In de keuken bij: Whoosah-programmeur Gino van Dam

“Dit gaat niet goed, ik heb een flashback, dacht ik”

Tekst: Abel Vlaanderen | Foto's: Emma Sarpaniemi (KABK) ,

3voor12 Den Haag eet pizza, olijven en chips bij Gino van Dam (34). Als programmeur van de Whoosah Sundays, dj, producer en platenbaas is Van Dam een belangrijke figuur in het Haagse nachtleven. Hoog tijd om hem beter te leren kennen. "Als iemand van de gemeente een hele dag mee zou maken op het strand en de vibe ziet, dan weet ik zeker dat diegene ook verliefd wordt.”

“Kristian Beyer van Âme vierde eens zijn verjaardag bij Whoosah,” vertelt Van Dam op het Scheveningse strand. “Hij had net tien uur achter elkaar gedraaid en was in slaap gevallen. Toen hebben we hem naar de branding getild en op zo’n strandbedje gelegd.” Dit verhaal staat symbool voor de aantrekkingskracht van de strandtent: grote dj’s komen er graag, maar de Haagse nuchterheid is nooit ver weg.

Gino van Dam is de personificatie van deze houding. Hij is professioneel, maar neemt zichzelf niet te serieus. Dit is goed te zien als hij op verzoek van de fotografe een rugcrawl probeert te doen in een strandpoel van twintig centimeter diep, met een sportbril op.   

Eenmaal opgedroogd vertelt hij over zijn eerste kennismaking met elektronische muziek. “Ik ben geboren in Spanje en hier naartoe verhuisd toen ik vier was. Als kind luisterde ik heel veel muziek: soul en pop, maar ook new age. Op mijn zevende hoorde ik bij een vriendje ‘Out Of Space’ van The Prodigy. Ik was gelijk helemaal verliefd.”

“Toen ik vijftien was ging voor het eerst naar feesten, bijvoorbeeld in de Statenhal in Den Haag. Dan legde ik kussens onder mijn deken, zodat mijn ouders dachten dat ik sliep.” Van Dam luisterde inmiddels vooral naar early rave, hardcore en gabber. “Ik had ook een trainingspak van Australian gekocht. Stiekem, want mijn ouders vonden dat asociaal.”  

Zijn geheime nachtelijke trips bleven een tijd onopgemerkt, totdat zijn moeder een keer ’s nachts ging kijken en de kussens ontdekte. “Ze stond boven aan de trap toen ik thuiskwam, ik beneden, helemaal bezweet, in zo’n trainingspak. Toen vroeg ze waar ik vandaan kwam. Dus ik zei dat ik was gaan joggen, maar volgens mij geloofde ze dat niet.”

“Uit die periode vond ik Chosen Few – The Name Of The DJ heel vet. Toen hardcore opkwam had je als tegenhanger onder andere Chicago House, maar dat vond ik voor pussies, te langzaam.” Op een gegeven moment vond Van Dam zelfs Chosen Few niet snel genoeg. “Het moest supersnel, ik wilde het liefst dingen boven de 200bpm (beats per minute, red.) horen.”

Hij begon in die tijd ook met draaien. “Hardcore, met platenspelers van Gemini. Die kon ik betalen met mijn krantenwijkje.” Toch had Van Dam op een bepaald punt genoeg van deze manier van leven. “Ik was in principe alleen maar aan het blowen en naar raves aan het gaan. Er zat weinig beweging in en ik was mijn omgeving behoorlijk zat.”

“Out of the blue ben ik naar hiphop gaan luisteren. Ol’ Dirty Bastard, Method Man en alle producties van RZA. Ik heb lang naar Wu-Tang geluisterd, hele rauwe muziek was dat. Dat was voor mij ook het eindpunt van hardcore.”

Tijdens deze hiphopperiode begon Van Dam zich meer te verdiepen in andere genres. “Toen ik negentien of twintig was kon ik me heel erg vinden in de techno van bijvoorbeeld Richie Hawtin. Dat was in de tijd van Plastikman, voordat hij zich op minimal ging richten.” Na Plastikman luisterde Van Dam steeds langzamere dingen en via Nathan Fake en James Holden kwam hij terecht bij de muziek die hij nu luistert, zoals Yoshinori Hayashi.

