjes, Bernadette Pegtel, Giordano Melin, Marco Vlot, Rachel Kabelaar | Foto's: Stephan Kaffa, Sjon de Mol, Jan Louis van den Oever, Nike Liscaljet ,

Werfpop heeft dit jaar een mooie dag uitgekozen voor alweer de 35e editie van het festival. Al tijdens de wandeling naar het terrein, door de rustieke Leidse Hout, ziet het weer er veelbelovend uit. De rest van de dag zal dat alleen maar beter worden. Ook de programmering is veelbelovend en afwisselend, maar kan elke act overtuigen?

Op podium 1 trapt Werfpop dit jaar af met het lokale bandje Destructive Penguins. Deze jonge band, die in februari dit jaar zijn debuut EP Walkin’ uitbracht, heeft in de afgelopen tweeënhalf jaar hard gewerkt om een eigen sound te creëren. De vijf Leidse jongens brengen een mix van hiphop, reggae, funk, rock, pop en jazz - en dat doen ze zeker niet verkeerd. Het samenspel is sterk en de songteksten zijn krachtig, evenals de uitstraling van de leadzanger. Naast de vijf bandleden betreden ook twee trompettisten het podium om de band te ondersteunen, waardoor het geheel een swingende sound krijgt. Wanneer gitarist David aan zijn solo begint, levert hem dat een daverend applaus op – helemaal wanneer leadzanger Gijs aankondigt dat de gitarist vandaag jarig is. Destructive Penguins zorgt voor een sfeervol en knallend begin van Werfpop en zet daarmee de toon voor de schare aan bands die erna zal volgen. (RK)

Mocht je na al het gefeest van de zaterdagavond nog steeds een beetje brak zijn, dan kan je er bij Iguana Death Cult op rekenen dat ze je wel even wakker schudt. Stevige fuzzy songs worden afgewisseld met nieuwe nummers als ‘Dreamer’, dat zo in een zonnige reclame zou kunnen. Dit is het grootste podium waar deze Rotterdamse band ooit gestaan heeft, maar dat is niet van de show af te zien. Rommelig is Iguana Death Cult altijd al. Waar de meeste mensen genieten van het zonnetje terwijl ze naar de band luisteren, is er een enkeling die headbangend het optreden doorbrengt. De danspasjes van zanger Jeroen Reek en de (waarschijnlijk) zeldzame offset gitaren maken het surfgarage plaatje compleet. Op deze zonnige dag hoeft Iguana Death Cult niet voor extra zon te zorgen, maar doet dat stiekem toch. (BP)

Ondertussen is het is al een vrolijke boel op het veld wanneer de bandleden van The Indien het podium opstappen voor hun soundcheck. Door de steengoede stem van zangeres Rianne Walther worden er nog meer mensen naar P1 getrokken. Wanneer de band eenmaal begint met spelen staat het veld dan ook behoorlijk vol. De muziek van The Indien, de vierkoppige band die dit jaar hun tweede EP ‘Hiatus’ uitbracht, is perfect voor deze zomerse en ontspannen middag tussen de bomen van de Leidse Hout. De sterke ballads, de ijzersterke uithalen en de onschuldige doch ondeugende opmerkingen van Rianne (“laat je billen zien!”) zorgen voor een perfect sfeertje. (RK)

The Brahms stonden in het voorprogramma van the Kooks, werden dikwijls vergeleken met Vampire Weekend én hadden direct al goud (niet letterlijk) te pakken met de eerste single ‘Golden’. Wat valt er dan nog te doen? Dan besluit je om alle festivals af te struinen met de zon genesteld in je flightcase. Op deze festivaldag weten The Brahms de jangly gitaarpartijen en ritmische drums perfect in te zetten. Festivalmuziek zoals dat in de volksmond genoemd wordt. We proberen om niet te glunderen als we leadzanger David als een jongere versie van Iggy Pop theatraal zien doen op het podium. Deze vurigheid slaat over op het publiek als afsluiter ‘Golden’ wordt gespeeld en er zowaar gesprongen wordt met de kater nog in de maag van gisteren. “Jullie waren awesome en wij waren the Brahms.” Dat waren jullie zeker. (GM)

