“Hallo vrienden.” Dat zijn de eerste woorden die Eiger-zanger Marten Meij bezigt, en we voelen ons meteen welkom in het Paardcafe. Het is al gezellig druk als de band hun vrolijke new wave, of Joy Division meets disco, ten gehore brengt. De disco invloeden maken de muziek minder duister dan hun invloeden uit de jaren ‘80, maar wel een stuk dansbaarder. Wat niet onvermeld mag blijven is dat bassist Vico Sneep op een gegeven moment een keytar ter hand neemt. Veel meer jaren ‘80 dan dat wordt het natuurlijk niet.
Haagse Popweek Maandag
Haagse muziekscene rukt uit om collega’s te bekijken
Maandagavond 17 oktober was alweer de vijfde dag van de Haagse Popweek 2016. De maandagavond staat traditiegetrouw in het teken van Haagse bands op- en rond de Grote Markt. Op het programma stonden onder andere een ep-release van Green Disease en het debuutoptreden van Every Kid Knows, hoewel dat stiekem alweer het derde bleek te zijn. Om alles af te sluiten kon er na de bands nog tot diep in de nacht worden gedanst in de Rootz, maar alleen als je jouw jas boven ophing. De avond begint echter in het Paardcafe.
Terug op de Grote Markt wordt het podium van de September deze avond door het Haags/Schotse label Mink Records gehost. Zodoende is het jazz gehalte hoog in de kroeg. De act waar de avond een beetje omheen georganiseerd is, is Namea Soul, een band die na een geslaagde jamsessie bij elkaar is gekomen. De muzikanten voelen elkaar erg goed aan en er is veel ruimte voor improvisatie binnen de set. Ook krijgt de band vrij snel bijval van gastmuzikanten waaronder een dwarsfluitist. De stem van zangeres Biba is erg warm en vanaf de soundcheck (die wel later begon dan gepland) heeft ze de zaal al aan haar voeten. Drummer Jimmi Heuting speelt normaal gesproken door heel Nederland onder de naam Jo Goes Hunting. Ditmaal speelt hij een totaal andere stijl. Later op de avond vindt er ook nog een heerlijke jam plaats waarin alle aanwezige jazzmuzikanten duidelijk hun ei kwijt kunnen en waar bij tijd en wijle ook nog eens op gedanst kan worden.
Green Disease presenteert vanavond hun nieuwe EP in de Zwarte Ruiter. De EP heet Feral, en de band heeft voor de gelegenheid zelfs t-shirts laten drukken. En snoep meegenomen. Het trio put uit een breed arsenaal aan stijlen. Bluesy stoner met trage riffs en onverwachte breaks, grunge, punk; het komt allemaal voorbij. Bassist Tony Bouman neemt de meeste vocalen voor zijn rekening, maar ook de andere bandleden dragen hun steentje bij. Dit zijn ook de momenten dat de band van stijl wisselt richting punk. Eigenlijk kan je bij vrijwel ieder nummer horen waardoor het beïnvloed is, en omdat deze invloeden redelijk ver uit elkaar liggen maakt dat het optreden wat onevenwichtig. Dat Green Disease kan spelen en leuke ideeën heeft is duidelijk. Wat meer focus in het repertoire zou het volgende optreden misschien nog een stukje beter maken.
Als Kulou eigenlijk zou moeten beginnen met spelen worden net de laatste noten van de soundcheck gespeeld. Hierna vindt de drummer het tijd voor een sigaretje waardoor de show al met al een goed kwartier later begint. Als er dan daadwerkelijk wordt aangevangen blijkt er toch nog een probleempje te zijn met de microfoon. Op de muziek zelf is niet gek veel aan te merken. De band heeft goed geluisterd naar bands uit de jaren 60/70 als The Shadows. Met zanger/gitarist Gianni Tjon heeft de band een bekend gezicht in huis (Gianni is ook frontman van Dandana), maar dat gezicht lijkt vandaag gekopieerd te zijn, want broer Clark Tjon staat achter de toetsen.
Pieter van Vliet, beter bekend als Port Of Call stond onlangs al op de 3VOOR12 Den Haag clubavond. Ditmaal mag hij het programma in de Zeta openen. Slechts gewapend met akoestische gitaar en mondharmonica probeert Pieter de menigte aan zijn zijde te krijgen. Het blijft altijd een risico om met zo’n kleine setting in een rumoerige kroeg te staan maar ditmaal lijkt het goed uit te pakken, met name het publiek dat dicht bij de artiest staat is erg onder de indruk en staat zwijgend toe te kijken hoe de singer-songwriter nummers als ‘Harbour’ en Paul Simon cover ‘You Can Call me Al’ speelt. De enige persoon die precies niks te schaften heeft met het optreden is de keukendame van de Zeta die een stuk of vijf keer langs komt lopen en de show lichtelijk verstoord. Dit geeft het geheel nog een komische ondertoon en Pieter lijkt er zelf niet om te malen.
Naarmate de avond vordert lijkt het steeds meer alsof geheel muzikaal Den Haag naar het popdistrict getrokken is. Links loopt een groepje leden van The Deaf, rechts zit AAPNOOTMIES alvast wat bands te checken voordat ze zelf op moeten en Niko zit op het terras bier te drinken. Onder muzikanten lijkt de avond dus zeker te leven. Een goed teken. Voor de ‘gewone’, werkende bezoeker lijkt de maandagavond tot diep in de nacht muziek niet de meest ideale avond. Desondanks is het gezellig druk op de Grote Markt.