Parallel aan zijn muziekontwikkeling loopt de ontwikkeling van Whoosah, de strandtent aan het Zwarte Pad die in 2016 dertien jaar bestaat. Van Dam kende de “Whoos” door zijn werk in andere strandtenten al sinds het begin, maar het duurt tot 2011 voordat hij bij de zwart geverfde beachclub betrokken raakt. “Ik draaide toen in clubs in Den Haag. In de scene kwam ik Floris Groeneveld tegen, Flowers Greenfield heette hij toen. Hij was begonnen met de programmering bij Whoosah en via hem kon ik daar achter de bar werken.”

Drie jaar later ging Groeneveld bij het evenementenbureau Apenkooi werken. Hij vroeg Van Dam om de marketing en sociale media van Whoosah over te nemen. “Dat heb ik een jaar gedaan, waarna Floris vroeg of ik de Whoosah Sundays wilde programmeren. Hij gaf mij veel vertrouwen, want ik kreeg de vrije hand.”   

Op de fiets naar het strand vertelt Van Dam dat hij toen heel erg nadacht over hoe hij de strandtent ‘houdbaar’ kon maken. “Ik besefte me dat de Whoosah vroeger een hype was, maar dat dat niet meer zo is.”

“Zes jaar geleden wilde iedereen naar Whoosah, waardoor ze in een korte tijd hele vette dingen konden neerzetten,” legt hij uit. “De bezoekers waren er, dus ze konden met grote namen komen. Floris is niet op zijn achterhoofd gevallen en boekte bijvoorbeeld Dixon en Âme. Hij was de eerste die hen naar het Scheveningse strand haalde.”  

Tegenwoordig is er veel meer te doen in Den Haag. “Er zijn meer mensen die van hetzelfde stukje taart eten,” zegt Van Dam. “We proberen ons nu te onderscheiden door heel divers te programmeren.”

“Mijn eerste afspraak als programmeur was met de jongens van BAKK, Ruben en Nic. Dat klikte gelijk als een malle, we hadden hele leuke ideeën. Zij wilden bijvoorbeeld Legowelt boeken en dat was echt een droom van mij. Ik ben blij dat dat goed heeft uitgepakt.”

Gevarieerd boeken is afgelopen zomer goed gelukt. Op de ene zondag klonk Deniro’s techno over het Zwarte Pad, terwijl er een paar weken eerder ruimte was voor de obscure funk van Jamie Tiller. Ook kreeg veel lokaal talent, zoals Van Anh en twice upon a time, een plek bij Whoosah.

Dit jaar waren ook de ‘Secret’ Pop-Up Clubs een succes. Op de dinsdagmiddag na het Nachtdigitalfeest draaide Gebben van het Haagse label wichelroede ‘Bumpin’ On Sunset’ van Leon Lowman en ‘Gong Bath’ van Slow Riffs. Voor ondergetekende komt het horen van deze platen op het strand dicht in de buurt van het paradijs.

Twee jaar geleden was dat wel anders. Eind juli 2014 werd er tijdens een feest een man opgepakt met 26 xtc-pillen op zak. Na twee weken kwam de uitspraak: Whoosah moest net als de Karavaan (een andere strandtent aan het Zwarte Pad) zes maanden dicht. Vijftig man stonden op straat en de ontgoocheling bij het personeel en de vaste bezoekers was compleet.

Van Dam stond te draaien bij surfdorp F.A.S.T. toen iemand hem vertelde dat de politie Whoosah was binnengevallen. “Ik voelde mijn hart breken en er ging een steek door mijn maag. Dit ga je niet menen, dacht ik. Het was hartverscheurend, want we zijn een hecht team bij Whoosah.”  

Het jaar na de inval mocht de strandtent weer open, maar er is veel veranderd, zegt Van Dam. “Je wordt nu standaard heel goed gefouilleerd en binnen lopen agenten rond. Ook worden mensen af en toe van de toiletten geplukt als ze het idee hebben dat het niet helemaal zuiver is.” Hij vervolgt: “Dat schiet bij een hoop mensen in het verkeerde keelgat, maar we moeten dat gewoon doen.” Mede door deze maatregelen zijn er geen incidenten meer geweest in 2015 en 2016.  

Ook de sfeer is beter nu, vertelt Van Dam. “Voor de inval was er wel eens een agressief sfeertje, maar nu totaal niet meer. Sommige onzuivere jongens, van die dealertjes, blijven nu thuis.”