Onlangs bracht DeWolff een zesde album (ROUX-GA- ROUX) uit, en nu staan ze bepakt met een Hammondorgel, een Moog-synthesizer en andere vintage muziekinstrumenten op Werfpop. Het lijkt alsof dit podium veel te klein is voor de hoeveelheid aan instrumenten én charisma van de jongens. Voor héél even voelt Werfpop als Woodstock in de jaren ‘60. De langharige gasten van DeWolff komen namelijk net binnengewandeld met het zand nog onder hun voeten en zweet in het haar. Leadzanger Pablo van de Poel, gehuld in een suède-jas met franjes, is aan het preken alsof we de zondagse rock-‘n- roll kerkdienst bijwonen. Afgewisseld met de Hammondorgel is dit optreden een waar genot om naar te luisteren. Er is geen bassist te zien, maar dat is ook niet nodig, want ze staan namelijk met zijn drieën hun mannetje. “Koop onze T-shirts, we willen rijk worden”, klinkt er tegen het eind van het optreden. En na afloop hebben we niet één, maar zelfs twee T-shirts aangeschaft. (GM)

En alsof de afwisseling in het programma nog niet genoeg is, staat er ook nog een coverband op Werfpop. De formule waarmee de Memphis Maniacs zich bedienen mag inmiddels bekend verondersteld worden: gooi zo veel mogelijk nummers door elkaar en noem het een mash up. Het is heel knap, maar helaas wordt de muzikaliteit daarbij wat uit het oog verloren. Dat de heren kunnen spelen is duidelijk. Het is alleen jammer dat je niet de kans krijgt om daadwerkelijk in een nummer te komen. Van enige spontaniteit is ook geen sprake, van de matchende outfits tot aan het gekunstelde engels van zanger Smash Robinson. Hier staat een band die een trucje heeft bedacht en daar redelijk  succesvol mee is. Van enige passie lijkt echter geen sprake. Knap? Zeker. Routineus? 100%. Interessant? Mwah. Het publiek slikt het desondanks als zoete koek, dus voorlopig zijn we vast nog niet van ze af. (MV)

Wanneer De Jeugd Van Tegenwoordig op een festival speelt kan je altijd van twee dingen uitgaan. Allereerst dat er extreem veel mensen op af komen en als tweede dat je louter hits voorgeschoteld krijgt. Het eerste is natuurlijk geen ramp, in het publiek zie je voornamelijk lachende gezichten van mensen die het erg naar hun zin hebben. Het tweede ligt wat gecompliceerder. Het is logisch dat De Jeugd geen onbekende moeilijke nummers als 'Benden' of 'Futurophobia' doet maar het lijkt alsof de heren al drie jaar lang alle festivals afgaan met dezelfde set. De enige verrassingen van de avond zijn 'Datvindjeleukhe,' een single van tweede album 'De Machine,' en de afwezigheid van Bas Bron. De gebruikelijke beatmaker/vocalist/toetsenist is er niet bij en zoals gewoonlijk wordt hij vervangen door Seks Dj Danny De Funk, die vroeger furore maakte als Tropical Danny in het illustere duo dat hij met Guillermo vormde. Het publiek lijkt niet te malen om de routineshow die opgevoerd wordt, maar de Jeugd lijkt de festivals af te gaan om een steeds grotere zak geld te vullen en dat is kwalijk. (EH)

Het hoofdpodium gaat van de ene hiphopgrootheden naar de andere, want nu is het de beurt aan Rico & Sticks. Het kan weinigen zijn ontgaan dat de twee Zwollenaren het land door touren met een show die 15 jaar samenvat. Alle klassiekers van 'Opgezwolles Gerrit' tot minder bekende solonummers als 'Freak De Flow' (Rico) en 'Dans' (Sticks) komen langs. Het niveau ligt vanaf minuut één heel hoog  en de twee mannen rappen alsof hun leven ervan af hangt. Alles is goed verstaanbaar en ook wat flow betreft lijken de heren geen steken te laten vallen. Ook producers ART en Kubus zijn in topvorm. Met name de eerst genoemde, die het gros van de set achter de draaitafel staat, gooit hoge ogen en pakt tijdens 'Ooit' ook zijn momentje om te shinen. Het hoogtepunt van de avond is de speech die Sticks houdt voor het nummer 'Spaanse Vlieg.' Hierin proost hij op zijn fans en iedereen die aanwezig is, maar vooral proost hij op zijn pasgeboren dochter Liv die 12 juli het levenslicht zag. Rico en Sticks zijn dan wel 15 jaar bezig maar nog lang niet versleten. Dit was geen routineklusje, dit was pure passie en dit was zonder twijfel het hoogtepunt van het festival. (EH)