Nog zonder een release op zak is The Hazzah al genomineerd voor een Haagse Popprijs in de categorie aanstormend talent. In Hoender & Hop kunnen we horen of dat terecht is. Bij binnenkomst is de band nog aan het soundchecken met Take 5 van Dave Brubeck. Laat het meteen duidelijk zijn: dat is geen vooruitwijzing naar de rest van het repertoire. De vier jonge bandleden spelen vuige garagerock die afwisselt tussen korte geluidsexplosies vol fuzz en pakkende liedjes waar het surfgeluid en het reverbpedaal nooit ver weg zijn. Zanger/bassist Edo Storm lijkt niet stil te kunnen staan op het podium en springt zelfs met basgitaar en al de zaal in voor een dansje. Tegen het eind van het optreden wordt het Wilhelmus nog ernstig geweld aangedaan voordat het kwartet afsluit met nog een laatste bak herrie. The Hazzah is rauw, barst van de energie, en mag met recht aanstormend talent genoemd worden.
Het toeval wil dat de band die na The Hazzah in de Zwarte Ruiter speelt ook is genomineerd in dezelfde categorie. AAPNOOTMIES gooit het echter over een heel andere boeg. Mooie luisterliedjes, zorgvuldig gearrangeerd, die de Ruiter aandachtig laten genieten. Zangeres en boegbeeld Dinaira Scheffers merkt dat ook op halverwege de set. “Ik zie een hoop aandachtige gezichten. Leuk!” Het is al het vijfde optreden in een week, dus de band is goed op elkaar ingespeeld. Dinaira heeft dan ook een fantastische groep muzikanten om zich heen verzameld die precies genoeg noten spelen om de nummers goed uit te laten komen. The Hazzah heeft in ieder geval stevige concurrentie.
G.O.D. staat in het Paardcafé gepland als de act na Kulou. Toevalligerwijs is de drummer van Kulou (die van het sigaretje) de gitarist/zanger van G.O.D.. Als speedrock/metalband kan je in Den Haag goed terecht met een levendige scene en inderdaad is er best wat publiek op deze act afgekomen. De invloed van voornamelijk Motörhead is goed te horen. De band mist alleen iemand met een stem zoals wijlen Lemmy. De gitaarpartijen zijn snel en vrij technisch, en dat terwijl de gitarist kijkt alsof hij iets extreem simpels aan het doen is. Ook de drummer gooit hoge ogen met zijn strakke snelle set. Op de basversterker is een sticker geplakt met daarop de tekst ‘TRUMP! Make America Great Again!’. G.O.D. is te veel bezig met linkse hobby's om daadwerkelijk voor Trump adept te worden aangezien maar toch horen dat soort teksten, ludiek of niet, niet thuis op een avond als deze.
Johnny Bruce Muller mag met zijn trio afsluiten in Zeta. De band staat achterin en het publiek voor, dus er is helaas weinig contact. Muller brengt echter vol goede moed zijn nummers, inclusief een cover van ‘Royals’ van Lorde. Een zoemende snaar gooit wat roet in het eten, maar dat mag de pret niet drukken.
In de Rootz begint het feest later op de avond met een optreden van FARA, maar niet voordat de eerste hindernis genomen is. De bezoekers worden op norse toon gesommeerd dat de jassen moeten worden opgehangen, ook al kom je even aanwaaien om een bandje te bekijken. Dat is verplicht. Nu zijn regels regels, maar een warm welkom in de Rootz is anders.
FARA zelf heeft geen last van dit alles en trapt af om kwart over elf. Met hun synthesizer gedreven pop/elektromuziek zijn de voormalig leden van Atlantic Attraction een totaal andere richting opgegaan. En met succes. Naarmate de zaal een beetje volloopt gaan de eerste voetjes al van de vloer. Toch lijkt een deel van het publiek zich ook een beetje af te vragen waar ze deze act eigenlijk moeten plaatsen; is het techno of is het toch een bandje? Een deel van het publiek blijft na FARA in de Rootz om onder andere naar Billy The Kit en de Kraaien te kijken terwijl de rest hun jas weer van boven ophaalt en naar de volgende acts gaat kijken.
Bassiste Nikkie Freeke moest zich dankzij het uitgelopen optreden van AAPNOOTMIES haasten om op tijd in Hoender en Hop te zijn voor haar optreden met powertrio Machine Makes Man. Samen met Robin Brock op gitaar en zang, en drummer Rick Kuyper staan er in ieder geval muzikanten op het podium die snappen wat het inhoudt om een stevig optreden neer te zetten. Dat doen ze dan ook met verve. Lekkere rock die vaak net niet standaard is, houdt de aandacht van een groot deel van de Haagse muziekscene die massaal is uitgerukt om te komen luisteren vast. Machine Makes Man heeft een tijdje niet opgetreden terwijl ze aan het opnemen waren, maar wat is het een lekkere terugkeer!
De een na laatste echte band van de avond is Sama Cosa. Tevens is dit de band met de meeste leden; al met al staan er minstens 10 mensen op het podium van het Paardcafé. De vrolijke latin/samba muziek wordt gretig ontvangen door het publiek en menigeen danst als ware zij op de Cariben. De band is erg strak en goed op elkaar ingespeeld. Met name de zangeressen nemen elkaars vocalen moeiteloos over en er wordt lekker met de heupen geswingt. Een feestelijker afsluiter van het bandjespodium in het Paardcafé is bijna niet denkbaar. Hierna neemt Shockmount de honneurs waar en draait met zijn drum n’ bass tot in de kleine uurtjes door.