Dit jaar was Van Dam voor het vijfde achtereenvolgende jaar in dienst van Whoosah. Wat staat hem het meest bij van die tijd? “Er zijn zat dingen, maar op gegeven moment liep ik na een feest de Whoosah uit, midden in de nacht. Ik keek naar de zee, zag een golf omslaan en ineens schoot daar een helse, blauwe flits doorheen.” Hij schrok zich dood. “Dit gaat niet goed, ik heb een flashback”, dacht ik. “Ik durfde het niet verder te vertellen, want ik dacht dat ik het niet goed had gezien.” Pas toen een meisje de trap af kwam rennen en “Zeevonk! Laten we met zijn allen gaan zwemmen!” riep, begreep Van Dam dat hij niet de enige was die het neonblauwe licht zag. “Toen zijn we gaan zwemmen en dat was echt fantastisch.”

Toch heeft hij niet alleen wilde haren. Wanneer we door de Keizerstraat lopen om pizza te halen wijst hij naar een gebouw en zegt: “Soms ga ik daar pannenkoeken eten met een kennis van me, die autistisch is en onder begeleiding woont.”

Weer thuis legt hij uit waarom de Whoosah belangrijk is voor Den Haag. “In de winter zit iedereen op het vasteland, in clubs als Hoop en PIP. Maar in de zomer beweegt heel Den Haag zich naar het strand toe. En Whoosah is een strandtent waar je op elk moment van de dag het beste uit kan halen.” Van Dam vervolgt: “Je kan er overdag goed eten en in hangmatten liggen, maar als het omslaat naar een feest staat alles, van subwoofers tot discoverlichting, al klaar.” Je zou er zelfs kunnen slapen, zegt hij. “Er staan kussenkisten op het terras, daar slaapt de eigenaar tegenwoordig. Dat doen we allemaal soms, ik zal er niet om liegen.”

Whoosah is ook belangrijk voor Den Haag vanwege de programmering. “Zoals ik zei programmeren we best wel divers, veel internationale artiesten, veel liveacts ook. Voor liefhebbers van verschillende genres komt er altijd wat voorbij.” De diversiteit van Whoosah heeft veel te maken met Van Dam’s eigen, brede smaak, die zich uitstrekt van de avant-gardistische Arthur Russell tot de Canadese house van Lnrdcroy. Van die laatste legt hij na ons gesprek de meest recente plaat op. “Dit is zo goed dat ik hem twee keer heb besteld.”

Er is dus een gezonde basis voor de toekomst van Whoosah? “Ja, de communicatie met de gemeente is nu goed. Ze kaarten dingen aan waar wij op moeten letten en ik mail bij alle feesten naar de politie hoeveel mensen er komen en wat er gedraaid wordt. Ik hoop dat we dat kunnen volhouden, dat ze inzien dat dit een heel bijzonder stuk strand is. Als iemand van de gemeente een hele dag mee zou maken op het strand en de vibe ziet, dan weet ik zeker dat diegene ook verliefd wordt.”  

Whoosah sluit het jaar af op zaterdag 1 oktober met Marek Hemmann (Van Dam: “dat is gewoon een oude baas”), Patrice Bäumel en residents Floris Groeneveld, Spencer Queen en Warren Fellow.

Van Dam dj’t als Gisberto. Onderstaande set werd opgenomen bij Whoosah, op een van de laatste zomerdagen van dit seizoen.

 

 

'In de keuken bij:' is een nieuwe serie van 3voor12 Den Haag waarbij wij rondtrekken door de Haagse club- , dance- en elektronicascene. In de serie werken wij samen met talentvolle (ex)-KABK studenten. Zo zijn deze editie de foto's gemaakt door Emma Sarpaniemizij is student aan de KABK en wordt in haar werk geïnspireerd door lichaamstaal, mode en allerdaagse observaties. Je kan meer van haar zien op haar website.  

Elektronische muziek in Den Haag verdient meer aandacht. 3voor12 Den Haag probeert daarom (in samenwerking met een aantal organisaties uit de Haagse elektronische scene) meer en meer aandacht aan elektronische muziek te besteden. Wil jij hieraan bijdragen in tekst, film, foto of heb jij goede ideeën die gehoord moeten worden? Kijk dan hier